Kabinet vindt de burger een probleem

Het kabinet RutteDrie vindt de burger maar hinderlijk en ondankbaar. De burgers moeten da nook dringend worden heropgevoed. Wim Voermans geloofde zijn ogen niet, toen hij las hoe het kabinet tegen de democratie aankijkt.

December 2018: Minister Ollongren neemt het rapport-Remkes in ontvangst

De tragiek van een liberale democratie is dat het veelal zittende, gevestigde partijen zijn die over de toekomst van het bestel beslissen. En dat kunnen ze natuurlijk niet doen in het voorbijgaan van hun eigen belangen. Denken over democratische vernieuwingen is daarbij altijd een rekensom: waar komen wij straks uit? Dat fenomeen is fraai terug te lezen in het Kabinetsstandpunt over het advies van de Staatscommissie parlementair stelsel dat begin deze zomer verscheen. Maar zelden gebeurde dat zo schaamteloos.

De commissie-Remkes (Staatscommissie parlementair stelsel) legde in december 2018 een kloek rapport neer (‘Lage drempels, hoge dijken’) met een buitengewoon heldere analyse van de staat van de Nederlandse democratie: hoogwateralarm. In zijn algemeenheid staat het er goed bij met de democratie in Nederland, maar alarmerend is wel dat een derde van het electoraat aan het afhaken is – velen voelen zich niet meer vertegenwoordigd, dat is een latente bedreiging voor onze democratie.

Het doet zich gevoelen op allerlei fronten: traditionele partijen lopen leeg, het politieke landschap fragmenteert, de stabiliteit van het stelsel en de meerderheden die nodig zijn voor hervormingen kalven af. Een signaal dat het Sociaal- en Cultureel Planbureau al jaren afgeeft.

Goede ideeën laten lopen, zelf slechte bedenken

De Commissie-Remkes beveelt bij voorrang aan hier iets aan de te doen, bijvoorbeeld door een correctief referendum in te voeren, iets te doen de verbestuurlijking van Nederland (technocratisering van bestuur door steeds meer zelfstandige bestuursorganen), de niet uit te leggen machtspositie van de Eerste Kamer wat terug te schroeven, dat soort dingen. Maar dat is juist wat het kabinet niet doet. Alsof die analyse – bevestigd van verschillende kanten – een soort nepnieuws is, winkelt het kabinet in de wat kleinere aanbevelingen van de commissie en verzint er zelf nog wat nieuwe bij.

Wie door het kabinetsstandpunt bladert kan maar heel moeilijk gevoelens van verontwaardiging onderdrukken. Waar de commissie-Remkes de posities en vertegenwoordiging van (afgehaakte) kiezers wil versterken, wijst het kabinet die burger doodleuk aan als een soort gevaar zettende bedreiging die moet worden (her)opgevoed.

Partijen-wet moet PVV aanpakken

Er moet vooral een wet op de politieke partijen komen met vooral heel veel regels die de niet-middenpartijen (lees vooral: de PVV) gaan treffen. Kleingeestig, want het is heel aardig gelukt deze nieuwkomer, die al lang over zijn hoogtepunt heen is, binnen het stelsel te houden. Verder moeten al die onterecht ontevreden en ondankbare kiezers die wegliepen bij de grote middenpartijen heropgevoed worden door burgerschapsonderwijs, en bijgepraat worden over de plannen van het bestuur in vormen van participatie zonder zeggenschap.

Er komen burgerschapsfora, meer internetconsultatie (meer dan de helft van de maatregelen bestaan uit het opwarmen van nietszeggende vormen van het ‘horen’ van de burger in uitlegrondes) en – ik vergeet het bijna – als klap op de vuurpijl: het aanscherpen van de Aanwijzingen inzake externe contacten van rijksambtenaren (de ‘Oekaze-Kok’ uit 1999).

Die doorbraak die we indertijd voor elkaar hebben weten te krijgen door in een interne rijksmaatregel met elkaar af te spreken dat er af en toe, als we daaraan toekomen, en als het niet te veel is gevraagd, en als het geen weekend is, en als er geen Kamervragen hoeven te worden beantwoord, en zolang het maar niet uitmondt in een WOB-verzoek, best wel een keer als Rijksambtenaren antwoord willen geven op vragen van burgers.

RutteDrie is Oost-Indisch doof

Je gelooft niet wat je leest als je het kabinetsstandpunt doorbladert. Oost-Indisch doof voor de analyse voor Remkes, onhandig winkelend door het Remkes-rapport en daarbij een cocktail kiezend van maatregelen die nu juist het probleem van onze democratie groter gaan maken. Die moet inclusiever en die wordt juist exclusiever met de preoccupaties van het kabinet voor de ondermijnende, ondankbare burger die zo nodig heropgevoed moet worden in onderwijs, voorlichting en nietszeggende participatietrajecten.

Dat gaat niet goed komen zo, want, zoals de Amsterdamse hoogleraar politicologie Tom van der Meer een paar jaar geleden al zei: ‘Niet de kiezer is gek’. Die gaat hier – kosmetische operaties aan het kiesstelsel of niet – waarschijnlijk mee afrekenen.