Met uw spaar- en pensioengeld worden bedrijven politiek correct lamgelegd

ROORDA300422-versieSyp

Toen entertainmentbedrijf Walt Disney vorig jaar begon met het promoten van ‘critical race theory’ en daar dit jaar genderideologie aan toevoegde, werden de bestuurders niet teruggefloten door de aandeelhouders. De doelstellingen om onder andere Disneyfiguren voor vijftig procent te laten bestaan uit seksuele en raciale minderheden deed echter veel consumenten het bedrijf de rug toekeren. De aandelenkoers belandde in een vrije val.

Disney zocht de confrontatie met de Republikeinse gouverneur Ron DeSantis van de staat Florida toen deze scholen wilde verbieden kinderen onder de leeftijd van tien jaar lastig te vallen met radicale LGBT+-standpunten. Het betreffende wetsvoorstel werd door tegenstanders geframed als ‘Don’t say gay’. Ook Disney, dat een sterke aanwezigheid met dito privileges heeft in Florida, vond het nodig DeSantis weg te zetten als homo- en transfoob. Deze maakte daarop een einde aan de voordelen die Disney in Florida geniet.

De concurrentie is van dezelfde beleggers

Geen van de concurrenten probeerde van de situatie te profiteren en marktaandeel van Disney af te snoepen. De aandeelhouders die de CEO van Walt Disney steunden om de Republikeinse gouverneur om diens opvattingen aan te vallen, zijn namelijk dezelfde als die van de concurrenten. Zoals de Amerikaanse auteur en ondernemer Vivek Ramaswamy twitterde, zijn de grootste aandeelhouders van Walt Disney de beleggingsfirma’s Vanguard, Black Rock en State Street.

Dit trio vinden we ook terug als grootste aandeelhouders bij bijvoorbeeld concurrent Comcast, dat de eigenaar is van Universal Studios en zender NBC. Dezelfde drie zijn ook de grootste aandeelhouders van Twitter. Nu Elon Musk, onder meer de oprichter van Tesla, alle aandelen van Twitter lijkt te verwerven, is het echter nog maar de vraag in hoeverre hij de koers van het bedrijf kan bijstellen om redenen die hierna uit de doeken worden gedaan.

Eerst het antwoord op de vraag hoe het komt dat bij veel grote beursgenoteerde onderneming steeds weer dezelfde beleggingsfirma’s als de grootste aandeelhouders opduiken. Dat heeft te maken met de vlucht die passief indexbeleggen heeft genomen.

Onderzoek laat zien dat actief, dat wil zeggen door vermogensmanagers beheerde portefeuilles, vaak geen beter rendement opleveren dan portefeuilles die slechts een bepaalde index nabootsen. Vanguard, Black Rock en State Street behoren tot de grootste aanbieders van dergelijke passieve indexbeleggingen. Door hun omvang kunnen ze die tegen lage kosten aanbieden.

Beleggingsfondsen gaan ESF

Er is nog een andere factor van belang. Gedurende de laatste jaren hebben veel van deze vermogensbeheerders zich bekeerd tot het ESG-gedachtegoed. Die letters staan voor Environment, Social en Corporate Governance. ESG werd in 2005 gelanceerd door de VN, waarbij een gezamenlijke conferentie onder de naam ‘Who cares wins’ het startsein vormde.

Institutionele beleggers, fondsenbeheerders, beleggingsanalisten, consultants, overheidsmedewerkers, toezichthouders en vertegenwoordigers van diverse VN-organisaties en de International Finance Corporation (onderdeel van de Wereldbank) kwamen bijeen om te praten over criteria die bedrijven moeten aanzetten om zich verantwoorder te gedragen.

Duurzaam en divers

ESG bestaat niet uit een vaste set criteria die uniform wordt toegepast. ‘Rating agencies’ zoals S&P en MSCI hanteren hun eigen indicatoren, die echter wel een grote mate van overlap laten zien. Dat is een verschil met de ‘duurzame ontwikkelingsdoelen’, die vertrekken vanuit zeventien gedeelde doelstellingen.

De overeenkomsten zijn echter dusdanig dat het gerechtvaardigd is om ESG te zien als een doorvertaling van de duurzame ontwikkelingsdoelen naar bedrijfsniveau. In beide gevallen worden vanuit de algemene doelstellingen, die kwalitatief zijn geformuleerd en meestal weinig weerstand oproepen, gedetailleerde subdoelstellingen afgeleid die precies voorschrijven wat wel en niet geoorloofd is – en daar een score aan koppelen.

Bij het environment onderdeel spelen criteria die de impact van gedrag meten op klimaatverandering en duurzaam gebruik van grondstoffen een voorname rol. Bij social gaat het om ‘diversiteit’ (in de linkse definitie daarvan), mensenrechten, consumentenbescherming, dierenwelzijn en inclusief aandeelhouderschap. Governance gaat over zaken als de behandeling en betaling van werknemers en de beloning van het management.

Voorstanders van ESG stellen dat de toepassing van de criteria niet ten koste gaat van het financiële rendement van de betrokken bedrijven. Inderdaad laten de meeste studies (maar lang niet alle) een positief verband zien tussen beide, maar die slagen er niet in te verklaren via welke factoren dit tot stand komt. Ook wordt het oorzakelijk verband niet aangetoond, waardoor het goed kan zijn, dat het juist de al succesvolle ondernemingen zijn die zich de extra kosten als gevolg van de toepassing van ESG kunnen veroorloven.

Dit gepaard aan het inzicht uit de beleggingstheorie dat het onttrekken van beleggingsopties aan een portefeuille leidt tot een vermindering van de mogelijkheden voor extra rendement, risicoreductie of beide, doet twijfels rijzen ten aanzien van de stelling dat ESG en rendement hand in hand gaan. Overigens is het natuurlijk niet zo, dat toepassing van ESG alleen de kosten opdrijft. Sommige criteria zullen positief uitwerken op het ondernemingsresultaat.

Keurmerk als dwangmiddel

Een uitvloeisel van ESG is het gebruik van keurmerken. Actiegroepen en bedrijven overleggen over de hoofden van consumenten heen over de invulling hiervan. Het inwilligen van radicale eisen wordt een stuk gemakkelijker als producenten (met goedkeuring van de overheid) de daarmee gemoeide extra kosten kunnen doorberekenen aan de consument.

Dit is de afgelopen jaren in Nederland gebeurd met keurmerken voor bijvoorbeeld scharreleieren, kip en zuivel. De soms forse prijsstijgingen maken dat mensen zich het eten hiervan moeilijker kunnen veroorloven. Zo versterkt de invulling van doelstellingen met dierenwelzijn als uithangbord die op het terrein van klimaat en duurzaamheid. 

ESG perst bedrijven in een politiek-correcte mal

Toepassing van ESG heeft een enorme vlucht genomen. In 2018 gebruikte meer dan 80 procent van ’s werelds grootste ondernemingen ESG en/of andere ‘responsible investment standards’. Deze waren van toepassing op 20 procent van alle wereldwijde beleggingen, met de EU als koploper. De verwachting is dat dit zal groeien naar circa een derde in 2025.

Met ESG worden bedrijven, net als landen met de duurzame ontwikkelingsdoelen, in een politiek correcte links-liberale mal geperst die hen onder druk zet overheidsbeleid op de terreinen waarop de criteria betrekking hebben uit te voeren. Niet alleen Disney voelde de noodzaak om de strijd met gouverneur DeSantis aan te gaan. Er zijn vele andere voorbeelden waarbij bedrijven opereren als verlengstuk van discutabel overheidsbeleid.

Larry Fink en Klaus Schwab

Larry Fink, de CEO van Black Rock, zette met behulp van een aantal pensioenfondsen en beleggingsfondsmanagers olieconcern Exxon onder druk om investeringen in fossiele brandstoffenwinning te verminderen. Hij gebruikte hun steun om een aantal milieuactivisten in de board van Exxon gekozen te krijgen.

Fink is al jaren sterk betrokken bij het World Economic Forum (WEF) en heeft een plek in het bestuur van het door Klaus Schwab opgerichte platform van grote internationale bedrijven. Het WEF promoot actief het gebruik van ESG.

In een project met de naam ‘stakeholder capitalism metrics’ is door het WEF samen met de vier belangrijkste internationale accounting firma’s (EY, KPMG, PwC en Deloitte) een internationaal vergelijkbare methodiek ontwikkeld die bedrijven, overheden en NGO’s kunnen gebruiken voor hun ESG-rapportages. Het WEF en de accountancyfirma’s voeren overleg met overheden over de verdere wereldwijde invoering van deze accountingsystematiek.

Een fonds als het ABP verklaarde vorig jaar bij monde van bestuursvoorzitter (en voormalig CDA-politicus) Corien Wortmann zich terug te trekken uit beleggingen in fossiele brandstoffen. Andere Nederlandse pensioenfondsen zoals PFZW staan onder sterke druk om dit ook te doen. Hetzelfde geldt voor banken en verzekeraars, waar ING recent aankondigde te stoppen met het financieren van olie- en gaswinning. De Institutional Investors Group on Climate Change die dit soort gedrag promoot kent heel wat prominente leden, waaronder tal van Nederlandse.

Wat doet Musk?

Politici en activisten die nu om het hardst roepen dat we onafhankelijk moeten worden van Russisch gas komen veelal uit dezelfde politieke hoek als diegenen die jarenlang met behulp van ESG investeringen in fossiele brandstoffenwinning, nucleaire energie en de wapenindustrie wilden verbieden. De productie van olie en gas in de EU is daardoor gehalveerd in de afgelopen tien jaar, waarvoor Russisch gas in de plaats is gekomen. Investeringen in en subsidies voor het verstoken van biomassa zijn dan weer wel toegestaan.

Ook het winnen van koper, kobalt, lithium en nikkel scoort slecht op de ESG-criteria, terwijl er juist grote hoeveelheden van deze grondstoffen nodig zijn voor de productie van batterijen. Zo bindt ESG met name Westerse bedrijven aan handen en voeten, waar anderen hun gang kunnen gaan. Elon Musk onderkent overigens het gevaar van ESG en twitterde: ‘I am increasingly convinced that corporate ESG is the Devil Incarnate’.

Wouter Roorda publiceert in Wynia’s Week regelmatig over zaken die de macht liever verborgen had gelaten. Steunt u onze broodnodige, onafhankelijke berichtgeving? Doneren kan HIER Hartelijk dank!