Hitler verloor de Tweede Wereldoorlog al in de zomer van 1941

russische-gevangenen
Russische krijgsgevangenen: creperen.

Op 22 juni 1941 viel nazi-Duitsland de Sovjet-Unie binnen met het sterkste leger dat de wereld ooit aanschouwde. Spectaculaire overwinningen werden behaald, maar met het Kremlin al in zicht, liep de Duitse oorlogsmachine toch nog vast in modder en vrieskou. Dankzij ‘Generaal Winter’ bleef Stalins Rusland ternauwernood overeind, terwijl Hitlers Wehrmacht een zekere zege verspeelde. Deze gangbare visie op ‘operatie-Barbarossa’ veegt historicus David Stahel resoluut van tafel.

Van aanvang af was de veldtocht tot mislukken gedoemd. Al tijdens die ogenschijnlijk zo triomfantelijke zomermaanden, en niet pas in Stalingrad (’42-’43), werd het lot van Hitlers Derde Rijk bezegeld. Dit laat Stahel overtuigend zien in een gedegen oeuvre, dat inmiddels vijf boeken omspant. Niet toevallig is deze auteur een Australiër: in het Duitsland van Angela Merkel wordt veel onderzoek verricht naar nazi-oorlogsmisdaden, maar houdt nauwelijks nog iemand zich bezig met het bestuderen van de eigen militaire geschiedenis.

De Duitsers verloren de oorlog in het oosten

De Tweede Wereldoorlog blijft als historisch onderwerp onverminderd populair. Toch is de militaire geschiedschrijving daarvan onevenwichtig. Boekenkasten zijn er volgeschreven over de invasie in Normandië, de luchtlanding bij Arnhem, de aanval op Pearl Harbour en de slag om El Alamein.

De strijd aan het Oostfront komt er verhoudingsgewijs bekaaid af. Dit is verklaarbaar door het sterk overheersende Angelsaksische perspectief, dat veel historiografie opleverde over veldslagen waarbij de Verenigde Staten en Groot-Brittannië zelf betrokken waren. Daarentegen was het zeker tot 1989 bijzonder lastig om archiefonderzoek te doen in Russische archieven, terwijl de publicaties van Oostblok-historici logischerwijs werden gewantrouwd.

Hoewel de geschiedschrijving het niet weerspiegelt, is het zonneklaar dat de strijd aan het Oostfront in wezen de Tweede Wereldoorlog was: alleen daar viel de beslissing. Vanaf 22 juni 1941, de dag dat de Wehrmacht het Sovjet-territorium binnentrok, heeft daar een strijd gewoed die qua omvang en intensiteit alle andere strijdtonelen in de schaduw stelde.

Het Afrikakorps waarmee veldmaarschalk Erwin Rommel roem oogstte, bestond uit honderdduizend man, maar aan het Oostfront vochten zeker dertig keer zoveel Duitsers! Het is dan ook het reusachtige en meedogenloze gevecht tegen de Sovjet-Unie geweest dat Hitlers legers fataal werd. Van de naar schatting 5 miljoen Duitse militaire doden in de Tweede Wereldoorlog sneuvelden er zo’n 3 ½ miljoen aan het Oostfront. De invasie in Normandië bracht ons democratie en vrijheid, maar het zijn de Russen die nazi-Duitsland hebben verslagen.

‘Barbarossa’ was gedoemd te mislukken

En niet pas na Stalingrad. David Stahel laat zien hoezeer die uiteindelijke Duitse nederlaag zich al in de zomer van ’41 begon af te tekenen, en in feite was ingebakken in de strategische opzet en de planning van operatie-Barbarossa. Op dat moment was de Duitse Wehrmacht onbetwist het sterkste leger ter wereld. Met een reeks imponerende Blitzkriege hadden de nazi-legers praktisch heel Europa eenvoudig onder de voet gelopen.

Vooral de snelle zege op aartsvijand Frankrijk had indruk gemaakt: ditmaal geen jarenlange loopgravenoorlog, maar een verrassende tankmanoeuvre van nauwelijks zes weken. Het zelfvertrouwen van Hitler en zijn generaals zwol op tot overmoed. In die sfeer plande het Duitse opperbevel de invasie, op basis van een akelige onderschatting van de Russische sterkte en de invloed die het reusachtige en moeilijk begaanbare operatieterrein zou hebben op het verloop van de strijd.

De tanks vlogen voor de infanterie uit

In zijn eerste studie over de Duitse aanval op Rusland (Operation Barbarossa and Germany’s Defeat in the East, 2009) concentreerde David Stahel zich op de belangrijkste eenheden van de invasiemacht: de tankdivisies van Legergroep Centrum. Stahel besteedde daarbij nadrukkelijk aandacht aan allerlei logistieke en organisatorische aspecten van de dagelijkse gang van zaken aan het front. Daarmee illustreerde hij hoe er bij die elitedivisies reeds na enkele dagen van alles fout begon te gaan, ook al werd bliksemsnel opgerukt en leek het Rode Leger te worden weggevaagd.

Inderdaad, de Duitsers vernietigden enorme aantallen Sovjet-tanks en vliegtuigen. In enkele reusachtige omsingelingsslagen bij Minsk, Smolensk, Kiev en Viasjma maakten ze onvoorstelbare aantallen krijgsgevangenen. Deze vele honderdduizenden arme Russen zouden in Duitse gevangenschap creperen en meestal overlijden.

Stalin had reservesoldaten

Toch bleek het Sovjetsysteem in staat die enorme verliezen aan te vullen. De Duitse legerleiding had daar geen flauw benul van. Vanwege slecht spionagewerk bleef onzichtbaar dat Stalin kon terugvallen op een mobilisatiebasis van liefst veertien miljoen (basaal) getrainde Russen.

De omvang van het Rode Leger bleef daardoor op peil. En de bewapening voor een groot deel ook, omdat fabrieken in recordtempo naar het oosten werden geëvacueerd en weer opgebouwd. Bovendien bleek die industrie in staat om kwaliteitsproducten af te leveren. De nieuwe T34-tank verraste de Duitsers en zorgde zelfs tot paniek, omdat granaten afketsten op het dikke pantser.  

Zelf had de Duitse Wehrmacht nauwelijks reservetroepen beschikbaar. Ook vervangende onderdelen voor tanks waren schaars. De militaire productie van vliegtuigen en tanks lag sowieso verbazingwekkend laag, omdat Hitler daarvoor geen noodzaak zag en liever niet wilde bezuinigen op consumptiegoederen voor de Duitse bevolking.

David Stahel laat zien wat dit alles in de praktijk betekende voor de oprukkende divisies. Hij betoogt dat de Sovjet-Unie eigenlijk door twee Duitse legers tegelijk werd binnengevallen. Er was een sterk, maar relatief klein tankleger dat zich krachtig een weg baande dwars door de rode linies, plus een veel groter infanterieleger dat, niet wezenlijk anders dan Napoleons Grande Armée van 1812, te voet volgde.

Al na enkele dagen raakten de marcherende soldaten hopeloos achterop bij de voortrazende tankeenheden. Daardoor moesten die pantserdivisies veelal zonder infanteriesteun het gevecht aangaan. Bij dergelijke schermutselingen werden de Russen doorgaans met enorme verliezen teruggeslagen, ook al vochten ze fanatieker en vasthoudender dan de Duitse bevelhebbers hadden verwacht.

Vastgelopen in stofwolken en modder

Maar de zo cruciale Duitse tankeenheden incasseerden zelf toch ook de nodige schade. Na enkele weken was zeker de helft van de Duitse tanks uitgevallen, overigens lang niet altijd door Russische voltreffers, maar vaker vanwege de belabberde kwaliteit van de veelal onverharde wegen.

In de zomerhitte ontstonden grote stofwolken die de tankmotoren lieten vastlopen. Reservemotoren waren schaars en moesten helemaal uit Duitsland worden aangevoerd. Intussen hadden uiteengeslagen Russische groepen zich verstopt in het moeilijk toegankelijke terrein vol wouden en moerassen, waar vanuit ze (als partizanen) verrassingsaanvallen uitvoerden op de langzamere Duitse infanterie-eenheden en de begeleidende paardenkarren en vrachtwagens met bevoorrading.

De beroerde wegen en enorme afstanden putten de soldaten uit. Er bleef weinig heel van het Duitse wagenpark, in feite een allegaartje aan modellen van veelal Franse makelij. David Stahel geeft aan dat de Duitse opmars al snel aan stootkracht verloor, al voordat de herfstregens in september zorgden voor een modderbad waarin alles vastliep.

Treinvervoer bleek geen optimaal alternatief. De bredere Russische rails moest eerst door pioniers worden versmald en opgeblazen spoorbruggen worden hersteld, terwijl het terugtrekkende Rode Leger bijna alle locomotieven en wagons had meegenomen of vernield.

De aanvoerlijnen werkten niet

Logistiek bleek de achilleshiel van de Wehrmacht. Het ononderbroken oprukken en aanvallen putte de Duitse legers uit. Alleen al in de ogenschijnlijk succesvolle maand juli ’41 zouden 63.000 Duitse soldaten aan het Oostfront sneuvelen: meer dan de totale Amerikaanse verliezen in de hele Vietnamoorlog.

We worden vernietigd door het winnen‘, concludeerde een Duitse bevelhebber bitter. Deze realiteit drong nauwelijks door tot het hoofdkwartier ver achter het front, waar Hitler en zijn generale staf over kaartentafels stonden gebogen. De vlaggetjes op het bord representeerden nog een schim van de aanvankelijke sterkte en de ingetekende frontlijn bestond in werkelijkheid niet, omdat ook (ver) achter het front nog werd doorgevochten.

David Stahel publiceerde in 2012 een reconstructie van de grote omsingelingsslag bij Kiev (in september ’41), en daarna nog twee studies naar de daaropvolgende ‘beslissende’ Duitse aanval op Moskou. Ook deze veldslagen eindigden weer in tactische overwinningen, die echter strategisch nutteloos bleken omdat ze niet leidden tot de ineenstorting van het Sovjet-regime. Moskou had sowieso nooit veroverd kunnen worden, betoogt Stahel. Deze uitgestrekte metropool was daarvoor al teveel versterkt en zou voor de Wehrmacht in een rampzalig ‘super-Stalingrad’ zijn uitgemond.

Zover kwam het niet. Hitlers legers werden begin december door een onverwacht Russische tegenaanval een stuk teruggeworpen, waarna ze zomer ’42 een tweede offensief ondernamen in de illusie dat de Sovjet-Unie alsnog kon worden veroverd. Maar de Führer en zijn Wehrmacht hadden zich reeds in de zomer van 1941 vertild aan het immense Rusland, dat werd binnengevallen met een overmoedige strijdmacht die onvoldoende was toegerust om dit hardnekkig verdedigde en grotendeels onontgonnen land onder het juk te brengen. Toen na enkele weken geen snelle zege was geboekt, ontstond een slepende uitputtingsoorlog die voor nazi-Duitsland nooit te winnen viel.

Van David Stahel verschenen de volgende boeken over de Duitse aanval op de Sovjet-Unie:

  • Operation Barbarossa and Germany’s Defeat in the East, Cambridge Military Histories 2009, ISBN 9780521 170154
  • Kiev 1941. Hitler’s Battle for Supremacy in the East, Cambridge University Press, 2012, ISBN 9781107 610149
  • Operation Typhoon. Hitler’s March on Moscow, October 1941, Cambridge University Press, 2013, ISBN 9781107 035126
  • The Battle for Moscow, Cambridge University Press, 2015, ISBN 9781107 457454
  • Retreat from Moscow. A new History of Germany’s Winter Campaign, 1941-1942, Farrar, Straus and Giroux, 2019.

Op Youtube zijn twee interessante lezingen van David Stahel te volgen over operatie-Barbarossa:

https://www.youtube.com/watch?v=e4XEbJOqTCo
https://www.youtube.com/watch?v=KxsdfcgfSS8&t=2457s