Hoe ik vriendjes werd met corona

hoefijzerneus
Hoefijzerneus, een familie van vleermuizen

Dat corona, waar je zoveel over leest, u weet wel, heeft meer menselijke trekjes dan je op eerste gezicht vermoedt. Laten we bij het begin beginnen. Naar verluidt begon het omdat er in een Chinese stad, die trouwens zo groot is als Nederland, een stuk of wat inwoners waren die een keer iets anders wilden eten.

Laten we dat niet te snel veroordelen, want onze judeo-christelijke samenleving is gegrondvest op dezelfde drang. De mensheid leefde in het paradijs toen Eva besloot, al dan niet aangespoord door De Slang, om uitgerekend net dat ene ding op te eten dat door de lokale overheid streng verboden was verklaard. De appel als de bijbelse pangolin, en met net zulke fatale gevolgen.

Keten van ellende

Vervolgens hield het tot dan toe bekende paradijs prompt op te bestaan en moesten er kleren worden aangeschaft. Dat leverde een keten van mondiale ellende op: kapotte wasmachines, sweatshops, failliete Franse designers, katoenplukkers en toen die niet meer te vinden waren uiteindelijk de West-Indische Compagnie en excuses van de Amsterdamse gemeenteraad.

Dat bevallingen daarvoor pijnloos waren en nadien niet, moet een wrok zijn geweest van het bijbelse Centraal Comité van de Communistische Partij tegen de vrouw in het algemeen, alsof die iets kon doen aan de appetijt van Eva. En tot de komst van de vijfdaagse werkweek moesten de mannen in stof en zweet sappelen. Noem dat maar geen mondiale gevolgen.

Schapenkaasje

Nu hoor ik u zeggen: ‘Een blinkende Cox Orange Pippin, oké. Maar wat bezielt die Chinezen om aan zo’n griezelige vleermuis te gaan knagen? Of zo’n pangolin, van top tot teen bedekt met schubben?’

Maar dat is iets te makkelijk. Want kijk eens naar de Fransen. Ze wonen maar 300 kilometer verderop. Ze zijn de bedenkers van blauwe kaas. Ooit nam een herder een schapenkaasje mee naar een grot. Je mag aannemen dat het ding toen nog vers was. Hij legde het neer in een hoekje en vergat zijn lunch. Drie maanden later vond hij het ding terug, totaal beschimmeld. En neemt hij zijn verlies? Gooit hij het ranzige ding in de kliko?

Hij. Eet. Het. Op.

Originele Herders

Voorwaar, ik zeg u, de coronacrisis heeft vele vaderen. Want de herder vertelde al zijn vriendjes dat ze vanaf nu allemaal hun lunch niet meteen moesten opeten, maar eerst drie maanden in de grot moesten neerleggen. Het werd nog gekker, want vervolgens gingen ze hun beschimmelde waar verkopen aan andere nederzettingen, met de plechtige belofte dat ze het daar niet in hun hoofd moesten halen het zelf te proberen, omdat de schimmel van de Originele Herders nu eenmaal superieur was.

Dat bleek ook wel, want toen iemand verderop het stiekem toch probeerde (menselijk, menselijk) was het resultaat geen roquefort, maar camembert. Of munster. Of morbier. Dat hele Appellation Controlée en IGP-gedoe is te herleiden tot de halsstarrige weigering van de allereerste vergeetachtige herder om zijn bio-afbreekbare afval modern te scheiden.

Over de vleermuis laat ik me niet uit, want sinds Bram Stoker zijn we in Europa nogal opgestookt tegen dat beestje. Maar een pangolin lijkt me niet vreemder dan een Oosterscheldekreeft, een oester, en mossel of een alikruik. De wereld vergaat niet als je die eet, maar hee—dat wist Eva mutatis mutandis ook niet van tevoren.

Capôte anglais

En daarna gebeurde er trouwens nog genoeg rampspoed. De hele aardbol stond onder water en iedereen moest verplicht cruisen met die autistische Noach en zijn benauwde bootje. Ook dat is helemaal goedgekomen. De Zwarte Dood, de Spaanse Inquisitie, de Spaanse griep en John de Mol—uiteindelijk heeft de mensheid alles overleefd.

Voor de Spanjaarden was het extra lullig, want de Spaanse griep kwam helemaal niet uit die contreien. Maar de Spanjarden wijdden er als eersten in de krant een serieuze driekolommer aan en stonden sindsdien prompt bekend als de aanstichters. Maar ook dat is een menselijke eigenschap. De Fransen noemden syfilis de Engelse ziekte, en de Britten wisten zeker dat het de Franse ziekte was. Zelfs de panacee werd aan het andere land toegewezen, want de Fransen noemden het preservatief lange tijd een capôte anglais.

Kwik

Tot slot mag niet ontbreken hoe het bijgeloof dankzij een populaire ziekte wetenschappelijke voet aan de grond kreeg. Geslachtsziekten werden namelijk vanouds aan Venus toegeschreven. De oplossing lag volgens wichelaars in de sterren. Venus is een planeet, en de anti-planeet die er recht tegenover lag, was Mercurius. Dat is de Latijnse naam van kwikzilver, en zeker honderd jaar gold kwik als het enige geneesmiddel tegen de syf. Weliswaar viel eerst je haar ervan uit en vervolgens al je tanden, maar het bewijs dat astrologie wáár was, dat was onmiskenbaar gelegd.

En wie wc-papier hamstert, is zelf geen haar beter dan de Wuhan-Chinees die op de zwarte markt pangolin koopt of als de herder uit de Auvergne die tegen alle instincten in beschimmelde kaas eet. We dwalen als mensheid allemaal, maar doen het elk op onze manier.