De PvdA van Lilianne Ploumen: van Mien Dobbelsteen tot Sylvana Simons

zeg-ns-aaa
Zeg ‘ns AAA (Vara, 1981-1993).

Het is in 2021 nog maar nauwelijks voorstelbaar, maar vroeger kende Nederland grote politieke partijen. Bij Tweede Kamerverkiezingen haalden ze met gemak om en nabij de vijftig zetels en in de kaartenbakken op hun partijbureaus stonden soms wel vierhonderdduizend leden.

Dat bestaat allemaal niet meer. Wie nu als grootste partij uit de bus wil komen, heeft bij sommige gelegenheden al genoeg aan 13,5 procent van de stemmen – zie bijvoorbeeld de score van ‘winnaar’ VVD bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen. Ook naar partijen met uitpuilende kaartenbakken is het tevergeefs zoeken. Ruim 45.000 leden, zoals bij Forum voor Democratie, dat is tegenwoordig al heel wat.

Bondgenootschap

Hoe kregen politieke partijen dat destijds voor elkaar, om zo groot te worden? Het antwoord ligt eigenlijk heel erg voor de hand: door meerdere, soms totaal verschillende kiezersgroepen aan zich te binden.

Vooral de PvdA was daar erg goed in. De aanhang van de partij was in essentie een bondgenootschap van enerzijds progressieve intellectuelen en anderzijds kiezers die behoorden tot de ‘onkerkelijke arbeidersklasse’, zoals politicologen dat vroeger noemden.

Zeg ‘ns AAA

Aan de in de jaren tachtig razend populaire televisieserie Zeg ‘ns AAA – niet toevallig uitgezonden door de van oudsher sociaaldemocratische VARA – kon je goed zien hoe dat bondgenootschap er in de praktijk uitzag.

In Zeg ‘ns AAA draaide het om twee huishoudens: die van huisarts Lydie van der Ploeg en chirurg Hans Lansberg (gespeeld door Sjoukje Hooymaayer en Manfred de Graaf) en die van Koos en Mien Dobbelsteen (John Leddy en Carry Tefsen). Ze leken in niets op elkaar.

Twee stellen van progressieve signatuur

Dokter Van der Ploeg en dokter Lansberg hadden een universitaire studie afgerond en hoorden met hun topinkomens tot de hoogste welstandsklasse. Koos Dobbelsteen daarentegen was een afgekeurde bouwvakker die zichzelf verhuurde als klusjesman. Om de huishoudpot te spekken, fungeerde zijn vrouw Mien als ‘de assistente van dokter Van der Ploeg’, zoals ze zelf altijd zei. Werkster was een betere benaming.

Hoewel er nooit expliciet melding van werd gemaakt, ging het – ondanks alle verschillen – overduidelijk om twee stellen van progressieve signatuur.

PvdA stemmen om heel verschillende redenen

Het hoogopgeleide en beter gesitueerde doktersechtpaar, zo mocht je als vaste kijker vermoeden, hechtte groot belang aan thema’s als emancipatie, zelfontplooiing, onderwijs, ontwikkelingshulp, milieu en internationale samenwerking. Om die reden stemden ze – zeer waarschijnlijk – op de PvdA.

Vermoedelijk deden ook Koos en Mien Dobbelsteen dat. Maar om heel andere redenen. Voor hen was de PvdA primair een partij die opkwam voor de sociaal-economische belangen van mensen met een smalle beurs. Lees: betaalbare huren, een goede ziektekostenverzekering, ontslagbescherming en een fatsoenlijke uitkering bij werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of ouderdom.

Arbeiders zorgden ervoor dat de intellectuelen niet afhaakten

De PvdA kende dus een achterban met zowel typisch materialistische als typisch postmaterialistische kiezers. De eerste groep – de arbeiders – was het meest talrijk en zorgde voor het gros van de zetels, maar had ook nog een andere functie: ze zorgde ervoor dat de tweede groep – de progressieve intellectuelen – niet afhaakte.

Want voor dokter Van der Ploeg en dokter Lansberg ontstonden steeds meer keuzemogelijkheden. Eerst D66, en later ook partijen als de PPR en GroenLinks. Ook daar konden hoopopgeleide kiezers terecht met hun postmaterialistische wensen.

Goud of zilver voor de PvdA

Toch bleven de meeste progressieve intellectuelen de PvdA trouw. De massale steun van Koos en Mien Dobbelsteen en hun lotgenoten zorgde er namelijk voor dat de PvdA als enige linkse partij in de race was om bij Tweede Kamerverkiezingen de grootste te worden. Een stem op de PvdA bood postmaterialistische kiezers dus veel meer strategisch voordeel dan een stem op bijvoorbeeld D66, de PPR of GroenLinks.

Het was een prachtige succesformule die er decennialang voor zorgde dat de PvdA bij verkiezingen goud of zilver veroverde.

Nieuwe PvdA-boegbeelden deden niet eens meer alsóf

Rond de eeuwwisseling ging het mis. De partijleiding – nog vrijwel uitsluitend samengesteld uit eurofiele doctorandussen met een zwak voor gedoogbeleid en multiculturalisme – was al langer bezig het contact met de wereld van Koos en Mien Dobbelsteen te verliezen, maar ging nu over op iets wat nog het meest leek op een afschrikkingsstrategie.

Anders dan hun voorgangers Joop den Uyl en Wim Kok hadden nieuwe PvdA-boegbeelden als Ad Melkert, Wouter Bos, Job Cohen, Diederik Samsom en Lodewijk Asscher nul affiniteit met de zorgen en de opvattingen van wat we inmiddels ‘praktisch geschoolden’ zijn gaan noemen – ze deden niet eens alsóf. 

Een lege huls bleef over

Het gevolg liet zich raden: de PvdA liep leeg. Eerst vertrokken de afgekeurde bouwvakkers en de werksters – ze vonden een nieuw politiek onderdak bij de PVV en de SP. De ingezakte PvdA die overbleef, deed bij verkiezingen niet meer mee voor een podiumplaats. Gevolg: ook de strategische stemmen van progressieve doktersechtparen gingen nu verloren – D66 was er blij mee. Van de PvdA bleef slechts een lege huls over.

Toch lijkt het woord ‘bondgenootschap’ – dé centrale term uit de succesjaren van de Nederlandse sociaaldemocratie – nog niet helemaal vergeten.

Een nieuw bondgenootschap

Vorige week bijvoorbeeld, in een vergadering van de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de Tweede Kamer, liet PvdA-fractievoorzitter Lilianne Ploumen weten dat ze het woord voerde mede namens de niet aanwezige Sylvana Simons van BIJ1.

Kennelijk verwachten de overgebleven sociaaldemocraten wel enig electoraal voordeel van samenwerking met een partij die actief asielzoekers naar Nederland wil uitnodigen, zowel uitzettingen als zwarte piet wil verbieden, kraken en harddrugs wil legaliseren, de politie wil ontwapenen, de krijgsmacht wil opheffen en bovendien voorstander is van ‘open gevangenissen’.

Laatste bedrijf

Ook werd onlangs bekend dat omroep BNNVara – de Vara was de mediapoot van de PvdA-zuil – een organisatorisch samenwerkingsverband is aangegaan met Omroep Zwart. Dat is de in pigmentselectie gespecialiseerde aspirant-zendgemachtigde die werd opgericht door onder anderen Akwasi, de rapper die op Twitter opriep om Sinterklaas en Zwarte Piet een kogel door het hoofd te jagen. Niet meteen een tafereel waarbij je VARA-lid Willem Drees instemmend ziet knikken.

Het laatste bedrijf uit de geschiedenis van de Nederlandse sociaal-democratie is begonnen. Anders dan bij Zeg ‘ns AAA – en dat is wel een beetje jammer – komen alleen liefhebbers van morbide humor nog aan hun trekken.

Roelof Bouwman maakt deel uit van de vaste kring van auteurs van Wynia’s Week. Wilt u als donateur bijdragen aan Wynia’s Week? Van harte welkom. Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Veel dank!