Een sombere toekomst voor Ilias

HansWerdmölder-Ilias 25-12-21
Dappermarkt in Amsterdam

In de jaren tachtig deed antropoloog en criminoloog Hans Werdmölder participerend onderzoek onder Marokkaanse probleemjongeren. Twintig jaar later heeft hij een aantal van hen opgezocht om te zien hoe het ze is vergaan. Aflevering twee: Ilias.

Het levensverhaal van Ilias (41), een Marokkaanse jongeman uit mijn onderzoeksgroep van jonge criminelen uit de jaren tachtig, doet mij sterk denken aan het werk van de socioloog van het dagelijks leven, Erving Goffman.

Goffman vergelijkt de wereld met een theater. We spelen allemaal, gewild en ongewild, een rol in het schouwspel van de wereld. Hij HIHij noemt dit de ‘dramaturgie van het dagelijks leven’. Schijn en werkelijkheid zitten elkaar nogal eens in de weg. Mensen proberen (ook in hun non-verbale gedrag) met alle middelen een goede presentatie van zichzelf te geven, ook al strookt die niet met de volle waarheid. We zijn acteurs in ons eigen leven.       

Goffman maakt een functioneel onderscheid tussen het sociaal gedrag op de tribune, de front-stage, en het gebied achter de coulissen, de back-stage, waar de meeste mensen geen toegang hebben. Die back-stage is vaak een rommelig geheel, informeel en niet bedoeld voor de blik van een buitenstaander. Het is de wereld van de keuken in een restaurant, de wereld van de slaapkamer in een goed huwelijk.

Schone schijn

Het ligt voor de hand dat het beheersen van de wereld achter de coulissen een belangrijke rol speelt in de ‘beheersing van werksituaties’. Een persoon gebruikt daarvoor zowel defensieve als beschermende praktijken. Positieve verhalen kunnen worden aangedikt en negatieve gebeurtenissen worden zoveel als mogelijk afgeschermd. Als dat niet helemaal lukt, bij een faux pas of ongelegen opmerking, worden het ‘incidenten’ genoemd.

Op den duur valt de ‘schone schijn’ niet meer op te houden. Het doek valt. De wereld van de back-stage wordt voor iedereen zichtbaar. Als anderen daarvan toeschouwer zijn, kan dat heel pijnlijk zijn.

Individu en groep

Marokkanen kennen een façade-cultuur. Zij proberen zoveel mogelijk de schone schijn, door de entourage en manier van doen, overeind te houden. Dat geldt niet alleen voor het individu, maar voor de hele groep. ‘Jij bent degene die anderen denken dat je bent’, is een bekend Arabisch gezegde. Met andere woorden, het goede of slechte gedrag van een persoon, heeft ook gevolgen voor de andere groepsleden waarvan hij of zij deel uitmaakt. Zij kunnen door de leden van de gemeenschap erop worden aangesproken, soms ter verantwoording geroepen.

Het omgekeerde is ook mogelijk. Wanneer een persoon uitblinkt of zeer positief gedrag vertoont, worden ook andere groepsleden onder de lof bedolven. Het is daarom voor iedereen pijnlijk wanneer een broer, zus, zoon of dochter door de mand valt. Dat is het geval bij Ilias.

Gezinsvervangend huis

Ilias komt uit een gezin van veertien kinderen. Zijn vader is twee keer getrouwd. In 1973 komt het gezin naar Nederland. Ilias was toen vijf jaar. Op vijftienjarige leeftijd is Ilias voor het eerst van huis weggelopen. Via het Jongeren Advies Cenrum (JAC) wordt  hij geplaatst in een gezinsvervangend huis.

Daar is het echt misgegaan. Hij vergrijpt zich aan een jonge huisgenote, onder bedreiging met een mes. Hij was in trance, ‘een slaapkamergevoel’, zo verklaart hij zijn vreemde gedrag. In het opvanghuis zou hij ook nog een ‘theatrale zelfmoordpoging’ hebben gedaan. Daarna wordt hij nog een keer opgepakt wegens diefstal, dat levert hem een celstraf op van tweeënhalve maand.

Ilias ziet zichzelf als een kruimeldief, niet als een crimineel. Hij heeft wel problemen in de omgang met autoriteiten. In de gevangenis moet hij tegen bewaarders ‘meneer’ zeggen. ‘Onzin,’ vindt Ilias, ‘ik zeg niet eens meneer tegen mijn eigen vader’. Na het uitzitten van zijn straf heeft hij een tijdje samengewoond met een Nederlands meisje.

Jonge jaren

In zijn jonge jaren was Ilias een knappe, atletisch gebouwde jongeman, één van de jongere bezoekers van clubhuis Marnel. Hij valt in de smaak bij de meisjes, maar ik herinner me dat hij ze op een botte manier de deur kon wijzen.

Ilias zegt veel steun te hebben gehad aan Hans Blomsma, de vrijwillige hulpverlener van clubhuis Marnel. ‘Hans heeft mij veel geholpen met school, met het krijgen van een studiebeurs en met het vinden van een eigen woning. Hans zat er echt boven op, je kon hem niks wijsmaken en je moest laten zien dat je wilde meewerken. Ik moest bijvoorbeeld alle afschrijvingen laten zien, alles werd gecontroleerd door Hans. Hij wist ook altijd precies de juiste snaar te raken.’

Met geen van zijn familieleden heeft Ilias nog contact. Zijn familie verwijt hem dat hij hen te schande heeft gemaakt met zijn vreemde gedrag en niet kloppende verhalen. Ook in het clubhuis is hij een ongewenste gast.

In 1988 spreek ik Ilias weer, hij is dan werkzaam in een coffeeshop in Amsterdam-Oost. Hij trekt in die tijd veel op met Mourad, die zich zou ontwikkelen tot een succesvolle professionele crimineel.       

Koopman op de Dappermarkt

Ilias heeft een nogal grillige werkcarrière achter de rug. Een carrière van ‘rompen en stompen’, zoals hij het zelf noemt. Hij houdt van uiterlijk vertoon: van mooie kleren en spullen. Hij heeft modeshows gelopen, opgetreden in een Hollandse versie van de Chippendale-club en hij heeft een rolletje gehad in een film over buitenlandse jongeren. Ilias heeft gewerkt in een hotel in Spanje en als koopman op de Dappermarkt gestaan.

Hij was altijd bezig met zijn uiterlijk en kleding. Zijn Marokkaanse omgeving vond hem een ‘overloper’, iemand die teveel met Nederlanders optrok. In mijn dossier lees ik: ‘Ilias is net als het weer. Soms gaat het goed met hem, soms gaat het slecht.’

Als ik hem na twintig jaar weer ontmoet, confronteer ik hem met het gerucht dat hij in Spanje in de gevangenis zou hebben gezeten. Hij moet er smakelijk om lachen. In 1997 is hij naar Marokko gegaan. Zijn geld was op en hij zat aan de grond. Ilias spreekt wat Spaans, Frans en Engels. In Algeciras, op weg naar Marokko, klampt hij een medewerker aan in een hotel. ‘Of hij werk voor hem heeft?’ Ilias kan meteen aan de bak, maar wel op de onderste sport, als afwasser. Daarna krijgt hij een baan in de schoonmaak.                                   

Na drie jaar verblijf in Algeciras is hij naar Nederland teruggekeerd. Omdat hij geen woonruimte had, is hij gaan inwonen bij zijn vader. Hij heeft zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Op de Dappermarkt in Amsterdam-Oost heeft hij een kraampje met kinderkleding en T‑shirts. Vrijwel elke dag komt zijn vader langs. Vader keurt zijn handel goed. Iedereen kan nu zien dat het goed gaat met zijn probleemkind. In 2002 is zijn vader overleden. Met zijn moeder die aan suikerziekte lijdt, heeft Ilias slechts incidenteel contact.

Werk als floormanager

Na twintig jaar ben ik op zoek naar Ilias. Ik leg hem uit waarom ik weer graag met hem in contact wil komen. Na even nadenken kan hij zich mij herinneren. ‘Ik heb het nu wel erg moeilijk,’ legt hij mij uit.

Later in de week ontvang ik een sms’je: ‘Goedemorgen Hans, ik ben vanmiddag om 14.30 vrij. Als je wilt kunnen we dan afspreken. Na vandaag ben ik niet meer te bereiken.’ Het maakt mij nieuwsgierig. Dezelfde middag begeef ik mij naar het woonadres, een gebouw met appartementen. ‘Dag Hans,’ zegt Ilias, als ik op de voordeur van de gaanderij aanklop. Zijn stem klinkt timide. Ik moet even goed kijken naar de lange, slungelige gestalte op de zitbank.

Ilias heeft in verschillende hotels gewerkt, in Amsterdam en omgeving. Meestal ging het om functies op de achtergrond, niet in de schijnwerpers. Het staat allemaal beschreven in zijn CV, dat ik onder ogen krijg. Op dit moment (2010) werkt hij in een hotel in de Museumbuurt, als floormanager.  Hij zorgt dat iedereen zijn taken goed uitvoert, in de lobby, in de laundry, in de bar, enzovoort. Hij draait wisselende diensten. ’s Nachts als hij van zijn werk komt, ziet hij in de stad wel eens een oude bekende uit de periode van clubhuis Marnel.

Huurachterstand van negen maanden  

Ilias is nu 42 jaar en gescheiden. Hij draagt de zorg voor twee kinderen. De jongste is geestelijk gehandicapt. Dat is een grote zorg, die vooral op zijn schouders drukt. Hij is ten einde raad en vraagt mij om hulp. Hij heeft een conflict met de woningbouwvereniging over de betaling van de huur. Er is negen maanden huurachterstand en een deurwaarder zit hem op zijn hielen. De afbetaling van zijn schulden vormt een te zware last, zeker nu hij er alleen voor staat.

Zijn vrouw heeft hem definitief verlaten. Haar naam was doorgekrast op het naamplaatje op de voorgevel van het gebouw. Zijn vroegere hulpverlener Hans Blomsma wordt node gemist, juist in dit soort crisissituaties. ‘Hij was niet goud, nee, hij was diamant’, zegt Ilias over Hans. ‘Het vreet mij van binnen op. Ik heb echt niets gedaan wat niet mag, ik ben geen crimineel, ik ben ook geen drugsverslaafde. Soms denk ik: was ik maar niet getrouwd geweest.’

Ik kruip even in de rol van Hans Blomsma. Dezelfde middag gaan we samen naar het kantoor van de deurwaarder, er valt wellicht iets te regelen. We nemen plaats op de houten banken van de wachtkamer. Een baliemedewerker in zwart T-shirt, schuilend achter vuistdik pantserglas, staat ons te woord. De dossierbeheerder laat zich niet zien, maar de boodschap is helder: hij moet betalen. Er valt alleen te praten over een betalingsregeling.                                   

Ilias heeft alles uit kast gehaald om de achterstallige huur te kunnen betalen: zijn huidige werkgever, de schuldsanering, Civic (de uitvoeringsinstantie in de wijk die onder meer belast is met maatschappelijke dienstverlening), de ombudsman, de moskee, zijn familie, enzovoort. Niemand kan of wil hem helpen. Hij staat er helemaal alleen voor. Enkele mensen in de gaanderij van zijn flat zijn bereid hem financieel te ondersteunen. Maar dat is niet voldoende om de huurachterstand te betalen.

Woonbeslag

Uiteindelijk is Ilias uit zijn woning gezet. Als afscheid heeft hij nog enkele bedreigende teksten op de muur gekalkt, bestemd voor de deurwaarder. Hij woont nu elders. De ambtenaar van het bedrijf dat het woonbeslag heeft laten leggen, heeft geen goed woord over voor zijn gedrag. ‘Hij roept veel, hij is dominant en agressief. Als jij dat doet, doe ik dat. Dat soort grote woorden. Hij – Ilias – is niet oplossingsgericht. Ja, hij wil zijn huis terug. Hij zegt dan: ‘ik wil wel betalen, maar dan wil ik ook mijn huis terug’.’

De deurwaarder heeft beslag op zijn loon laten leggen. Als reactie heeft Ilias ontslag genomen. Hij is woedend, hoorde ik van een vriend. Dan maar zonder werk en een uitkering. Het verhaal van Ilias lijkt nog lang niet ten einde. Hij is definitief door de mand gevallen. Al zijn familieleden hebben hun handen van hem afgetrokken.

Hans Werdmölder is auteur van de in 2021 verschenen monumentale biografie Den Hollander, dwars boegbeeld van de Nederlandse sociologie over prof Arie den Hollander, oprichter van de Nederlandse Amerikanologie. Meer informatie en bestellen HIER.