CPB: kleurloze rekenmeesters

cpb
CPB

‘Fanatiek’ noemde Diederik Samsom zichzelf lang geleden. Hoe Ed Nijpels zichzelf zou willen beschrijven weet ik niet, maar daden spreken duidelijker dan woorden: hij was mede-verantwoordelijk voor de failliete Scheringa-bank en mocht daarna maar heel kort werken bij het pensioenfonds ABP omdat De Nederlandsche Bank haar veto uitsprak over zijn benoeming. Nu is het voor de toekomst van Nederland cruciaal om te beoordelen of Samsom zijn aangeboren fanatisme kan bedwingen en Nijpels heeft bijgestudeerd in boekhouden en economie. Zij samen hebben immers het grote klimaatplan gepubliceerd wat nu ter beoordeling is opgestuurd naar de planbureaus, waarvan het Centraal Planbureau (CPB) de zwaarste stem heeft.

In december 2018 bleek al dat Nederland diep is verdeeld. De Telegraaf en Elsevier Weekblad noemen het plan naief, extreem en veel te duur; aan de andere kant van het spectrum meldt dagblad Trouw dat veel lezers vinden dat hun krant voortaan advertenties voor vliegvakanties moet weigeren vanwege de CO2 uitstoot. De VVD krijgt al spijt van haar steun in het regeerakkoord voor dit dure klimaatbeleid, maar misschien alleen voor de vorm en tot aan de verkiezingen in maart en mei (zie column van Syp Wynia over Klaas Dijkhoff).

We hebben dus het CPB nodig voor een eerlijke analyse. Maar die zal teleurstellen. Al vijf jaar staat het CPB onder leiding van een ambtenaar van Financiën. Ik las het meest recente rapport over het klimaatbeleid: veel cijfers; weinig economische analyse en niets over de twistpunten.

Dit CPB-rapport over de hoofdlijnen van September 2018 (op basis van het regeerakkoord en nog zonder de uitwerking van Samsom en Nijpels) stelt op p. 11 “Er zijn meer wegen naar de doelstellingen van het klimaatakkoord in Parijs…De doelstellingen per klimaattafel (Samsom en Nijpels) hebben daarbij een zekere sturende werking.” Kunnen de ambtenaren die zo schrijven ons nu de komende maanden voorlichten over de echte dilemma’s?

Bijvoorbeeld:

1. Bruinkool is 24 procent van de electriciteit in Duitsland. Moeten wij straks electriciteit kopen in Duitsland omdat Samsom en Nijpels weg willen van aardgas?

2. Lachen de Chinezen ons uit omdat wij subsidie geven op invoer van elektrische auto’s, terwijl China zelf subsidie richt op research naar nieuwe, schone energie, bij voorbeeld uit waterstof?3. Is het wijs om te waarschuwen tegen vliegreizen, hoewel vliegtuigen slechts 2 procent vormen van de totale CO2 uitstoot? Is het misschien beter om geld te geven aan de Landbouwuniversiteit in Wageningen (erkend als nummer 1 in de wereld) voor meer research naar landbouw en veeteelt die het milieu minder belasten?

Iedereen accepteert de wenselijkheid van schonere energie. Beleid kan dat op twee manieren bevorderen, door subsidies (elektrische auto’s) of door research (Wageningen voor landbouw en Delft, Eindhoven en Twente voor betere batterijen en energie uit waterstof). De vergelijking tussen die twee heel verschillende richtingen in het beleid moeten economen maken. Ik ben bang dat de ambtenaren van het CPB de durf missen en te veel aanschuiven bij de tafels van Samsom en Nijpels.

Het CPB had meer moed onder de vorige directeur Coen Teulings, geen carrière-ambtenaar maar een gerenommeerd economisch onderzoeker. Ik neem als voorbeeld het laatste grote jaarrapport van Teulings uit 2013. Dat heeft uitvoerige discussies van het faillissement van de bank SNS Reaal, van de beste vorm voor overheidsgaranties voor banken, van het voor- en tegen van verplichte quota voor gehandicapten in het personeelsbestand, van de wens (en de noodzaak) van ouderen om te blijven werken, en van de problemen van huishoudens met hoge schulden.

In 2018 had het grote jaarrapport (CEP) van de huidige CPB-directeur één extra pagina over het eigen risico in de zorg, maar verder eigenlijk alleen voorspellingen en onwaarschijnlijk gedetailleerde grafieken en tabellen van de koopkracht voor verschillende groepen in de bevolking. In 2017 was er ook al nauwelijks meer in het jaarrapport van het CPB dan voorspellingen en “koopkrachtplaatjes”. Eén enkele pagina ging in op problemen in de ouderenzorg, maar zelfs daar was de nadruk meer op achterhaalde prognoses dan op het beleid.

Wat een verschil met de publicaties in Washington van het Office for Management and Budget (OMB). Dat geeft kosten-baten analyses voor het Congres. Zo was het hier onder CPB-oprichter prof Jan Tinbergen, en zo zou het weer moeten.

Wat vindt het CPB van de mening van prof. William Nordhaus, winnaar van de Nobelprijs voor economie voor zijn werk over klimaatbeleid dat het Parijs-akkoord nu al onrealistisch is? Wat vindt het CPB van de risico’s dat Nederland te veel afwijkt van de buurlanden en doelen stelt waarvan we – als we eerlijk zijn – nu al weten dat een volgend kabinet er waarschijnlijk op terug moet komen? Wat vindt het CPB van windmolens op zee die twee tot drie keer zo duur zijn als windmolens op land en dus zware subsidies vereisen die we ook kunnen aanwenden voor originele research naar schone energie?

Nederland heeft antwoorden nodig, en wat Samsom en Nijpels hebben voortgebracht geeft die antwoorden niet. Hun rapport is een pleidooi – misschien een tikje fanatiek met Samsom en niet financieel-economisch doordacht met Nijpels – voor een maximale inzet van allerlei subsidies en verbodsbepalingen. Het CPB moet met de analyse terug naar de stijl van oprichter Tinbergen: vrij, onvervaard en niet bang om te waarschuwen wanneer beleid te duur is of onmogelijk voor Nederland zo lang de buurlanden niet meedoen.