Als Rob Jetten aanstuurt op een opwarmingsdoel van 2°C wordt zijn beleid meteen een stuk haalbaarder

klimaat
BIJSCHRIFT ‘Het verhaal is welbekend: Door de uitstoot van CO2 warmt de aarde in hoog tempo op met als gevolg dat de mensheid in een levensbedreigende klimaatcrisis terecht is gekomen.’

Klimaatminister Rob Jetten heeft het doel van de ‘Net Zero’-beweging omarmd om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C. Dat doel is irreëel en onhaalbaar. Beter is te streven naar een maximale opwarming van 2°C. Dan kan de vermindering van de uitstoot in 2030 navenant worden verlaagd, van de voorgenomen 60% naar hooguit 20%.

De minister van Klimaat en Energie Rob Jetten (D66) heeft onlangs zijn eerste bestuurlijke meesterstuk afgeleverd. Niet een ontwerp voor een nieuwe klimaatwet, zoals hij eerder in de Tweede Kamer had aangekondigd, maar een Ontwerp Beleidsprogramma Klimaat (OBK), een gedetailleerde uitwerking van de klimaatplannen uit het Coalitieakkoord van het kabinet Rutte 4. Zie hier. De minister was in zijn haast vergeten dat Nederland sinds 2019 een Klimaatwet heeft en dat hij met zijn nieuwe klimaatplannen de regels van die wet moet honoreren. De nieuwe klimaatwet moet nog even wachten.

De klimaatplannen van de coalitie gelden binnen de bestaande Klimaatwet als een nieuw Klimaatplan dat voordat het in het parlement kan worden behandeld een uitgebreid advies- en consultatietraject moet doorlopen. De Raad van State gaat het plan beoordelen op haalbaarheid,  interne consistentie en samenhang, rechtsstatelijkheid en nog veel meer. Daarnaast wordt het plan ter inzage gelegd via www.internetconsultatie.nl zodat iedereen die dat maar wil schriftelijke bezwaren tegen het plan kan indienen, de zogeheten Zienswijzen.

Doordesemd van een diep doorleefd crisis- en urgentiegevoel

Naar verwachting zal de minister in de herfst de definitieve versie van het OBK naar het parlement sturen met daarin verwerkt het advies van de Raad van State en de binnengekomen Zienswijzen. Na goedkeuring kan het nieuwe klimaatbeleid in gang worden gezet, inclusief de voorbereidingen voor een nieuwe klimaatwet. Die wet zal dan ook weer hetzelfde advies- en consultatietraject moeten doorlopen. Als alles meezit zal de nieuwe klimaatwet eind 2023 zijn definitieve beslag krijgen, ruim anderhalf jaar later dan de minister in zijn enthousiasme had voorzien.

Het OBK is een lijvig document van in totaal 134 pagina’s. Het is een typisch Haagse beleidsnota, niet of nauwelijks te volgen voor niet-ingewijden en geschreven in een bij vlagen even vermakelijk als ondoorgrondelijk bestuurlijk jargon. Het stuk is van A tot Z doordesemd van een diep doorleefd crisis- en urgentiegevoel.

Nederland wordt in 30 jaar totaal verbouwd

Het verhaal is welbekend. De door de mens veroorzaakte uitstoot van CO2 warmt de aarde in hoog tempo op met als gevolg dat de mensheid in een levensbedreigende klimaatcrisis terecht is gekomen. Overal op aarde zijn de gevolgen van de gevaarlijke klimaatverandering zichtbaar en voelbaar. Het Europese Parlement heeft niet voor niets al in 2019 de noodtoestand uitgeroepen voor het klimaat in de wereld. En nog onlangs heeft de secretaris-generaal van de VN een Code Rood voor de Mensheid afgekondigd. Het is kortom ‘do-or-die’, alleen een draconische vermindering van de CO2-uitstoot zal het tij nog kunnen keren.

En draconische maatregelen is precies wat minister Jetten in zijn Klimaatplan voor ogen staat. Nederland zal in een periode van krap 30 jaar totaal worden verbouwd. De gehele energie-infrastructuur gaat op de schop. Het land en de omringende zee komen vol te staan met windmolens en zonneparken en hier en daar wat kerncentrales.

De bestaande land- en tuinbouw krimpt tot een fractie van wat het nu is. Alle woningen en gebouwen worden ingrijpend gerenoveerd en klimaatbestendig gemaakt. Transport van goederen en personen wordt volledig geëlektrificeerd. CO2-uitstotende industrieën verdwijnen en maken plaats voor klimaatvriendelijke nijverheid.  

Grenzeloze zelfoverschatting

De overgang naar een klimaatbestendige samenleving zal grote offers vragen. Iedereen gaat het merken en voelen. Maar nieuwe kansen zullen opdoemen en aan het eind van de rit ligt een brede welvaart voor een ieder in het verschiet. Als het aan de minister ligt moet Nederland bij de klimaatkoplopers van Europa gaan behoren. Die ambitie is wel wat afgezwakt want in het Coalitieakkoord moest Nederland nog wereldkampioen klimaat worden.

Het nieuwe Klimaatplan is niet alleen ongekend ambitieus, het getuigt ook van een aandoenlijke naïviteit en een grenzeloze zelfoverschatting. Nederland gaat het klimaat en de bedreigde aarde wel eventjes redden. Klimaatverandering is een groot mondiaal probleem, dat staat buiten kijf. Maar doen alsof Nederland daar ook maar enige invloed op heeft is een miskenning van de aard van het probleem.

Uitstootdoelen worden aangescherpt

Op wereldschaal stelt de Nederlandse uitstoot van CO2 helemaal niets voor; als Nederland abrupt zou stoppen met het uitstoten van CO2 zal dat de mondiale temperatuur van de aarde niet meetbaar beïnvloeden. Natuurlijk moet Nederland een proportionele bijdrage leveren aan de beteugeling van de opwarming van de aarde en misschien wel iets meer. Maar dat betekent nog niet dat Nederland voorop moet lopen met een peperduur, ondoordacht, overhaast, buitenproportioneel en ineffectief klimaatbeleid.

In het nieuwe Klimaatplan worden de bestaande, niet misse uitstootdoelen flink aangescherpt. De huidige Klimaatwet van 2019 gaat uit van een uitstootvermindering van 49% in 2030 en van 95% in 2050, ten opzichte van de uitstoot in 1990. De nieuwe streefdoelen worden 55% in 2030 en 100% in 2050 en zullen in de nieuwe Klimaatwet worden verankerd.

Buiten de wet om zal de minister een hoger ‘operationeel’ doel gaan hanteren van 60% in 2030 met als reden dat de 55% kost-wat-kost moet worden gehaald. Een merkwaardige constructie die duidelijk de sporen vertoont van een politiek compromis. Het is hetzelfde als in de wet een maximum-snelheid van 100 km/uur vastleggen maar de politie al boetes laten uitschrijven bij 80 km/uur.   

Waarom klimaatneutraal in 2050?

De aangescherpte uitstootdoelen en de verdeling van de uitstootvermindering over de diverse sectoren van de samenleving komen uitgebreid aan de orde in het OKB. Gek genoeg vermeldt het OKB nergens waarom de uitstootdoelen zo nodig moeten worden aangescherpt. Ja, de minister wil dat Nederland uiterlijk in 2050 klimaatneutraal zal zijn. Maar klimaatneutraliteit kun je ook bereiken in 2090, om maar een willekeurig jaartal te noemen.

Waarom nou juist in 2050? Dat is omdat de minister vindt – maar nergens zegt – dat de opwarming van de aarde beperkt moet blijven tot 1,5°C ten opzichte van het niveau van voor de industriële revolutie. Dat is het primaire doel van het klimaatbeleid van het kabinet Rutte 4. En daarbij horen als afgeleide doelen, volgens de minister, een uitstootvermindering in 2030 van 60% en een netto-nul uitstoot in 2050.

Die 1,5°C is de absolute ondergrens van het Akkoord van Parijs uit 2015. In dat Akkoord hebben de landen van de wereld afgesproken de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2°C en als het even kan tot 1,5°C. In het hele OBK-stuk komt het Akkoord van Parijs niet ter sprake. Wel komt 1,5°C driemaal voor, ergens halverwege, maar in een geheel andere context.

Net Zero-beweging

Je zou toch verwachten dat in een stuk over het klimaatbeleid voor de komende 10 jaar de overkoepelende doelstelling van dat beleid, de 1,5°C, uitgebreid aan de orde zou komen of op zijn minst zou worden genoemd. Maar nee. Misschien is het 1,5°C-doel voor de minister intussen zo vanzelfsprekend geworden dat het niet nog eens apart vermeld hoeft te worden. Het kan natuurlijk ook dat de minister nattigheid voelt en probeert de 1,5°C onder de pet te houden.  

Minister Jetten sluit zich met het 1,5°C-doel geheel aan bij de ideologische Net-Zero-beweging. Dat is een stroming die is ontstaan eind 2018 na de publicatie van het SR15-rapport van het VN Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) over de haalbaarheid van de 1,5°C grens uit het Akkoord van Parijs.

Voorstanders van een rigoureus klimaatbeleid hebben het SR15-rapport toen aangegrepen om de 1,5°C grens voor te stellen als een de facto kantelpunt waar de wereld hoe-dan-ook onder moet blijven. Zo niet dan zal dat catastrofale gevolgen hebben voor de aarde en de mensheid. En om weg te blijven van dat kantelpunt moet, volgens de Net-Zero beweging, de wereld per 2050 klimaatneutraal zijn en mag er dus vanaf dat moment geen netto CO2 meer worden uitgestoten. Door de exclusieve focus op de 1,5°C is de bovengrens van het Akkoord van Parijs (ruim onder de 2°C) geheel uit het vizier verdwenen.

Opwarmingsgrens van 1,5°C is geen wetenschappelijke maar politieke keuze

De Net-Zero beweging heeft vooral in Noord-Amerika en Europa wortel geschoten en is daar uitgegroeid tot een brede maatschappelijke stroming. Op de G7-top in juni 2021 in het Verenigd Koninkrijk hebben de leiders van de rijke landen nog eens eensgezind hun steun betuigd aan de 1,5°C grens en aan het stoppen van de CO2-uitstoot in 2050.

Onder de fervente aanhangers van Net-Zero in Nederland bevinden zich onder andere de politieke partijen GroenLinks en D66, de kwaliteitsmedia NRC, Trouw en NOS, het overgrote deel van de door de staat gefinancierde klimaatwetenschappers, de gehele bancaire sector onder aanvoering van De Nederlandsche Bank, alle grote pensioen- en beleggingsfondsen en een groot deel van het bedrijfsleven. Ook de mega uitstoter Shell heeft zich in een recente tegen het bedrijf aangespannen rechtszaak bekend tot Net-Zero.

Voor alle duidelijkheid en misschien ten overvloede, de opwarmingsgrens van 1,5°C is een politieke keuze en niet de maximale opwarming die de klimaatwetenschappers van het IPCC nog acceptabel vinden, zoals adepten van Net Zero met enige regelmaat beweren. Er bestaat geen wetenschappelijk vastgestelde, kritieke grens die onder geen beding mag worden overschreden. Het IPCC is beleidsneutraal en schrijft geen beleidsdoelstellingen voor. Beleid is het exclusieve domein van de politiek.

1,5°C doelstelling is praktisch onuitvoerbaar

Anno 2022 is het meer dan duidelijk dat de 1,5°C doelstelling nooit en te nimmer kan worden gehaald. Daar zijn twee heel goede argumenten voor aan te voeren: de praktische uitvoerbaarheid van klimaatneutraliteit in 2050 en de geopolitieke realiteit van de CO2-uitstoot.

Allereerst de praktische uitvoerbaarheid. Klimaatneutraliteit in 2050 betekent dat de energievoorziening in de wereld in minder dan 30 jaar een volledige transformatie moet ondergaan van meer dan 80% fossiel naar 100% fossiel-vrij. Dat is een totaal onrealistisch tijdpad, ingegeven door wensdenken van ambitieuze politici, op de huid gezeten door een radicale klimaatbeweging en activistische klimaatwetenschappers.

Zij zouden zich eens moeten verdiepen in het werk van de Canadese emeritus-hoogleraar Vaclav Smil. Zijn recent verschenen boek How the World Really Works: The Science Behind How We Got Here and Where We’re Going is één grote reality check en een must-read voor iedereen die op stel en sprong het mondiale energiesysteem wil veranderen. Nederlands meest gewilde talkshow-gast, de historicus Maarten van Rossem, heeft er een onderhoudende podcast aan gewijd. Warm aanbevolen. Zie hier.

1,5°C doelstelling is geopolitiek irreëel

Het argument van de praktische uitvoerbaarheid zal bij overtuigde aanhangers van de Net-Zero beweging misschien weinig weerklank vinden. Een noodtoestand vraagt nu eenmaal om kordaat optreden en waar een wil is, is een weg, hoe moeilijk ook. Maar met het argument van de geopolitieke realiteit van de CO2-uitstoot ligt het anders. Daar valt weinig of niets tegen in te brengen.

De redenering gaat aldus. De rijke landen, goed voor eenderde van de mondiale uitstoot, zijn zeer begaan met de gevaren van de mondiale klimaatverandering en willen de opwarming van de aarde beperken tot 1,5°C en bijgevolg de uitstoot terugbrengen naar nul in 2050. De opkomende landen met China en India als belangrijkste vertegenwoordigers, goed voor tweederde van de mondiale uitstoot, erkennen het klimaatprobleem en willen ook hun uitstoot naar nul terug brengen, maar alleen niet in hetzelfde tempo als de rijke landen.

China streeft, vooralsnog op papier, naar een maximum in de CO2-uitstoot in 2030 en vervolgens naar een nul uitstoot in 2060. India heeft toegezegd te streven naar klimaatneutraliteit in 2070, mits de rijke landen financieel bijspringen. Gegeven die toezeggingen is het onbestaanbaar dat de wereld in 2050 klimaatneutraal zal zijn en dus dat de opwarming de 1,5°C  niet zal overschrijden. Dat is een geopolitieke realiteit.

Illustratie van de geopolitieke realiteit

Die geopolitieke realiteit kan met een simpele rekensom worden geïllustreerd. We gaan uit van twee grote landenblokken: de rijke landen en de opkomende landen. We nemen heel optimistisch aan dat de rijke landen inderdaad hun uitstoot (eenderde van de mondiale uitstoot) naar nul terug zullen brengen in 2050 en dat doen volgens een eenvoudige rechte lijn.

Vervolgens nemen we aan, ook heel optimistisch, dat de opkomende landen hun uitstoot (tweederde van de mondiale uitstoot) gelijk houden tot aan 2030 en daarna afbouwen volgens een rechte lijn naar nul in 2070. De totale mondiale uitstoot is dan eenvoudig de som van de uitstoot van de twee afzonderlijke landenblokken.

De onderstaande grafiek laat zien hoe de mondiale uitstoot er dan uitziet. Op de verticale as staat de uitstoot als percentage van de mondiale uitstoot in 2020 en op de horizontale as de tijd in jaren.  De oranje lijn geeft de uitstoot van de rijke landen aan en de donkergrijze die van de opkomende landen. De blauwe lijn staat voor de mondiale uitstoot, de som van de uitstoot van de rijke en opkomende landen.

De mondiale uitstoot neemt vanaf 2020 tot 2030 af dankzij de sterke uitstootreductie in de rijke landen. Van 2030 tot 2050 is de uitstootvermindering het sterkst doordat zowel de rijke landen als de opkomende landen hun uitstoot reduceren. De uitstoot van 2050 tot 2070 wordt geheel bepaald door de uitstootvermindering in de opkomende landen. Het tempo van die vermindering is aanzienlijk groter dan dat van de rijke landen in de periode 2020 tot 2050.

In 2100 ligt de opwarming rond de 2°C

In de grafiek staan ook nog twee groen-gestreepte lijnen. Dat zijn referentielijnen: uitstootpaden die horen bij een maximale opwarming van 1,5 en 2°C, onder de aanname dat de uitstoot volgens een eenvoudige rechte lijn daalt naar nul. Die nul uitstoot ligt vast door de mondiale uitstoot in 2020 en het beschikbare CO2-budget voor een opwarming van 1,5 en 2°C. De uitstoot in 2020 is 40 GigatonCO2. Het CO2 budget per 01-01-2020 is 500 GigatonCO2 voor 1,5°C en 1350 GigatonCO2 voor 2°C. Bron: IPCC. Voor het 1,5°C pad valt de nul uitstoot dan in 2045 en voor het 2°C pad in 2087,5.

Het optimistische mondiale pad ligt tussen de twee groene paden en zal in 2070 tot een opwarming leiden van 1,8°C. In werkelijkheid zal de nul uitstoot later worden bereikt en de opwarming dichter in de buurt van de 2°C komen te liggen of zelfs daarover heen schieten. Dat is geheel in lijn met de recent door klimaatwetenschappers geschatte opwarming in 2100 van rond de 2°C als wordt aangenomen dat alle landen hun CO2-reductie toezeggingen tijdens de laatste VN klimaatconferentie in Glasgow eind vorig jaar tot op de letter zullen nakomen. Zie hier (achter betaalmuur).

Hoe gaat minister Jetten zich hieruit redden?

Leuk of niet, het is uitgesloten dat de wereldwijde opwarming kan worden beperkt tot 1,5°C. Niettemin komt het kabinet Rutte 4 met een uiterst ambitieus en kostbaar Klimaatplan dat bedoeld is om de wereldwijde opwarming te beperken tot 1,5°C. Daar wringt duidelijk iets.

Het is nu allereerst aan de Raad van State het OBK op zijn merites te beoordelen. Dat oordeel zal naar verwachting niet in alle opzichten gunstig uitvallen. Een evident onhaalbare doelstelling opnemen als uitgangspunt van beleid en verankeren in een wet is natuurlijk uit den boze. Het is ondenkbaar dat de Raad van State dat zal toejuichen. Zonder enige twijfel zal dit bezwaar ook naar voren komen in de Zienswijzen die de publieke consultatie zal opleveren.

Hoe gaat minister Jetten zich hieruit redden? In eerdere media uitlatingen heeft de minister parmantig beweerd dat hij het niet meer wil hebben over ‘haalbaar en betaalbaar’. Volgens de minister zijn we inmiddels in de doe-fase van de klimaatcrisis beland en gaat het nu uitsluitend om de uitvoering van de gekozen CO2-reductiedoelen.

Maar zo gemakkelijk komt de minister daar natuurlijk niet mee weg. Geheel volgens de regels van het democratische spel zal hij de bedenkingen en bezwaren tegen het voorgestelde Klimaatplan, en wel in het bijzonder tegen het overkoepelende 1,5°C doel, expliciet en overtuigend moeten weerleggen. Dat lijkt een onmogelijke opgave.

Ga uit van minder stringente Merkel-norm van 2°C

Volgens de wetten van de logica is er maar één uitweg voor de minister: uitgaan van een minder stringente opwarmingseis bijvoorbeeld de aloude Merkel-norm van 2°C van voor 2015. Met de 2°C kan hij dan mooi aansluiten bij de nieuwe onderhandelingsstrategie die de rijke landen met elkaar hebben afgesproken voor de komende VN Klimaatconferentie in de Egyptische badplaats Sharm el Sheikh later dit jaar: niet meer blijven zeuren over de 1,5°C maar landen houden aan de in Glasgow gedane toezeggingen. Dat betekent in feite dat de rijke landen de 1,5°C norm opgeven en terugvallen op de Merkel-norm van 2°C. Zie hier.

Afstappen van het illusoire 1,5°C-doel betekent wel dat ook alle op de 1,5°C geënte CO2-uitstootdoelen in het OBK gewijzigd moeten worden. Met een meer realistisch opwarmingsdoel van 2°C valt het moment van de netto-nul uitstoot rond 2090 in plaats van 2050. En de vermindering van de uitstoot in 2030 kan navenant worden verlaagd, van de voorgenomen 60% naar hooguit 20%. Dat is goed nieuws, het klimaatbeleid kan dan worden bevrijd van opgewonden doemdenken en op een meer rationele leest worden geschoeid.

D66 moet weer pragmatisch worden

Het wordt een spannende nazomer voor het Nederlandse klimaatbeleid. De illusoire 1,5°C of de realistische 2°C, dat is de vraag. Het antwoord ligt in handen van de partij van minister Jetten, de drijvende kracht achter het radicale en weinig realistische klimaatbeleid van Rutte 4. Kan D66 zich los maken van de ideologie van de Net-Zero beweging? Voor een partij die ooit pragmatische politiek wilde bedrijven met de ratio als uitgangspunt (‘Het Redelijk Alternatief’) moet dat toch te doen zijn.

We vallen u er zo weinig mogelijk mee lastig. Maar het is natuurlijk wel waar: Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Mogen we u noteren? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!