Onzinnig om klimaatkampioen van de wereld te willen worden

JacquesHagoort 5-1-22
‘Zonneparken mogen geen beslag meer leggen op agrarische en andere nuttige grond.’

‘Klimaatverandering is dé uitdaging voor onze generatie.’ Zo begint de klimaatparagraaf van het Coalitieakkoord van VVD, D66, CDA en CU. Het is de opmaat tot een ongekend ambitieus klimaatbeleid waarmee ‘Nederland koploper in Europa wil zijn bij het tegengaan van de opwarming van de aarde’. Let wel, niet ‘wil behoren tot de koplopers’, maar ‘dé koploper wil zijn’. En omdat het klimaatbeleid van Europa met de komst van het duo Von der Leyen en Timmermans voorop loopt in de wereld wordt Nederland automatisch klimaatkampioen van de wereld. De droom van beoogd premier Rutte lijkt in vervulling te gaan.

Waarom Nederland zo nodig dé koploper van Europa moet worden, mag Joost weten. In het Coalitieakkoord is daarover niets terug te vinden. Kennelijk is dat voor de coalitiepartijen geheel vanzelfsprekend; wellicht terug te voeren tot een sterk doorleefd oranjegevoel (VVD) in combinatie met een diepgewortelde missiedrang (de rest).

Coalitie verhoogt uitstootreductie in 2030 naar 60%

Nederland gidsland en wegwijzer in de wereld. Voor het koploperschap is Nederland bereid diep in de buidel te tasten en aanzienlijk meer te doen dan wat Europa verlangt. En wat Europa verlangt is al niet mis.   

De recente nieuwe EU klimaatwet (juni 2021) gaat uit van een maximale opwarming van 1,5°C, de ondergrens van het Akkoord van Parijs, een netto-nul uitstoot van broeikasgassen (klimaat-neutraliteit) in 2050 met als tussendoel een uitstootreductie van 55% in 2030 t.o.v. het referentiejaar 1990. Dat tussendoel van 55% geldt voor de EU als geheel, voor Nederland komt dat volgens het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) neer op een reductie van 52%.  

De coalitie omarmt de maximale opwarming van 1,5°C en de netto-nul uitstoot in 2050, maar verhoogt de uitstootreductie in 2030 naar 60%. De extra reductie van 8% is fors en grenst volgens het PBL aan wat nog praktisch uitvoerbaar is. Dat is ambtelijke taal voor vergeet het maar.

Op de verticale as staat de uitstoot in Nederland als percentage van de uitstoot in het referentiejaar 1990 (=220,5 MegatonCO2eq) en op de horizontale as de tijd van 2015 tot en met 2050, het jaar van de beoogde nul-uitstoot

Bovenstaande grafiek laat zien hoe het pad voor de uitstoot van broeikasgassen zoals voorgesteld door de coalitie (de oranje lijn) er uitziet vergeleken met het door de EU aan Nederland opgelegde uitstootpad (de blauwe lijn). Op de verticale as staat de uitstoot in Nederland als percentage van de uitstoot in het referentiejaar 1990 (=220,5 MegatonCO2eq) en op de horizontale as de tijd van 2015 tot en met 2050, het jaar van de beoogde nul-uitstoot.

Het blauwe EU-pad is licht geknikt, begint met de uitstoot van 82% in 2019, loopt van daar naar een uitstoot van 48% in 2030 en eindigt met een nul-uitstoot in 2050. Het oranje coalitiepad begint eveneens met 82% in 2019 en eindigt ook in 2050 maar is sterker geknikt vanwege de grotere reductie van 60% in 2030.

EU en coalitie overschrijden opwarmingsgrens van Parijs

De uitstoot van 30% in 2035 en van 20% in 2040, de andere expliciete doelen in het Coalitieakkoord, liggen op een rechte lijn vanaf het knikpunt naar de nul-uitstoot in 2050. De totale uitstoot van het coalitiepad in de periode 2019 tot en met 2050 ligt ongeveer 10% lager dan het door de EU opgelegde pad. Om precies te zijn en uitgedrukt in tonnen: 274 MegatonCO2eq.

De groengestreepte lijn is het hypothetische uitstootpad dat Nederland zou moeten volgen, samen met alle landen in de wereld, om de opwarming beperkt te houden tot de Parijse ondergrens van 1,5°C, aannemende een recht uitstootpad vanaf 2019 naar netto-nul. Dat netto-nul punt valt in 2043, het moment waarop het mondiale koolstofbudget voor een opwarming van 1,5°C volledig is opgebruikt.

Het EU-pad ligt gedurende de gehele periode van 2019 tot 2050 boven het 1,5°C pad en dat betekent dat met het EU-pad de opwarmingsgrens van 1,5°C uit het Akkoord van Parijs wordt overschreden. Ook met het coalitiepad wordt die grens overschreden, zij het in mindere mate.

60% heeft geen enkel effect maar is wel uiterst kostbaar

Wat is nu het effect van de 274 MegatonCO2eq, de extra reductie die Nederland bereid is te leveren, op het ‘tegengaan van de opwarming van de aarde’, want daar gaat het uiteindelijk om. Door de extra reductie van Nederland zal de aarde in principe minder opwarmen, de vraag is alleen hoeveel. Volgens schattingen van het IPCC (het Intergovernmental Panel on Climate Change van de VN) neemt de globale temperatuur van de aarde ongeveer 0,0004°C toe bij iedere 1000 MegatonCO2eq uitstoot.

Een reductie in de uitstoot van 274 MegatonCO2eq levert dan een verlaging van de globale opwarming op van iets meer dan één tienduizendste °C (274×0,0004/1000=0,00011). Niet iets om over naar huis te schrijven. De 60% is vooral een symbolisch gebaar, het heeft geen enkel effect maar is wel uiterst kostbaar.

Kerncentrales en afstandsnormen voor wind- en zonne-energie

De 60% mag dan symbolisch zijn, sommige andere in het Coalitieakkoord voor het klimaat aangekondigde beleidsvoornemens zijn dat zeker niet. Het besluit om voorbereidingen te gaan treffen voor de bouw van twee kerncentrales is een regelrechte doorbraak. Hiermee wordt een kapitale weeffout uit het Klimaatakkoord van het kabinet Rutte III hersteld. Het is een (late) erkenning van het simpele feit dat een moderne, klimaatneutrale samenleving louter draaiend op zon en wind ondenkbaar is.

Een ander voornemen dat moet worden toegejuicht is het paal en perk stellen aan de bijna ongebreidelde uitbreiding van wind- en zonne-energie op land. Er gaan afstandsnormen komen voor windmolens en zonneparken mogen geen beslag meer leggen op agrarische en andere nuttige grond. Hopelijk zal dat een einde maken aan de uit de hand lopende verrommeling van Nederland uit naam van de bedreigde aarde en de toekomst van onze kleinkinderen. 

Minister voor Klimaat en Energie moet 60% terugdraaien

Een verheugende ontwikkeling is ook de aanstelling van een minister voor Klimaat en Energie. Bij ‘dé uitdaging voor onze generatie’ hoort een volwassen en competente organisatie geleid door een representatieve vertegenwoordiger van ‘onze generatie’. Een vakman met een pragmatische inslag en, als het even kan, met niet te veel oranjegevoel en weinig missiegerichtheid.

De minister kan direct beginnen met het terugdraaien van de onnozele en absurde 60%. Dat zal zonder twijfel bij de nieuwe minister van Financiën in goede aarde vallen. Alleen sneu voor aanstaand premier Rutte die zijn kampioensdroom in rook zal zien opgaan.

Wij wensen de nieuwe minister voor Klimaat en Energie veel succes.

Wynia’s Week publiceert nuchtere analyses van het Nederlandse en Europese klimaatbeleid. Steunt u deze broodnodige berichtgeving, ook in het nieuwe jaar, 2022? Dat kan via de bankrekening van Wynia’s Week NL94 INGB 0006 3945 08 of HIER. Hartelijk dank!