Basisinkomen: slecht idee, nare maatschappij

demontratie-voor-basisinkomen
Eind vorig jaar werd in Amsterdam en andere steden een demonstratie voor het basisinkomen gehouden.

Kent u het oude socialistische principe nog? Van iedereen naar vermogen, voor iedereen naar behoefte. Ja, in de goede oude tijd werd nog onderscheid gemaakt tussen behoeftige mensen, die hulp verdienen, en vermogende mensen, die hulp moeten geven. Dat is uit de mode. Het nieuwe socialisme, in de vorm van het basisinkomen, houdt in dat iedereen gewoon geld krijgt, of men dat nu nodig heeft of niet. Van wie? ‘De overheid’. Dus ook: van iedereen.

Zie daar het principe van het nieuwe socialisme: ‘Van iedereen, voor iedereen’.

Hoe serieus moeten we dit nemen? Ik heb het uitgebreid gecheckt, bij allerlei bronnen, maar het is echt zo: de voorstanders van het basisinkomen vinden dat niet alleen de armen gratis geld moeten krijgen, maar ook de rijken. Ook Matthijs van Nieuwkerk en Jantje Smit en Marcel Boekhoorn en niet te vergeten Mister Basisinkomen, Rutger Bregman himself, zouden een uitkering moeten krijgen.

Een bizar idee, dat niettemin brede ingang heeft gevonden in verlichte kringen. Toegegeven, de kans dat het basisinkomen ooit in Nederland zal worden ingevoerd is niet erg groot. De grote politieke partijen staan er niet om te springen, alleen D66 heeft weleens aangegeven ‘ruim baan’ te willen geven aan ‘experimenten’ met ‘een basisinkomen’.

Onuitroeibaar populair

Toch is het basisinkomen populair, onder jongeren, op feestjes en partijen, en er wordt op hoog niveau over gesproken, bijvoorbeeld ‘bij het World Economic Forum in Davos, in Silicon Valley, binnen de Democratische Partij in de VS, de Engelse Labour Party’, zoals Bregman meldt. En omdat socialistische ideeën de neiging hebben om steeds weer in allerlei vormen de kop op te steken, ook al blijken ze altijd desastreus uit te pakken, is het toch de moeite waard om deze jongste spruit van Karl Marx aan een korte analyse te onderwerpen.

Eerst de praktische kant van de zaak. Je kunt het basisinkomen op verschillende manieren vorm geven. Thomas Piketty (u weet wel, die neo-Marxist uit dat o zo kapitalistische land, Frankrijk, waar de staat zich volledig heeft teruggetrokken uit de economie, waardoor het daar zo slecht gaat), stelde onlangs voor iedere 25-jarige €120.000 te geven. Jammer als je net 26 bent geworden. In Trouw kwam ene Bert Mulder nog niet zo lang geleden met het voorstel om volwassenen vanaf 21 jaar €1200 per maand te geven, scholieren en studenten €600 en kinderen €300. Dat lijkt me redelijker, want echt universeel.

Kosten: honderd miljard

Als we het zouden doen zoals Mulder het voorstelt, dan leert een kleine rekensom op basis van CBS bevolkingscijfers dat dit €207 miljard per jaar zou kosten. De totale staatsuitgaven bedragen op dit moment zo’n €370 miljard, maar daarvan gaat €84 miljard naar sociale zaken en werkgelegenheid, een post die dan overbodig zou moeten worden. Met nog wat andere bezuinigingen erbij, bijvoorbeeld op de gemeentelijke uitgaven, kom je uit op rond €100 miljard aan extra uitgaven om het basisinkomen mogelijk te maken.

Waar moet dat geld vandaan komen? Daar geeft Mulder geen expliciet antwoord op. Hij is niet de enige. Als je naar presentaties luistert van basisinkomen-enthousiastelingen (zoals deze van Joeri Oltheten) dan komen ze nooit verder dan: ‘de overheid’. Waar haalt de overheid geld vandaan? Er zijn eigenlijk maar twee opties. Ten eerste: belastingheffing. Stel je haalt het uit de inkomstenbelasting. Dan krijgen de 4,4 miljoen scholieren, studenten en kinderen in Nederland gratis geld, en de 12,9 miljoen volwassenen in Nederland moeten gemiddeld €1330 per maand gaan betalen. Dit om een uitkering te krijgen van €1200 per maand! Zoiets heet ook wel een sigaar uit eigen doos.

Laat de bedrijven betalen!

Je kunt ook het bedrijfsleven gaan belasten. Onze bedrijven krijgen dan een belastingverhoging van €100 miljard voor hun kiezen (per jaar, elk jaar weer, €1000 miljard in tien jaar). Dat zal vele bedrijven de das omdoen of de grens over jagen en zelfs de bedrijven die zouden overleven, zouden hun prijzen moeten verhogen om hun winstgevendheid op peil te houden. Dit zou leiden tot inflatie en een dramatisch verlies aan werkgelegenheid en welvaart. Daarmee wordt de zekerheid die het basisinkomen zou moeten bieden weer ondermijnd, want de hele economie wordt erdoor ondermijnd.

De tweede mogelijkheid – en ik vermoed dat de voorstanders van een basisinkomen hier stiekem op rekenen, voor zover ze überhaupt rekenen – is dat je het geld gewoon laat drukken door de centrale bank en het digitaal stort op onze rekeningen. Een heerlijke oplossing, waarbij niemand hoeft pijn te lijden. We besluiten gewoon dat we met zijn allen voortaan genoeg inkomen hebben om in al onze levensbehoeften te voorzien!

Geld uit het niets toveren

Te mooi om waar te zijn? Inderdaad. Het feit dat we allemaal meer geld hebben, wil nog niet zeggen dat we rijker zijn geworden. Ja, wel rijker in termen van geld, maar niet welvarender: we hebben niet ineens meer goederen en diensten tot onze beschikking om in onze behoeften te voldoen. Er komen niet meer broden of bakovens of windmolens of ziekenhuizen of vakantiereizen of auto’s of pianolessen of onderwijzers of klaslokalen bij, alleen maar omdat we een heleboel geld uit het niets toveren en dat aan onszelf overmaken.

Als dat wel zo was, hoefde je je ook niet tot 1200 euro per maand te beperken. Maak gewoon iedereen meteen miljonair! Dat doen we niet, omdat we weten dat er dan hyperinflatie ontstaat. Maar voor die 100 miljard per jaar die je erbij drukt geldt in principe hetzelfde. Als mensen dat geld gaan besteden zal dat de prijzen navenant opjagen. En juist voor de mensen met het minste geld pakt dit het slechtste uit. Zij krijgen weliswaar 1200 euro per maand, maar dat geldt ook voor alle andere mensen die welgestelder zijn. Die zullen die 1200 euro eerder als extraatje beschouwen en het gaan uitgeven. Dat zal de prijzen opdrijven, waardoor degenen die het met die 1200 euro moeten doen weer in de problemen zullen komen. Het enige dat je hebt bereikt is dat je mensen op papier een inkomen hebt gegeven waar ze in de praktijk niks aan hebben.

Hoe redelijk is dit?

Genoeg gerekend – hoe zit het met het morele verhaal? De basisinkomen-socialisten blazen moreel hoog van de toren. Voor hun is het basisinkomen een kwestie van Rechtvaardigheid. ‘Alle land en natuurlijke hulpbronnen’, zegt Bregman, zijn ‘van ons allemaal … en degenen die daar een claim op doen [moeten] de rest van de bevolking een vergoeding betalen … Het is geen gunst, geen uitkering. Het is gewoon dividend. Iedereen heeft recht op een aandeel in het land.’

In de denkwereld van Bregman leveren ‘land en natuurlijke hulpbronnen’ blijkbaar automatisch inkomsten op. Als jij als boer een ‘claim’ legt op het land, zeg 80 uur per week werkt om voedsel te produceren, moet je Rutger Bregman en zijn vrienden een vergoeding betalen, niet als een gunst, maar omdat zij recht hebben op ‘een aandeel in het land’. Heel ingenieus.

Joeri Oltheter, een andere pleitbezorger van het basisinkomen, heeft een variant op deze rechtvaardiging. ‘We’ zijn ‘ongelooflijk rijk’, zegt hij. Dat hebben we volgens hem te danken aan ‘onze voorouders’. Aangezien we niet weten welke voorouder precies wat en hoeveel heeft geproduceerd, zegt Oltheter, moeten we onze welvaart eerlijk onder iedereen verdelen. Ook hij leeft blijkbaar in de veronderstelling dat we niets meer hoeven te doen om onze ‘ongelooflijke rijkdom’ in stand te houden.

Het moge duidelijk zijn dat het basisinkomen een door-en-door collectivistisch idee is. Er zijn ‘middelen’ die op de een of andere manier ‘door ons’ zijn voortgebracht en die moeten worden ‘herverdeeld’. Dat er een verband bestaat tussen het individuele geploeter van individuele mensen die door hard werken zichzelf en hun naasten onderhouden, is iets wat in de denkwereld van de basisinkomen-socialisten niet voorkomt.

De belangrijkste boodschap van het basisinkomen is heel simpel: je hoeft niet meer te werken om in je levensonderhoud te voorzien. Je kunt de bakker binnengaan en brood kopen, een televisie aanschaffen, een reisje boeken, pilsje drinken, zonder dat je er enige tegenprestatie tegenover hoeft te stellen. Tegenover het basisinkomen staat dus een basisstraf, die wordt opgelegd aan al die mensen die de middelen moeten voortbrengen en tijd moeten besteden aan het vervullen van de behoeften van degenen die geen zin hebben om zelf iets uit te voeren. Een leuke puberale fantasie misschien. Maar hoe moreel is dat?

Nee, zo zijn de mensen niet…

Oh, maar volgens de voorstanders van het basisinkomen zullen mensen heus niet van het systeem gaan profiteren. Zo zit de mens niet in elkaar. Nee, iedereen kan juist zinvoller werk gaan doen. (‘Een bedrijfje starten.’) Ongetwijfeld ja: mensen zullen meer gaan doen waar ze zin in hebben. Het vervelende alleen is dat er ook heel veel taken moeten worden verricht waar de meeste mensen helemaal niet zoveel zin in hebben. De leerkracht die zich nu een slag in de rondte werkt om goed onderwijs te geven, zal ongetwijfeld nog wel les blijven geven, maar liever wat minder uren. De bakker zal ongetwijfeld brood blijven bakken, maar dan wel wat later op de dag en liefst ook niet op maandagmorgen.

Ironisch genoeg zullen juist de mensen met de laagste inkomens het meest lijden onder dit systeem. Zij zullen veel minder dan nu profiteren van de arbeidsproductiviteit van mensen met hogere inkomens – omdat die laatste groep minder zal gaan werken. Dat het basisinkomen sowieso slecht zal uitpakken voor de laagste inkomens is evident. Als je iedereen die het niet nodig heeft, een uitkering geeft, gaat dat onherroepelijk ten koste van de mensen die het wel nodig hebben.

Invoering van het basisinkomen zit er in Nederland misschien niet in, maar alleen al de acceptatie van het idee erachter, zal desastreus zijn voor de mentaliteit van mensen. Het zal niet leiden tot een samenleving met deugende mensen die allemaal hun beste beentje zullen voorzetten voor elkaar, maar tot een maatschappij vol met in de watten gelegde handophouders die vinden dat ze ‘recht’ hebben om te worden onderhouden door ’de maatschappij’.

Het tragische is dat vele goedwillende mensen zich door het idee van het basisinkomen laten misleiden. Ze denken dat het een sociaal plan is, terwijl het in werkelijkheid asociaal is. Dat is waarom het socialisme ook maar niet wil doodgaan, omdat mensen blijven geloven dat het iets sociaals is.

Volgens mij houdt een echt morele houding in dat je inderdaad dankbaar bent voor wat onze voorouders hebben opgebouwd, waardoor jij in staat bent om met veel minder inspanning dan in vroeger tijden in je levensonderhoud te voorzien, en dat je juist daarom met opgeheven hoofd zelf ook de schouders eronder zet, en als zelfredzaam, onafhankelijk en trots persoon de doelen bereikt die je je hebt gesteld. Waarbij je uiteraard de mensen die het echt zelf niet kunnen bolwerken, de helpende hand toesteekt.