Europese rechters in Straatsburg voeren klimaatbeleid onder het mom van ‘mensenrechten’

Schermopname (55)
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.

Hoe de klimaatbeweging en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens samen de weg banen voor een totalitair klimaatbewind.
Dit is een verslag van de eerste bevindingen van een onderzoek naar rechterlijke klimaatpolitiek in Straatsburg dat, op initiatief van Rob Roos, voor de ECR Groep[i] van het Europees Parlement wordt uitgevoerd.

Na het Urgenda-arrest van de Hoge Raad was het een kwestie van tijd. De klimaatbeweging heeft nu ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg betrokken in de oorlog tegen de ‘klimaatcrisis.’

In deze rechtsstrijd zijn de eerste slachtoffers al gevallen: de rechterlijke onpartijdigheid en het beginsel van een eerlijk proces. Er wordt klimaatpolitiek bedreven onder het mom van mensenrechten en dat is slecht nieuws voor beide.

Urgenda won op grond van schending van de mensenrechten

Onlangs dreigde Urgenda om de Nederlandse staat opnieuw voor de rechter te slepen als er niet snel extra klimaatplannen komen. Want bij de rechter vindt Urgenda steeds het gewillige oor dat de politiek niet heeft.

In de eerste klimaatzaak had de Rechtbank Den Haag in eerste aanleg voor Urgenda gekozen op basis van het oude leerstuk van de onrechtmatige daad.

In hoger beroep sloeg het Gerechtshof echter een andere weg in: die van de mensenrechten. Weer won Urgenda maar nu op grond van het recht op leven dat in het Europese Verdrag van de Rechten van de Mensen (EVRM) is opgenomen – de ‘gevaarlijke klimaatverandering’ zou het recht op leven van Nederlandse ingezetenen in gevaar brengen en daarom moest de staat meer doen om de emissies terug te dringen.

Keuze voor mensenrechten maakt Urgenda-uitspraak geschikter voor de export

Dat oordeel baseerde het Hof op Urgenda’s lezing van de klimaatwetenschap, die de staat niet had tegengesproken, waardoor de verdenking van een ‘één-tweetje’ nog moeilijk te ontkennen viel. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en vulde het nog verder aan, zonder iets te verbeteren.

Geen van beide uitspraken kan een kritische analyse doorstaan, maar als je zou moeten kiezen, dan is de onrechtmatige daad een betere basis dan de mensenrechten. In het algemeen denkt het Hof echter meer ‘rechtspolitiek’ dan de rechtbank en rechtspolitiek gezien heeft de keuze voor de mensenrechten voordelen.

Op die manier is de uitspraak immers beter ‘exporteerbaar’, want alle Europese landen zijn gebonden aan het EVRM. Daarmee zouden ook zaken voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gefaciliteerd worden. Op die manier zouden de gevolgen van de uitspraak niet tot Nederland beperkt blijven. In die opzet is de Nederlandse rechter geslaagd, want er zijn onlangs een tweetal klimaatzaken aangespannen voor het Europees Hof.

Europese klimaatzaken: Zwitserse Klimaseniorinnen en Portugese jongeren

Eerder al is geprobeerd om het Europees Hof van Justitie in Luxemburg voor het klimaatkarretje te spannen. Dat is tot twee keer toe mislukt, want individuen zijn meestal niet ontvankelijk in Luxemburg. Maar bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg ligt dat anders; dat is juist bedoeld voor klachten van individuen over mensenrechtenschendingen door de staat.

Met verwijzing naar de Nederlandse uitspraken zijn er inmiddels twee klimaatzaken aangespannen bij het Hof in Straatsburg. De ene zaak betreft een procedure ingesteld door de Zwitserse ‘Klimaseniorinnen’, een groep van dames van 65 jaar en ouder, die klagen over de warme zomers in Zwitserland en het ontoereikende Zwitserse klimaatbeleid.

De andere zaak is aangespannen door een groep Portugese jongeren die vanwege de hitte in Portugal maar liefst 33 landen hebben gedagvaard. De Zwitserse dames hebben eerst keurig de nationale procedures tot en met de laatste instantie doorlopen vooraleer zich tot het Europees Hof te richten, maar de Portugese jongeren hadden daar geen zin in en zijn meteen naar Straatsburg gegaan.

De bias van het Europees Hof

Het onderzoek dat wij voor de ECR Groep uitvoeren richt zich met name op de Portugese zaak, omdat die het verst gevorderd is en een mooi kijkje geeft in de keuken van de mensenrechtenfabriek in Straatsburg. Enkele vroege bevindingen van dit onderzoek springen in het oog en geven reden tot bezorgdheid over de werking van het systeem dat geacht wordt neutraal en onpartijdig over de mensenrechten te waken.

We kijken in het onderzoek allereerst naar algemene systemische eigenschappen van de procedures voor het Europees Hof die bias introduceren. Daarbij gaat het om zaken zoals de selectieve selectie van rechters, de gebrekkige regeling van belangenconflicten en wraking, de wijze waarop het Hof het EVRM interpreteert en toepast, en de enorme discretionaire bevoegdheid van de rechters.

Rechtscultuur van het Hof is uitgesproken progressief

Ook de enorme invloed van bepaalde ngo’s en het daarmee gepaard gaande cliëntelisme zijn belangrijke problemen. Transparantie is echter ver te zoeken. Zo is er geen goed systeem voor het voorkomen van belangenconflicten. Veel van de stukken die in de procedures voor het Hof worden uitgewisseld worden niet gepubliceerd op de website van het Hof.

Het Hof bepaalt zelf welke zaken het beoordeelt en legt over die beslissingen geen verantwoording af. Vanaf het begin van een procedure kan het Hof een zaak sturen door beslissingen van procedurele aard. Het systeem van interventies door derde partijen laat het Hof ook toe om het dossier in de gewenste richting te sturen. De rechtscultuur en rechterlijke filosofie van de rechters in het Hof zijn uitgesproken progressief van aard.

Daarnaast kijken we naar de manier waarop het Europees Hof in de Portugese klimaatzaak van die bevoegdheden gebruik maakt om de uitkomst te beïnvloeden. Op de bevindingen van dat deel van het onderzoek tot nu toe gaan we hier verder in.

Rechterlijk klimaatactivisme

Terwijl de Resolutie over rechterlijke ethiek van het Europees Hof bepaalt dat de rechter zich terughoudend moet opstellen bij het publiekelijk uiten van zijn mening, hebben meerdere rechters zich klimaatactivistisch uitgelaten.

In oktober 2020 organiseerde het Europees Hof (samen met de Raad van Europa) een conferentie over ‘mensenrechten voor de planeet’ waaraan een groot aantal rechters deelnam. Het EVRM kent echter geen mensenrechten voor de planeet. Tijdens deze conferentie gaf de president van het Europees Hof een voordracht met als titel ‘behoort het Europese Hof zich om te vormen tot het Europese Klimaathof?’; het klonk als een retorische vraag.

‘Klimaatnoodtoestand’

De vicepresident van de Kamer die de Portugese klimaatzaak behandelt, maakte het nog bonter. In een speech voor een Engelse universiteit verwees hij regelmatig naar de ‘klimaatnoodtoestand’ en andere klimaatdoem en ter ondersteuning van zijn betoog haalde hij niet de IPCC-rapporten, maar de klimaatactivist Sir David Attenborough aan.

Bovendien citeerde hij instemmend de president van het Hof die gezegd heeft dat ‘niemand legitiem kan ontkennen dat er een klimaatnoodtoestand heerst’.

Daarmee geven deze gezaghebbende rechters blijk van ernstige vooringenomenheid. Want de staten die zich moeten verdedigen tegen de aantijgingen van de klimaatactivisten kunnen nu nog moeilijk aanvoeren dat zij de klimaatnoodtoestand in twijfel trekken, want dan zouden zij zich in de ogen van het Hof aan illegitieme ontkenning schuldig maken.

De klimaatbeweging achter de Portugese jongeren

Zoals vaak het geval is bij de zaken die voor het Europese Hof komen, zijn ook de Portugese jongeren slechts een uithangbord voor de ngo’s die de zaak sponsoren.

In dit geval is dat GLAN, het ‘Global Legal Action Network’. Deze ngo heeft tot doel om met ‘innovatieve juridische procedures’ mensenrechtenschendingen en systemische onrechtvaardigheid te bestrijden.

GLAN is deel van een veel groter internationaal netwerk van ngo’s die samenwerken om hun doelen te bereiken. Dat netwerk mag rekenen op meerdere bronnen van inkomsten, waaronder overheidssubsidies, donaties van stichtingen en ‘crowdfunding’. Zo kunnen ook de overheid en rijke donoren meesturen.

Raad van Europa moedigt via ngo’s klimaatactivisme aan

De Raad van Europa onderhoudt goede contacten met dit netwerk van ngo’s via de zogeheten ‘Conferentie van Internationale NGO’s’. De grootte en macht van dit netwerk kan moeilijk overschat worden.

Er is in deze relaties sprake van kruisbestuiving en wederzijdse dienstverlening. Kennelijk om de Portugese jongeren in hun klimaatzaak te steunen organiseert dit netwerk in de context van het ‘Wereldforum voor Democratie’ van de Raad van Europa een bijeenkomst over ‘jonge strijders voor het milieu en hun rechten’.

Ook van de zijde van de Raad van Europa wordt mensenrechten- en klimaatactivisme dus aangemoedigd. Dit is met name van belang omdat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens onder de Raad van Europa valt. Uit ander onderzoek is al gebleken van sterke belangenverstrengeling tussen deze ngo’s en rechters in het Europees Hof.

Ontoereikend klimaatbeleid valt mogelijk ook onder foltering

In hun verzoek gericht aan het Hof voerden de Portugese jongeren aan dat het ontoereikende klimaatbeleid van de 33 landen waarover zij klaagden hun recht op leven en familieleven schendt, alsmede hun recht op eigendom. Ook zou er sprake zijn ontoelaatbare discriminatie en schending van de rechten van het kind.

Ze durfden begrijpelijkerwijs echter niet te suggereren dat het ontoereikende klimaatbeleid ook foltering of onmenselijke behandeling zou opleveren. Want daarmee, zo zou je denken, maak je jezelf wel een beetje belachelijk.

Maar dan ken je het Europees Hof nog niet. Op eigen initiatief voegde het Hof aan de tenlastelegging artikel 3 EVRM toe. Dat is het verbod op foltering en onmenselijke behandeling.

Ter herinnering, de Portugese kinderen klagen over warme zomers en droogte. Door foltering toe te voegen geeft het Hof een sterk signaal aan de gedagvaarde staten dat het alle middelen wil gebruiken om hen te dwingen tot nog ambitieuzer klimaatbeleid.

De impliciete suggestie is dat politici die geen voorstander zijn van ambitieus klimaatbeleid zich schuldig maken aan foltering en dus vervolgd kunnen worden voor het Internationale Strafhof in Den Haag. Dat het Hof daarmee een directe bedreiging uit tegenover grote groepen politici, schijnt de rechters te ontgaan.

Ontkenning van ontvankelijkheidsvereisten            

Het Europees Hof heeft een zogeheten ‘subsidiaire’ rol en mag pas optreden indien alle nationale procedures zijn uitgeput. In de Portugese zaak was evenwel geen enkele nationale procedure aangespannen. De jongeren gingen direct naar het Hof.

Zij argumenteerden dat hun zaak urgent is en nationale procedures tijdrovend en duur, maar die uitzonderingen hebben geen enkele basis in het recht. Daarmee was de zaak evident onontvankelijk en had het Hof deze meteen moeten afwijzen.

Dat was niet eens het enige gebrek. Volgens het EVRM moet een staat jurisdictie hebben over de verzoekers, in dit geval dus de Portugese kinderen. Uiteraard heeft Nederland noch een van de overige 31 landen, jurisdictie over Portugese kinderen in Portugal.

Verder moeten de verzoekers ‘slachtoffers’ zijn van de daad van de aangesproken staat. Met geen mogelijkheid kan worden volgehouden dat aan dat vereiste is voldaan: de Portugese kinderen klagen over hete zomers, droogte en bosbranden in Portugal! Maar tegen de goede-dadendrang van dit Hof is geen rechtsregel opgewassen.  

Hof dwingt 33 staten hun klimaatbeleid te verantwoorden

In plaats van de zaak af te wijzen, zoals het Hof in verreweg de meeste gevallen doet, besloot het Hof echter om de zaak een voorkeursbehandeling te geven op grond van de urgentie en het grote  belang.

Door dat te doen meet het Hof met twee maten en geeft het te kennen bereid te zijn de wettelijke eisen opzij te zetten voor de goede zaak. Zaken die op instemming van het Hof kunnen rekenen kun je dan ook indienen zonder dat je je aan de formele eisen veel gelegen moet lagen liggen, want het Hof helpt.

Door bovendien de ontvankelijkheid van de zaak en de inhoudelijke aspecten tezamen te behandelen dwingt het Hof zonder enige rechtsgrond alle 33 staten tevens om een volledige verantwoording af te leggen over hun klimaatbeleid. Zelfs als het daarbij blijft, dringt zich de vraag op of er sprake is van machtsmisbruik.

Buitenstaanders die klimaatcrisis-verhaal niet aanhangen worden niet toegelaten…

Het Hof heeft ook niet nagelaten om het systeem van interventies door buitenstaanders te benutten om steun voor de klimaatzaak te construeren.

Op grond van het EVRM is het Hof bevoegd om derde partijen toe te laten tot het geding indien dat ‘noodzakelijk’ is voor een behoorlijke rechtsgang. In de praktijk dienen met name ngo’s verzoeken in om te worden toegelaten. Over de toelating van een derde partij beslist de president van het Hof.

Maar over die beslissing legt het Hof geen verantwoording af. Sterker nog, zelfs zonder enige motivering mag de president besluiten een goed gemotiveerd verzoek naar de prullenmand te verwijzen.

De Portugese klimaatzaak laat zien hoe dit systeem in de praktijk voor rechtspolitieke doeleinden wordt benut. Wij zijn bekend met drie verzoeken om tot de klimaatprocedure te worden toegelaten, ingediend door organisaties die niet het ‘klimaatcrisis’-verhaal aanhangen, maar goed gefundeerde inzichten vanuit wetenschappelijke, juridische en democratische gezichtspunten wilden inbrengen. Alle drie kregen ze een afwijzing zonder enige motivering.

…maar mensenrechten- en milieu-activisten krijgen hartelijke ontvangst

Dat staat in schril contrast tot de hartelijke ontvangst die de mensenrechten- en milieu-ngo’s kregen. Nog voordat zij hun stukken bij het Hof hadden ingediend, viel op de website van de sponsor van deze klimaatzaak te lezen dat maar liefst 8 van de 9 interventies de zaak steunen; de negende interventie is van de Europese Commissie die waarschijnlijk het Parijse klimaatakkoord en het daaraan gekoppelde EU-klimaatbeleid zal uitleggen.

Er lijkt dus sprake te zijn van een goed georkestreerd plan om het Hof te helpen tot de juiste uitkomst te komen en alvast het juridisch en maatschappelijk draagvlak te scheppen voor het volgende revolutionaire klimaatarrest.

Een kort citaat uit het stuk dat door ‘Save the Children’ is ingediend, maakt duidelijk welk type argumenten aan het Hof zal worden voorgelegd: ‘Given the gravity of the impact of climate change on children, and the significance of their rights, … the Court should not apply an excessively exacting standard to issues such as admissibility or the burden and standard of proof’.

Met andere woorden, herschrijf de wet voor de klimaatcrisis, zodat de rechter de politiek kan sturen om ‘de planeet te redden’. Dat heet in het Engels ‘noble cause corruption’.          

Hof wordt verzocht de Europese economie plat te leggen

Dat daaraan grote gevaren verbonden zullen zijn blijkt uit de inhoudelijke eisen van de verzoekers in de klimaatzaak. De verzoekers hebben het Hof gevraagd om niet alleen de 33 landen te bevelen hun emissies van broeikasgassen drastisch terug te dringen, maar ook om de export van fossiele brandstoffen te verbieden, de emissies verbonden aan geïmporteerde producten te compenseren en bedrijven te verplichten de emissies in hun ketens wereldwijd terug te dringen.

Met andere woorden, ze vragen niets minder dan het plat leggen van de Europese economie.

‘Koolstofbudget’ leidt tot klimaatpolitiestaat

Deze eisen zijn terug te voeren op het door de verzoekers gepropageerde ‘koolstofbudget’, dat geen enkele steun heeft in het recht en een wetenschappelijk controversieel begrip is.

Er zou volgens deze leer sprake zijn van een maximale grens aan de totale wereldwijde uitstoot van broeikasgassen die niet overschreden mag worden om ‘gevaarlijke klimaatverandering’ te voorkomen.

Dat wereldwijde budget zou dan moeten worden opgedeeld in nationale budgetten die voor ieder land gelden. De stap naar het persoonlijke koolstofbudget is dan snel gezet – met de bijbehorende klimaatpolitiestaat.

Mensenrechter moet gat van falende politici opvullen

Net als Urgenda stellen ook de eisers in de Portugese zaak dat de democratie faalt en het klimaatbeleid ontoereikend is om hen te beschermen. Politici moeten worden herkozen en dienen dus slechts het kortetermijn-belang; zij zijn niet in staat gebleken om de opofferingen af te dwingen die nodig zijn om de klimaatnoodtoestand te bezweren. Daarom moet de Europese mensenrechter, in navolging van het Duitse Grondwettelijke Hof, nu het gat dat de democratie laat vallen opvullen en de nodige maatregelen aan de staten bevelen.

Juist om te voorkomen dat rechters die onder de indruk geraken van ideeën zoals de ‘klimaatcrisis’ voor wetgever gaan spelen, hebben we in Europa het idee omarmd van de machtenscheiding en de democratische rechtstaat.

Klimaatzaak nodigt uit tot inbreuk op democratische rechtstaat

Rechters zijn ongekozen en hebben geen wetenschappelijke training gehad; zoals de Hoge Raad in de Urgenda-zaak heeft aangetoond, zelfs de hoogste rechters zijn niet in staat om pseudo-wetenschap van wetenschap te onderscheiden. Zij hoeven geen verantwoording af te leggen aan het volk of de politiek en kunnen slechts in een zeer beperkt aantal gevallen worden afgezet.

Daar staat tegenover dat rechters slechts de bevoegdheid hebben om de wetten toe te passen, niet om de wetten te maken.

De klimaatzaak is een uitnodiging aan het Europees Hof om die fundamentele beginselen opzij te zetten. Dat zou een inbreuk zijn op het primaat van de democratie en op de rechtsstaat, die zou verworden tot ‘rechtersstaat’.

De politieke minderheden die concessies hebben afgedwongen van de ambitieuze meerderheid op het vlak van klimaatbeleid, gooit de rechter dan alsnog onder de bus.

Dat zou de stabiliteit van ons politieke systeem bedreigen. In plaats van de grondwetten van 33 landen van Europa te herschrijven en op de stoelen van 33 wetgevers te gaan zitten, zou het Hof het verdrag plichtsgetrouw moeten toepassen.

Klimaatzaak verstoort internationale klimaatpolitiek

Dat het Hof weinig kaas gegeten heeft van de problemen van klimaatbeleid in de praktijk, blijkt ook uit de vragen die het aan de partijen heeft gesteld.

Daarin blijft het kernprobleem van het internationale klimaatbeleid buiten schot: hoewel de antropogene emissies van broeikasgassen in het Westen de afgelopen decennia zijn gedaald, blijven de wereldwijde emissies stijgen doordat landen als China en India weinig ondernemen om de emissies terug te dringen en voorrang geven aan economische ontwikkeling.

Dat mogen deze landen op grond van het Parijse klimaatakkoord, want zij staan niet op de lijst van welvarende landen die aan verplichtingen gebonden zijn. Bovendien neemt het aandeel van Europa in de wereldwijde uitstoot steeds verder af, waardoor het Europese klimaatbeleid steeds verder aan belang verliest.

Mocht het Europees Hof in de Portugese zaak de kant van de verzoekers kiezen, dan dreigt niet alleen Europa in de armoede te worden gestort, maar bovendien zal de internationale klimaatpolitiek verstoord worden.

China en India doen straks niets meer

De wereldwijde emissies zullen uitsluitend gaan dalen indien landen als China en India maatregelen gaan nemen. Maar juist indien het Hof de Europese regeringen verplicht om hun klimaatbeleid aan te scherpen, zullen China en andere landen dat zien als een reden om niet meer te doen.

Het is de bevestiging van hun opvatting dat het Westen de schuld is van de ‘klimaatcrisis’. Tegen de tijd dat China aan de beurt is om iets te doen, zullen zij waarschijnlijk met nieuwe wetenschappelijke inzichten komen die een geheel ander beeld werpen op de ‘klimaatcrisis.’        

Totalitair klimaatbewind

Zoals de eerste bevindingen van het onderzoek laten zien, gedraagt het Europees Hof van de Rechten voor de Mens zich niet langer als een onafhankelijke, onpartijdige beschermer van echte mensenrechten. In de klimaatzaken spelen het Hof en de ngo’s elkaar de bal toe om klimaatpolitiek te bedrijven onder het mom van mensenrechten. Het Hof is zo onderdeel geworden van een progressieve beweging die actie voert voor ambitieus klimaatbeleid. Het drijft de spot met de beginselen van rechterlijke onpartijdigheid en een eerlijk proces.

De tekst van het EVRM en de eisen die dit verdrag stelt, worden door het Hof zover gebogen als nodig is om ‘het goede doel’ te bereiken. De mensenrechten zijn het breekijzer geworden om bij de democratie in Europa in te breken en de regie over het klimaatbeleid bij de politiek weg te halen.

De progressieve klimaatwetgever in Straatsburg

Het is interessant om te constateren dat een rechterlijk college dat in laatste instantie voor heel Europa oordeelt over geschillen betreffende mensenrechten zich zo heeft losgemaakt van het recht en de rechtsorde zelf. Het Hof is langzamerhand verworden tot de sluwe modulator van de progressieve beweging en treedt nu op als een schijnbaar redelijke Europese wetgever.

Als het alwetende en almachtige Hof doorgaat op de ingeslagen weg, zit Europa straks opgescheept met een ‘moedig’ arrest dat zowel het primaat van de democratie als de economie om zeep helpt, de dominante klimaatwetenschappers zeggenschap geeft en de weg baant voor een totalitair klimaatbewind.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is ooit opgericht om de burgers van Europa te beschermen tegen totalitaire machtsuitoefening. Het zou toch wel het toppunt van ironie zijn als juist dat Hof nu totalitaire machtsuitoefening faciliteert.


[i]  De fractie van de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR) in het Europees parlement, waarvan de Nederlandse partijen JA21 en SGP deel uitmaken.