De gekwetste ego’s van Hugo en Rob

d66_jetten_1
Rob Jetten

Er is maar één bedrijfstak waar ze het volkomen normaal vinden dat je een directe collega onderuit schopt. Legale bedrijfstak welteverstaan.

Dat is de politiek.

In de politiek is het bijvoorbeeld de gewoonste zaak van de wereld dat je als voormalige partijleider publiekelijk meedeelt dat je niet op je opvolger gaat stemmen.

Natuurlijk, je mag stemmen op wie je wil, maar als je je stemgedrag aan de grote klok gaat hangen heb je een doel. En dat is het beschadigen van je opvolger.

Hugo de Jonge doet dat. Rob Jetten doet dat.

Gesjeesd partijleider De Jonge deelde ons mee dat hij op nummer 22 van de CDA-lijst gaat stemmen. Op die plek staat zijn huidige politieke assistent en dat vindt-ie zo’n gave gozer en daar heeft-ie zoveel mee meegemaakt, dat hij zijn stem graag aan hem geeft. O ja, en als Hugo twee stemmen had mogen uitbrengen, dan was zijn opvolger Wopke Hoekstra de andere gelukkige geweest.

Geknakte trots heeft een naam: Hugo.

Rob Jetten van D66 is geen haar beter. Zijn stem gaat naar degene die in zijn ogen het meest creatief campagne voert. Alsof het om het eerste beste spelletjesprogramma op tv gaat. Vergeet alle loftuitingen van deze jongere oudere aan het adres van zijn opvolgster, Sigrid Kaag. Glimmend en stralend stak hij haar en plein public een mes in de rug.

Het ‘nieuwe leiderschap’ van D66 heeft verdacht veel klassieke trekjes.

Rob wil zijn plek terug en dus duwt hij Kaag vast naar de uitgang resp. afgrond.

Fijn sfeertje.

Ja, maar ‘de politiek is een hard vak’ hoor ik u zeggen. Inderdaad, ik hoor dat ook vaak en wel van de daders zelf. Niet als teleurgestelde constatering, maar als een plausibele verklaring. Alsof daarmee de laakbaarheid verdwijnt. ‘Wij bankiers zijn gewend iedereen een poot uit te draaien.’ O akkoord, tuurlijk, niets aan de hand.

Die hardheid heeft ook niets te maken met het metier van politici, de ideeënstrijd. Daarbij kan je je nog indenken dat men in het vuur van het gevecht soms de grenzen van fatsoen en redelijkheid uit het oog verliest.

Maar daar gaat het hier helemaal niet om. Politiek wordt pas hard als het om persoonlijke macht en eer gaat. Als Jantje niet kan uitstaan dat Pietje de baas is geworden. Of dat Hugo het niet kan hebben dat Wopke nummer 1 is. Of dat Rob spijt heeft dat hij Sigrid voor moest laten gaan.

Politiek is niet hard. Sommige politici kunnen gewoon niet tegen hun verlies.