Het Westen moet zich niet langer laten chanteren met zijn klimaatschuldgevoel

ArnoutJaspers 19-11-22
Nederlandse delegatie bij de klimaattop in Egypte (Beeld: Twitter)

In het rooskleurige beeld dat ik heb van de vorige eeuw, was beleid een kwestie van concrete oplossingen voor concrete problemen, met doelgerichte financiering, zuinig maar adequaat. Bijvoorbeeld: de Deltawerken. Het probleem was, dat in Zeeland tijdens een extreme storm de dijken waren doorgebroken en de halve provincie onder water stond. 1800 doden en enorme schade. Wat was er nodig om te voorkomen dat dit ooit weer gebeurde? De regering gaf de ingenieurs van Rijkswaterstaat opdracht om dit uit te zoeken.

Dat waren toen mannen in zeer onmodieuze kleding die gerust twintig jaar dezelfde bril droegen, die op grond van fysische en technische principes, praktijkexperimenten en historische data keurig uittekenden wat er gebouwd moest worden om Zeeland weer veilig te maken. Met een prijskaartje erbij zonder astronomische kostenposten voor vage consultants en externe adviesbureaus. En zo geschiedde: de regering stelde de benodigde paar miljard gulden beschikbaar, en de Deltawerken zijn nu nog steeds een internationaal icoon van succesvolle adaptatie.  

Kwartiermakers

Dat is natuurlijk totaal niet meer van deze tijd. Tegenwoordig steekt een bewindspersoon een natte vinger omhoog om te voelen hoe de wind waait in het medialandschap, en zet dan ergens een zak geld neer omdat hij of zij het gevoel heeft dat er nodig iets moet gebeuren.

We beginnen klein: minister Dijkgraaf (OC&W) stelde onlangs 10 miljoen euro beschikbaar om de wetenschapscommunicatie te verbeteren. Hij heeft, gezien de ervaringen met het coronabeleid, namelijk het gevoel dat daar hoognodig iets aan moet gebeuren. Wat? Geen idee, geeft hij ook zelf toe, want hij heeft nu twee kwartiermakers benoemd. Die moeten gaan uitzoeken wat nu eigenlijk het probleem is, wat daaraan eventueel gedaan kan worden – maar wat dat gaat kosten hoeven ze niet meer uit te zoeken, want dat is al bekend: 10 miljoen euro.

Binnen de relevante beroepsvereniging, de VWN, waren al geluiden te horen dat je van zo’n fooi toch echt geen volwaardig instituut voor de bevordering van de wetenschapscommunicatie op poten kan zetten.

Slavernijschaamte

Maar goed, corona is zo goed als voorbij, terwijl dit kabinet het gevoel heeft dat er as we speak nog niet voldoende slavernijschaamte is in Nederland. Dus wordt er een zak geld van 200 miljoen euro neergezet voor een bewustwordingsfonds. Dat kan al niet meer gebruikt worden om een instituut voor bevordering van de slavernijschaamte op poten te zetten, want dat bestaat al twintig jaar: het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee).

De voorzitter van dit instituut, Linda Nooitmeer, zei in Trouw dat ze wel ‘ideeën heeft over waar het geld precies aan kan worden uitgegeven’. Het zou me niets verbazen als ze door het kabinet tot kwartiermaker benoemd wordt. Dan kan ze samen optrekken met de twee al door het Amsterdamse gemeentebestuur benoemde kwartiermakers voor het Slavernijmuseum.    

100 miljard, maar geen concrete ideeën

Kruimelwerk, tot zover; als je het over serieus geld wilt hebben moet je internationaal gaan. Het schuldige Westen wordt geacht jaarlijks een zak geld van 100 miljard dollar neer te zetten in het VN-klimaatfonds. Kwartiermakers genoeg: elke ngo in de ontwikkelingshulp, en elke dictator en volautomatisch herverkozen democratische leider van een ontwikkelingsland heeft vast wel ideeën waar dat geld aan kan worden uitgegeven.

Maar gek genoeg heb ik in verband met dat gigantische klimaatfonds nog nooit een lijst met concrete projecten gezien, of criteria waaraan zulke projecten moeten voldoen. In welke landen en regio’s gaan van dat geld dijken opgehoogd worden? Aan welke kusten leggen we mangrovebosssen aan? Waar staan grote stuwdammen gepland om hevige droogtes ten gevolge van klimaatverandering op te vangen? Moet dat klimaatfonds er voor zorgen dat er geen nieuwe kolencentrales meer gebouwd worden en dat er geen tropisch bos meer gekapt wordt? Zo ja, hoe? Mogen van dat geld ook kerncentrales gebouwd worden?

Onvermijdelijk zal de VN een dikke vinger in de pap krijgen bij het uitdelen van al dat geld, en zal het grootste deel ervan in Afrika terecht komen. Als je dan op de Factsheet – Africa van het IPCC kijkt bij Adaptation Options, staan daar een paar verontrustende opmerkingen. Zo wordt aanbevolen om de weerstand van de bevolking tegen klimaatverandering onder meer te vergroten met ‘sociale beschermingsprogramma’s zoals cash transfers’, dat wil zeggen: gratis geld uitdelen. Het spreekt vanzelf dat dit moet gebeuren op een gender-sensitive manier, en we moeten vooral ook niet vergeten dat de ‘diversiteit van inheemse Afrikaanse kennis’ een rijke basis is voor lokale klimaatadaptatie.  

Nóg een fonds

Je zou als schuldig Westen nog kunnen denken: ok, vaag, en het is een wel bom geld, maar laten we dit toch maar doen, dan zijn we er voorgoed vanaf, van ons eigen schuldgevoel en van al die boetepreken vanuit de Verenigde Naties.

Te vroeg gejuicht. Op de COP 27-klimaatconferentie die nu in z’n laatste week zit, proberen al die kwartiermakers namelijk nóg een fonds te introduceren, Loss and Damage (Verlies & Schade). Het idee schijnt te zijn, dat het algemene klimaatfonds met 100 miljard dollar per jaar gevuld moet worden om onze historische morele schuld aan de opwarming van de aarde af te kopen, maar daarnaast zullen we nog apart worden aangeslagen voor iedere misoogst, bosbrand, overstroming of droogte buiten het Westen die volgens het IPCC mede valt toe te schrijven aan klimaatverandering.

Een onzalig idee

Hier gaat het dus al niet eens meer om een fonds dat klimaatverandering moet tegengaan of een land er beter tegen bestand moet maken; het gaat puur om schadevergoeding.

Dus stel, er breekt in de Hoorn van Afrika weer eens hongersnood uit, primair omdat diverse stammen elkaar daar naar het leven staan, maar misschien ook wel omdat klimaatverandering de droogte en de misoogst ter plekke verergerd heeft.

Net als nu doet het Westen alle moeite om de humanitaire ramp binnen de perken te houden, Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis rukken op volle kracht uit, de VN bouwt vluchtelingenkampen, Franse en Amerikaanse militaire vliegtuigen vliegen voedselhulp in, de EU doneert honderden miljoenen euro’s voor een Afrikaanse vredesmacht en wederopbouw na een moeizaam tot stand gekomen vredesakkoord tussen de strijdende partijen. Alles net als nu.

Maar als dan eindelijk de rust is weergekeerd, valt in de westerse hoofdsteden de factuur op de mat: volgens een Amerikaanse top-letselschadeadvocaat is dit conflict voor 25% toe te rekenen aan klimaatverandering, dus eist hij namens de dictator van dienst 15 miljard dollar vergoeding voor 25% van alle materiële en immateriële schade door het conflict.

Ook als zulke absurde uitwassen op de een of ander manier worden uitgesloten, blijft klimaataansprakelijkheid een onzalig idee. Zelfs als met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid was vastgesteld dat ergens, zeg, 25 procent vaker orkanen aan land komen door klimaatverandering, dan is nog volkomen onduidelijk welk deel van de schade daaraan is toe te rekenen.

Het aantal slachtoffers van orkanen is door vroegtijdige signalering juist enorm afgenomen, dus daar valt voor Loss and Damage niks te halen. De materiële schade door orkanen is toegenomen, maar dat komt vooral door toegenomen welvaart: mensen hebben kostbaarder spullen en vastgoed staan die vernield kunnen worden.

Wanbeleid als verdienmodel

De schade door orkanen en ander extreem weer hangt altijd samen met allerlei beleid op het gebied van bouwen, infrastructuur en de organisatie van de overheid, ook in het Westen. Als wij hier de zaken niet op orde hebben, zijn alle kosten en schade voor onszelf. Als ontwikkelingslanden de zaak kunnen laten versloffen met het vooruitzicht op enorme schadevergoedingen, wordt wanbeleid een verdienmodel. De Filippijnen, dat elk jaar geteisterd wordt door orkanen en nu wordt geregeeerd door Bongbong Marcos – inderdaad, de zoon van – zal zich in de handen wrijven bij wat er nu op COP27 wordt bepleit.

Nog vager wordt het, als ook allerlei infectieziektes en zelfs geestelijke gezondheidsklachten aan klimaatverandering worden toegeschreven. Deze week publiceerde JAMA Network, een prestigieuze keten van geneeskunde-tijdschriften, een vlammend redactioneel over het alomvattend slachtofferschap van Afrika, waarin zo ongeveer alles wat er mis is op dat continent wordt verergerd door klimaatverandering, tot Ebola aan toe. Zullen we eventuele stijgingen in de kosten van de gezondheidszorg in Afrika dan ook maar aan de lijst van Loss and Damage toevoegen? In feite is Afrika’s kwetsbaarheid voor klimaatverandering eerst en vooral een probleem van armoede, overbevolking, corruptie en wanbeleid.      

De exploitatie van westers schuldgevoel werkt zo goed, dat het altijd naar meer smaakt. Eerst was er het koloniale schuldgevoel, toen het post-koloniale kapitalistische schuldgevoel, en nu onze klimaatschuld van historische proporties. Het is de hoogste tijd om zulke morele chantage resoluut af te wijzen. Dan valt er daarna best nog te praten over ontwikkelingshulp en economische samenwerking.

Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers houdt het hoofd koel als anderen op hol slaan. Zijn nuchtere analyses staan iedere zaterdag in Wynia’s Week.

Wynia’s Week verschijnt twee keer per week, 104 keer per jaar. Ons online magazine wordt volledig mogelijk gemaakt door de bijdragen van de donateurs. Doet u mee? Hartelijk dank!