Lewis Namier, een conservatief zonder illusies

invalinpolen
De Duitsers vielen op 1 september 1939 Polen binnen. De Russen volgden ruim twee weken later.

Misleiding is het handelsmerk van Vladimir Poetin. Vandaar dat zijn laatste bijdrage aan het debat over het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nauwelijks serieus is genomen. Maar dat was in dit geval ten onrechte. De Russische president verklaarde aan de vooravond van Kerstmis 2019  dat Polen zelf medeverantwoordelijk was geweest voor de militaire invasie van nazi-Duitsland die op 1 september 1939 het begin van de Tweede Wereldoorlog inluidde.

Daarmee deed Poetin nog eens een schep bovenop eerdere uitspraken dat de westerse mogendheden Engeland en Frankrijk, na het in september ‘38 met Hitler gesloten akkoord (‘München’), de Sovjetunie geen andere mogelijkheid hadden gelaten dan de ondertekening in augustus 1939 van het non-agressiepact tussen Moskou en Berlijn.

Poetin reageerde met zijn laatste uitspraak op de recente resolutie van het Europese Parlement, een instituut dat zich wel vaker inlaat met zaken die het beter zou kunnen laten rusten. Deze volksvertegenwoordiging sprak in meerderheid uit dat de ondertekening van dit pact Stalin medeverantwoordelijk maakt voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Maar volgens Poetin was de overeenkomst met Berlijn noodzakelijk geworden om de Sovjetunie een adempauze te verschaffen die de mogelijkheid bood haar strijdkrachten te versterken.

Het geheime protocol van augustus 1939, dat Oost-Europa opdeelde in invloedssferen die de Sovjetunie aanspraak deed maken op Oost-Polen (bezet in september 1939), de Baltische staten (bezet in het voorjaar van 1940) en Bessarabië, verschafte volgens het oordeel van Poetin Moskou een cordon sanitaire dat in het licht van de Duitse dreiging onmisbaar was.

Minder bekend is dat de westerse geschiedschrijving lange tijd een belangrijke, zo niet dominante stroming kende die het standpunt van Poetin ondersteunt. Een pionier was de Britse historicus Louis Namier (1888-1960) met zijn Diplomatic Prelude 1938-1939. Dit boek verscheen in 1948, toen de inhoud van het pact en het geheime protocol in het westen al bekend waren (in de Sovjetunie gebeurde dat pas in 1989). 

Geharnaste conservatief

H.W. Hayton, hoogleraar aan de universiteit van Ulster (Noord-Ierland), maakt in een mooie biografie duidelijk dat het standpunt van Namier allerminst was toe te schrijven aan politieke sympathie voor de Sovjetstaat. Namier stond eind jaren ‘ 40, toen hij een van de bekendste historici was van Engeland, al geruime tijd bekend als een geharnaste conservatief. In de titel van deze biografie wordt hij zelfs een ‘revolutionary conservative’ genoemd, een wat overdreven typering die niet door de tekst wordt ondersteund. Maar een radicale Tory was Namier zeker.

In zijn Diplomatic Prelude 1938-1939, een boek dat ook ruim 70 jaar na verschijning nog staat als een huis, schrijft Namier dat de Sovjetunie allerminst uit was op een militair conflict. De uitspraak van het Europese Parlement zou door een nog in leven zijnde Namier zijn veroordeeld als een absurditeit. In het midden van de jaren ’20 had hij Mein Kampf gelezen en zijn conclusies getrokken. Nadat de nazi’s in 1933 aan de macht waren gekomen was er in zijn ogen slechts één man die oorlog wilde en dat was Hitler – en zeker niet Stalin. De Führer hunkerde naar oorlog, respectievelijk naar de verovering van Lebensraum. Dat was al in de jaren ’30 de mening van Namier en dat standpunt handhaafde hij in Diplomatic Prelude.

Eerst nalatig, toen slap

Groot-Brittannië en Frankrijk hadden in 1936, toen het op dat moment nog zwakke Duitsland het Rijnland bezette, met een interventie de zaken kunnen keren. Maar dat gebeurde niet. Integendeel, de politiek van appeasement leidde twee jaar later zelfs tot de overeenkomst van München die Hitler toestemming gaf het Tsjechische Sudetenland in te lijven.

De eis die Stalin in de onderhandelingen van april tot augustus 1939 aan de westerse mogendheden stelde dat Europa in invloedssferen moest worden verdeeld, als bijdrage aan de Russische veiligheid, was naar de mening van Namier logisch en redelijk. De achterdocht van de Sovjetunie tegen het Westen was wellicht overdreven, maar na de conferentie van München begrijpelijk. Dat Groot-Brittannië uit een oogpunt van Realpolitik blunderde door de eis van Stalin af te wijzen, was volgens Namier ook het gevolg van de Poolse weigering om in geval van oorlogsdreiging (‘indirecte agressie’) mee te werken aan een doortocht van Russische troepen. Poetin laat groeten.

Van Galicië naar Oxford

Lewis Namier werd in 1888 geboren als Ludwik Bernsztajn. Het landgoed van zijn vader, een joodse grootgrondbezitter, lag in het Poolse deel van Galicië dat toen tot Oostenrijk-Hongarije behoorde. De zes jaar jongere, eveneens joodse journalist en romanschrijver Joseph Roth (Radetzkymars, 1932) was een streekgenoot. Namier kreeg de mogelijkheid in het buitenland te studeren, eerst in Lausanne (waar hij colleges volgden bij de beroemde socioloog Vilfred Pareto), vervolgens in Londen en Oxford.

In 1913, toen hij 25 jaar oud was en de naam Namier had aangenomen, kreeg hij het Britse staatsburgerschap. De extreem getalenteerde jongeman studeerde af als historicus en maakte tijdens de Eerste-Wereldoorlog carrière in het Foreign Office (ministerie van buitenlandse zaken), afdeling inlichtingenwerk. Als lid van de Britse delegatie nam hij deel aan de onderhandelingen in Versailles. Daarna was hij als secretaris van Chaim Weizmann, leider van de Jewish Agency for Palestine, actief in de zionistische beweging.

Onaardig tegen collega’s

In de jaren ‘20 begon Namier naam te maken als geschiedschrijver en politiek journalist. Hij publiceerde talloze commentaren en boekrecensies die uitblonken door scherpte. Zijn boeken over de 18e eeuw (o.m. England in the Age of the American Revolution, 1930) waren een academische sensatie en ook nog een publiek succes. Toch ging het hem in zijn carrière niet voor de wind. De poorten van Oxford en Cambridge bleven voor hem als docent gesloten. Uiteindelijk werd hij hoogleraar aan de universiteit van Manchester, volgens academische maatstaven de provincie. Antisemitisme, zo schrijft Hayton, speelde bij de tegenwerking een rol.

Maar de biograaf maakt ook duidelijk dat Namier dankzij zijn uitgesproken persoonlijkheid zichzelf flink in de weg zat. Hij had de onbedwingbare drang om concurrenten op hun plaats te zetten. De beroemdste van hen, Arnold Toynbee (A Study of History, 1934-1961), was Namier goed gezind, maar merkte op dat deze collega behept was met een paranoïde haat tegen mensen die hem volgens zijn eigen waarneming dwars zaten. Zelfs zijn vrienden ontkwamen niet aan zure commentaren. Aan Isaiah Berlin, de beroemde ideeënhistoricus, schreef hij: ‘Ik bewonder je. Hoe intelligent moet jij wel niet zijn om alles te begrijpen wat je zelf schrijft.’

Een modern wereldbeeld

Wat laat Namier na? Zijn werk over de 18e eeuw is nog steeds interessant voor specialisten. Zijn boeken over de jaren ‘30 blijven zeer de moeite waard, al was het maar om de onbekookte opinies van ignorante volksvertegenwoordigers te ontkrachten. Maar vooral zijn zeven bundels met verzamelde essays over uiteenlopende historische thema’s (o.m. Personalities and Powers, 1955 en Vanished Supremacies, 1958)  blijven van betekenis, dankzij het opvallend moderne wereldbeeld dat in deze werken doorklinkt.

Namier had een illusieloze kijk op de dingen die goed past bij ons postideologische tijdperk. Het conservatisme dat hij aanhing was, in zijn eigen kernachtige formulering, ‘de filosofie van de werkelijkheid’. De realiteit, historisch en hedendaags, bestaat volgens hem uit de handelingen van individuen die voor een deel, zo niet in hoofdzaak, door irrationele oprispingen worden voortgedreven.

Flapdoodle

De beste leermeester voor de historicus is volgens Namier de Russische romanschrijver Dostojevski, specialist in zielkundig diepteonderzoek. De onderlagen van het menselijk bewustzijn: vooral daar liggen de menselijke drijfveren opgeslagen. De rest is volgens Namier voor een belangrijk deel ‘flapdoodle’, nonsens.

Bekend geworden is zijn uitspraak dat hij in staat zou zijn een grondig gedocumenteerde geschiedenis te schrijven waarin geen enkele bewering juist was. De beste verklaring van historische gebeurtenissen vind je niet in de archiefstukken, maar in de onderliggende emoties: hoogmoed, narcisme, paranoia, agressie, haat. Deze ‘wet van Namier’ is ook een betrouwbare wegwijzer in een hedendaagse werkelijkheid die is vervuld van klimaatalarmisme, religieus fanatisme en populistische hysterie.

D.W. Hayton, Conservative revolutionary. The Lives of Lewis Namier, Manchester University Press, 454 blz., € 30.95