Asiel: Waar bleef het plan-Buma? En de motie-Dijkhoff?

tekening-rene-van-asselt

Ambtenaren van Justitie bedrogen niet alleen de Tweede Kamer, maar ook de eigen staatssecretaris Mark Harbers. Het staat niet op zichzelf. De Haagse bureaucratie houdt steevast daadkracht bij immigratie en asiel tegen. Want waar blijft het plan-Buma? En de motie-Dijkhoff? ‘Het is echt Justitiemaffia daar.’

Het derde kabinet-Rutte beloofde twee jaar geleden om uit te zoeken of het asielverdrag van Genève uit 1951 niet bij de tijd moet worden gebracht. Dat verdrag was immers bedoeld voor al die Europeanen die na de Tweede Wereldoorlog ronddoolden over het continent. Inmiddels is het vooral een ticket voor niet-Europeanen om naar Europa te komen.

Want ‘Genève’ geldt inmiddels voor alle wereldburgers. Sterker nog: het geldt voor alle niet Europeanen, die zo asielrechten kunnen krijgen in de Europese Unie. Want het mag zo zijn dat er tientallen miljoenen ontheemden zijn in de wereld, maar nergens hebben ze de rechten die ze in de Europese Unie krijgen.

Ook een land als Turkije, dat de laatste jaren enkele miljoenen vluchtelingen heeft toegelaten, kent niet het asielrecht dat Afrikanen en Aziaten wel in de landen van de Europese Unie hebben.

Dat Geneefse verdrag moet dus bij de tijd worden gebracht, zei Sybrand Buma van het CDA. Hij kreeg er naar eigen zeggen zelfs steun voor van zijn Europese partijgenote Angela Merkel. En zo belandde het ook in het regeerakkoord van RutteDrie. Nederland zou het voortouw nemen bij de herziening van het asielverdrag, dat het belangrijkste juridische houvast is voor allen die hun heil in Europa wensen te zoeken. Maar Buma is naar Leeuwarden vertrokken en niemand heeft het er meer over, ook in zijn eigen CDA kennelijk niet meer.

Hoe staat het met het plan-Buma?

Ik heb dit voorjaar maar eens aan de ambtenaren van toenmalig VVD-staatssecretaris Mark Harbers gevraagd hoe het er mee stond, met die toezegging uit het regeerakkoord. Het was in de dagen dat Harbers werd belogen door zijn eigen ambtenaren en daar uiteindelijk reden in zag om af te treden.

Hoe dan ook, ik kreeg te horen – anderhalf jaar zat het kabinet er, inmiddels – dat Harbers’ ambtenaren ‘onderzoeken of afstemming met ‘’like minded states’’ opportuun is.’ ‘Door het verrichten van een voorstudie verkennen we de mogelijkheden.’ Bij het ministerie van Justitie zou ‘naar verwachting binnen enkele maanden nadere informatie’ volgen.

Zo’n ministerie doet er dus anderhalf jaar over om voorstudie te doen naar het verkennen van de mogelijkheden om eventueel af te stemmen met andere landen dat Nederland wil onderzoeken dat het Geneefse verdrag moet worden herzien. Als dat al niet riekt naar sabotage dan is het gewoon sabotage.

Ankie Broekers-Knol

Maar jawel hoor, op 14 oktober zei de nieuwe VVD-staatssecretaris van asiel en aanverwanten, Ankie Broekers-Knol, dat ‘het voornemen van het kabinet om onafhankelijk onderzoek naar het VN-Vluchtelingenverdrag 1951 te laten doen’ ‘inmiddels uitvoering’ krijgt. Dat is dus twee jaar nadat het kabinet aantrad.

Volgens het kabinet kostte het nogal wat tijd om in binnen- en buitenland expertise ‘op het gebied van vreemdelingenrecht en Europese regelgeving’ op te doen. Dat is op zich al verbazingwekkend. Als we die kennis in Nederland niet in huis hebben, hoe functioneert het vreemdelingenrecht dan überhaupt in Nederland?

Maar daar blijft het niet bij, want het kabinet gaat nu echt haast maken. Let maar op: ‘Er wordt op dit moment een voorstudie verricht ter nadere afbakening van de vraagstelling. Beoogde afronding van het onderzoek is gepland voor eind 2020.’

En eind 2020, dan is het kabinet – als het de eindstreep al haalt – met andere dingen bezig. Dat Nederland het asielverdrag onder de loep zou nemen is dan een papieren tijger geworden. Precies zoals, zoals te vrezen valt, de bedoeling was van de ambtelijke betrokkenen – en wellicht van sommige politici bovendien.

En hoe staat het met de motie-Dijkhoff?

Nu heeft het kabinet RutteDrie op immigratiegebied nog een ijzer in het vuur. In de dagen na Prinsjesdag 2018 werd in de Tweede Kamer de motie-Dijkhoff aangenomen, waarin het kabinet de opdracht kreeg de bevolkingsontwikkeling voor de komende decennia onder de loep te nemen. Aanleiding waren publicaties van Paul Scheffer, Jan van de Beek en Jan Latten, waarin ze de snel toenemende bevolking (vrijwel geheel door immigratie) en alle ingrijpende gevolgen belichtten.

De uitvoering van de motie werd door het kabinet in handen gegeven van D66-minister Wouter Koolmees, onder wiens leiding ‘immigratie’ als bepalend element al gauw uit het onderzoek verdween. Het demografisch instituut NIDI kreeg de coördinatie bij het onderzoek maar zag naar eigen zeggen geen probleem in de bevolkingsgroei door immigratie. Dat moet koren op de molen van D6-minister Koolmees zijn, want zijn partij wil helemaal geen probleem zien in welke immigratie dan ook – hooguit in te weinig immigratie.

Wouter Koolmees

Enfin, ik heb de medewerkers van Koolmees ook maar eens gevraagd hoe het gaat. Eind mei van dit jaar waren niet minder dan zes ‘planbureaus’ ‘een brede verkenning’ aan het uitvoeren ‘over de gevolgen van het samenleven in Nederland in de breedste betekenis’. ‘Migratie wordt daarbij als beïnvloedende factor ook meegenomen’.

Het ging dus niet meer om immigratie als centraal thema, het was naar de zijkant gemanoeuvreerd als ‘beïnvloedende factor’. En haast had Koolmees’ ministerie ook niet: ‘Wij vinden dit een belangrijk vraagstuk en geven de tijd aan de planbureaus voor een zorgvuldige analyse’. Ademt dat urgentie? Nou, nee.

In het najaar vroeg ik nog maar eens of het al opschoot, met dat onderzoek naar bevolking en immigratie dat nu kennelijk over ‘samenleven in Nederland’ zou gaan. Welnu: het onderzoek bestond nu uit twee fasen, zo werd mij gemeld. Een inventarisatie van beschikbare ‘toekomstverkenningen’ was inmiddels voltooid. En: ‘Omdat de inventarisatie breed van opzet is, is in overleg met de planbureaus besloten de eerste fase uit te breiden (…) Dit onderdeel maakte oorspronkelijk deel uit van de tweede fase.’

Zo gaat het dus in Nederland, als er pogingen worden gedaan riskante immigratiestromen in te tomen, of na te gaan wat de gevolgen van de bevolkingsgroei door immigratie zijn. Het grootste thema van het naoorlogse Nederland wordt weggestopt, weggelogen, gesaboteerd. Want de leiding van de Nederlandse bureaucratie wil het er niet over hebben.

En waar bleef het ‘ingroeimodel’?

Het doet mij denken aan een eerdere poging van de Tweede Kamer om iets te doen aan – de gevolgen van – ongewenste immigratie. In september 2004 nam de Tweede Kamer een motie aan van de regeringspartijen CDA, VVD en D66, die ook ondersteund werd door oppositieleider Wouter Bos (PvdA). De kern van de zaak: het kabinet moest kijken of de uitkeringsmigratie naar Nederland kon worden verminderd, onder meer door immigranten pas na verloop van tijd sociale rechten te geven.

Ik sprak Wouter Bos daar een klein jaar later weer over. De wil van de Kamer was misschien niet helemaal genegeerd, maar wel getraineerd. Als er al iets werd gehoord uit de ministeries, waren het flauwe uitvluchten. Het rook naar onwil.

Ik vroeg Wouter Bos in 2005 wat hij er van dacht dat de hele motie over het ‘ingroeimodel’ voor immigranten binnen het tweede kabinet-Balkenende was gesmoord. Bos liet er geen misverstand over bestaan hoe hij daar over dacht en wie hij als schuldige zag.

Bos: ‘Het is de Justitiemaffia. Het is ècht Justitiemaffia daar. Ministers constateren altijd maar weer dat als ze iets willen veranderen, het niet mag van Justitie, omdat er een wet of een verdrag in de weg zit. Dat je wetten ook kunt veranderen en over verdragen kunt onderhandelen, komt kennelijk niet bij hen op. Achter het ‘’niet kunnen’’ blijkt heel vaak het ‘’niet willen’’ schuil te gaan.’

Wouter Bos als Kamerlid

Dat was dus in juni 2005. We zijn meer dan 14 jaar verder. Van het ingroeimodel voor immigranten in de sociale zekerheid hebben we nooit meer iets gehoord. Als Nederland het nu al zou willen, kan het niet meer door beperkingen die vanuit Brussel zijn opgelegd.

Alle kans dat het met het herzien van het Geneefse asielverdrag en het onderzoek naar bevolkingsgroei door immigratie dezelfde kant op gaat. Als de zorgen van de bevolking over immigratie al doordringen tot de Tweede Kamer, zijn het wel ambtenaren die het uit beeld weten te masseren.

Nepnieuws, dat lukt wel

NRC Handelsblad onthulde dat Mark Harbers die dit voorjaar aftrad als staatssecretaris, omdat onder zijn verantwoordelijkheid de Kamer was misleid over misdaadcijfers onder asielzoekers, op zijn beurt ook was voorgelogen. Hij werd met opzet voorgelogen door zijn eigen ambtenaren op het ministerie van Justitie, omdat de cijfers over zedendelicten en poging tot doodslag hen niet goed uitkwamen. Die ambtenaren produceerden dus willen en wetens nepnieuws.

Het produceren van nepnieuws door de Haagse bureaucratie, dat zou wel eens meer schering en inslag kunnen zijn. Daar horen zelfs beweringen over het bestaan van nepnieuws bij, zo weten we nu (dat was namelijk nepnieuws van minister Kajsa Ollongren). Maar ook minister Ank Bijleveld van Defensie wordt achtervolgd door nepnieuws (gelogen ontkenningen) van haar voorgangster Jeanine Hennis.

Maar als het om asiel en migratie gaat, dan heeft de Haagse bureaucratie – ‘de justitiemaffia’, zoals Wouter Bos zei – een vaste lijn. Als er al eens politieke daadkracht is bij het in kaart brengen of het intomen van immigratie, dan wordt die daadkracht steevast getraineerd. Net zo lang, tot ook de daadkracht zelf uit beeld is verdwenen.