Onze politici kiezen steeds hogere ‘klimaatdoelen’. Maar waarom?

EP-101107B_ENVI_Thunberg
Mede onder invloed van de Zweedse scholiere Greta Thunberg laten onze politici zich opjagen tot steeds hogere ‘klimaatdoelen’.

Op een enkeling na willen de Haagse politieke partijen weer allemaal klimaatkoploper worden. Ze zijn roomser dan de paus, becijfert Jacques Hagoort. Ze leggen zichzelf steeds weer nieuwe hogere ‘doelen’ op, zonder dat daar reden voor is. Laten de politici eerst maar eens een ouderwetse kosten-batenanalyse van hun klimaatbeleid doen.

Nog geen 4 jaar geleden kwamen de regeringspartijen bij de vorming van het kabinet Rutte 3 overeen de CO2 uitstoot in 2030 te reduceren met 49% van de uitstoot in 1990 en in 2050 met 95%. In die tijd was dat al uiterst ambitieus zowel voor Nederland als Europa; het groenste kabinet ooit was geboren.

Het Planbureau dicteerde het kabinetsdoel

De 49% en 95% uitstootdoelen waren afkomstig van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Volgens het PBL paste dat uitstootpad, op basis van de kennis van toen, bij een maximale opwarming van de aarde van 2˚C. De uitstootdoelen werden vervolgens verankerd in de Klimaatwet van 2019 en verder uitgewerkt in het Klimaatakkoord van 2019.

Sinds het regeerakkoord van 2017 zijn de klimaatpanelen gaan schuiven. Mede onder invloed van de alarmistische klimaatbeweging (Extinction Rebellion, Greta Thunberg), een activistisch VN leiderschap (secretaris-generaal Antonio Guterres), een vermeend alarmistisch IPCC rapport (SR15) en een rechterlijke uitspraak (Urgenda arrest) heeft het klimaatbeleid vooral in de westerse landen de afgelopen jaren een grotere urgentie gekregen.

Een direct gevolg hiervan is de ongekend ambitieuze Europese Green Deal (EGD) van 2020 die het klimaatbeleid in Europa deze eeuw vorm zal geven. Centraal staat hierin het plan om de landen van de EU met ingang van 2050 geheel uitstootvrij te maken met als tussendoel in 2030 een reductie van 55% van de CO2 uitstoot in 1990.

De nieuwe Europese klimaatdoelen gaan aanzienlijk verder dan de Nederlandse met het gevolg dat de uitstootdoelen in het Klimaatakkoord en de Klimaatwet naar boven moeten worden bijgesteld. De ambtelijke commissie onder voorzitterschap van Laura van Geest heeft al in detail aangegeven hoe dit zal moeten gebeuren (‘Bestemming Parijs’), compleet met een afvinklijst voor de onderhandelaars van het nieuwe kabinet Rutte 4 (of Hoekstra, of Kaag). Maar hoe de doelen precies worden ingevuld hangt af van de partijen die het nieuwe kabinet gaan vormen en dus van de verkiezingsuitslag.

Wat willen de partijen?

Hieronder een compilatie van de nieuwe uitstootdoelen van de politieke partijen zoals is op te maken uit de desbetreffende verkiezingsprogramma’s. De PVV en FvD komen er niet in voor omdat ze op dit punt geen specifieke beleidsvoornemens hebben. Ter vergelijking hebben we in de tabel ook de doelen van het Klimaatakkoord opgenomen. De nul-uitstoot in 2052 komt overeen met de 95% reductie van het Klimaatakkoord in 2050.

Partij(en)Netto-nul uitstoot in jaarUitstoot reductie in 2030 t.o.v. 1990
VVD/CDA/CU/PvdA/SP/SGP205055%
D66205060%
GL205065%
PvdD204065%
Klimaatakkoord205249%

Alle in de tabel vermelde partijen hebben het doel van de EU omarmd om per 2050 geen CO2 meer uit te stoten, met uitzondering van de PvdD. Wel is er verschil in de snelheid waarmee dat doel moet worden bereikt. De meerderheid bestaande uit VVD, CDA, CU, PvdA, SP en SGP conformeert zich aan het tussendoel van de EGD van 55% reductie in 2030.

D66 doet daar een schep van 5% bovenop. Voor die partij is het klimaat heel belangrijk, een kwestie van ‘do or die’ en dat moet zichtbaar zijn. Dat geldt ook voor GroenLinks die zo spoedig mogelijk in Nederland de klimaatnoodtoestand wil uitroepen en het Europese tussendoel met maar liefst 10% wil verhogen. De PvdD is het meest radicaal van alle partijen: over 10 jaar moet de CO2 uitstoot zijn teruggebracht tot 65% en over 20 jaar moet het helemaal afgelopen zijn met de fossiele energie.

‘Parijs’ schrijft helemaal geen uitstootnormen voor

Voor de rechtvaardiging van het netto-nul jaar en het gekozen tussendoel in 2030 doen alle partijen een beroep op het Akkoord van Parijs. Voor de duidelijkheid, het Akkoord van Parijs schrijft geen CO2 reductiepercentages voor maar wel een temperatuurdoel: de opwarming van de aarde ten opzichte van het temperatuurniveau tijdens de industriële periode rond 1850 moet beperkt blijven tot ruim onder de 2˚C en als het even kan tot 1,5˚C.

De  voorgestelde CO2 reducties zijn een directe vertaling van een gekozen temperatuurdoel en dat doel mag volgens het Akkoord van Parijs dus liggen tussen 1,5˚C en iets minder dan 2˚C. Bepalend voor de opwarming op een zeker tijdstip is de totale hoeveelheid CO2 die sinds 1850 is uitgestoten tot dat tijdstip. Klimaatwetenschappers hebben uitgerekend dat er per 1-1-2018 nog een budget van 770 GtCO2 (Gigaton CO2) beschikbaar is om de opwarming te beperken tot 1,5˚C. Voor een opwarming van 2˚C is het budget per 1-1-2018 ruim tweemaal zoveel: 1690 GtCO2.

Laten we eens veronderstellen dat alle landen in de wereld vanaf 2019 hun uitstoot in hetzelfde tempo terugbrengen naar nul volgens een eenvoudige rechte lijn. Dat is natuurlijk volslagen onrealistisch maar als gedachte-experiment levert het wel waardevolle inzichten op. Het moment waarop de nul-uitstoot voor de 1,5˚C limiet wordt bereikt is dan 2051. Voor de 2˚C limiet ligt dat moment in 2095.

Het nul-uitstoot jaar 2050 in bovenstaande tabel komt dus, onder aanname van een lineaire afname van de uitstoot, overeen met een maximale opwarming van 1,5˚C, de ondergrens van het Akkoord van Parijs. De PvdD beschouwt die ondergrens als een absolute bovengrens en wil daar per se onder blijven, vandaar de keuze voor een nul-uitstoot in 2040.

De totale hoeveelheid CO2 die bij een gegeven uitstootpad vanaf 2019 wordt uitgestoten ligt vast en hangt af van het einddoel en het tussendoel. Uit die totale hoeveelheid volgt dan rechtstreeks de maximale opwarming die bij dat pad hoort. Het resultaat is te zien in onderstaand staafdiagram voor alle uitstootpaden in de bovenstaande tabel. De hoogte van een staaf is een maat voor de uiteindelijke opwarming op het moment dat de nul-uitstoot is bereikt.

De opwarming is het laagst voor de PvdD gevolgd door GL, D66 en de groep VVD, CDA, CU, PvdA, SP en SGP omdat in die volgorde de totale CO2 uitstoot vanaf 2019 tot aan het jaar van de nul-uitstoot toeneemt.

Bij alle partijen blijft de opwarming onder de 1,5˚C, de absolute ondergrens van het Akkoord van Parijs. Dat is logisch omdat alle uitstootpaden onder het lineaire uitstootpad van 1,5˚C liggen wat resulteert in een lagere totale uitstoot dan die van het lineaire pad. De politieke partijen in Nederland laten zich met hun klimaatdoelen dus van hun beste kant zien. Met recht roomser dan de paus.

Opvallend is ook dat de opwarming in het Klimaatakkoord van Rutte 3 de 1,5˚C niet overschrijdt. Op grond van het Akkoord van Parijs is er strikt genomen dus geen enkele noodzaak de doelen van het Klimaatakkoord aan te passen. De beperking tot 1,5˚C was niet het uitgangspunt van het Regeerakkoord in 2017 maar is een gevolg van ontwikkelingen in de klimaatwetenschap sindsdien (grotere koolstofbudgetten dan voorzien). Een heuse meevaller dus.

Europees wensdenken

Het is één ding om ambitieuze doelen op papier te formuleren, de doelen moeten wel in de praktijk uitgevoerd kunnen worden. En dat lijkt een groot probleem te worden bij de European Green Deal, zie hier. Zoals het er nu voorstaat, zijn de klimaatdoelen van de EU in hoge mate bepaald door wensdenken, niet alleen ingegeven door oprechte bezorgdheid over het klimaat maar ook door de geopolitieke ambitie van de EU om een grotere en leidende rol te spelen in de wereld.

Het is te hopen dat de partijen die na de verkiezingen gaan onderhandelen over een aangepast klimaatbeleid ook aandacht zullen besteden aan de praktische uitvoerbaarheid van alle mooie plannen. En bovendien die plannen zullen onderwerpen aan een ouderwetse kosten/baten analyse. Zo niet, dan lopen we het gevaar dat de overgang naar een uitstootvrije samenleving onnodig op een kostbaar echec zal uitdraaien.

Wynia’s Week volgt het Nederlandse klimaatbeleid kritisch. Steunt u deze broodnodige, onafhankelijke berichtgeving? U kunt op verschillende manieren donateur worden. Kijk HIER.