Ook Purmerend wil klimaatkampioen worden

gas_af_scp

Nederlanders zijn steeds minder enthousiast over het gasverbod, dat huizen verplicht van het gasnet afkoppelt. Omdat ze het nut er niet van inzien en omdat ze er niet voor willen opdraaien. Nederlandse gemeenten spelen ondertussen juist een wedstrijdje wie zijn burgers het eerst van het gas afsluit. Hoe pakt dat uit, in Purmerend, bijvoorbeeld?

Als zoveel andere gemeenten wil Purmerend de duurzaamste zijn en met de meeste klimaatambitie. Dat vertaalt Purmerend, net als veel Nederlandse gemeenten in: wij willen als eerste van het gas af. Als plaatselijke politici dat wedstrijdje duurzaamheid niet zelf bedenken, dan zijn het wel handige klimaatbureaus die hen op het idee brengen.
Maar werkt het wel? In Purmerend betalen de burgers wel de hoofdprijs, maar het klimaat schiet er niets mee op, de natuur al helemaal niet. En het aardgas, dat overal de schuld van krijgt, blijft broodnodig en het gebruik neemt nauwelijks af. Wat Purmerend in het klein is, dat is Nederland in het groot.

Een kleine drie jaar geleden, op 17 december 2016, meldde het Noordhollands Dagblad belangrijk nieuws uit Purmerend. ‘De kans dat Purmerend de eerste stad is zonder aardgas, is aanwezig. Voor het echter zover is, moet er nog heel veel werk worden verricht.’ Aan het woord Peter Heijboer, ‘adviseur bij installatie- en energieadviesbureau DWA’.

Heijboer presenteerde bij het gemeentebestuur van Purmerend de mogelijkheid om van Purmerend ‘een aardgasloze stad’ te maken. Heijboer zegt dan al dat het ‘verboden’ zou moeten worden ‘om nog langer nieuwe gasaansluitingen aan te leggen’. ‘Anders dweil je met de kraan open.’ En Purmerend kan mooi voorop lopen, zo heet het, want driekwart van de stad wordt al verwarmd door een gemeentelijke warmtecentrale.

De wethouder van de Purmerendse Stadspartij is dan nog voorzichtig: ‘Er is eerst nog vervolgonderzoek nodig’. Maar Heijboer dringt aan, dat de kosten niet te klein moeten worden gezien: ‘Als de stad op gas blijft stoken, kost het ook 181 miljoen euro.’ Omdat oude gasnetten en oude cv-ketels vervangen zouden moeten worden, zo redeneert de adviseur.

De eerste aardgasvrije gemeente

De adviseur wint het pleit en Purmerend besloot in 2035 ‘de eerste aardgasvrije gemeente van Nederland’ te willen zijn. Een centrale rol is daarbij weggelegd door Stadsverwarming Purmerend, volledig eigendom van de gemeente en een van de grootste warmtebedrijven van Nederland. Dat bedrijf zou in 2035 niet driekwart, maar àlle Purmerenders van warmte moeten voorzien.

Onomstreden is dat niet, al was het maar omdat het gemeentelijke warmtebedrijf van Purmerend sinds het in 2007 verzelfstandigd werd ieder jaar gemiddeld 3 miljoen verlies lijdt en er niet voor terugdeinst om de hoofdprijs te vragen aan zijn klanten, de burgers van Purmerend. Zoals bij de laatste jaarwisseling: de gemeente was als eigenaar akkoord gegaan met een forse prijsverhoging voor de afnemers van de gemeentelijke warmte – die geen keus hebben – en toen er kritiek kwam in de gemeenteraad was het al een voldongen feit.

Dat is een basisprobleem bij die warmtenetten, zoals spijtoptanten in Nijmegen ook meldden aan hun Rekenkamer: de exploitant kan de prijs verhogen, de gemeente steunt het warmtemonopolie, en wie aan de gemeentelijke warmte ligt kan geen kant op.

Klant kan niet kiezen: ‘vinden wij niet erg’

In een zeldzaam moment van openhartigheid erkende een topman van de Nuon (nu Vattenfall, en een van de grote warmteverkopers in Nederland) al twee decennia geleden, dat ‘collectieve systemen beter werken’. Anders gezegd: liever niet dat stoken thuis, liever in een centrale. En de gedwongen winkelnering, dat was ook prettig voor Nuon: ‘Daarnaast zijn we natuurlijk blij met de klantenbinding, dat hoeven we niet te ontkennen. Er zit een zeker monopolie in warmtelevering. De klant kan niet kiezen. Dat vinden wij niet erg.’

Zo fijn als het monopolie – zoals ook de stadsverwarming in Purmerend – is voor de monopolist, zo vervelend is dat voor de consument, de burger van Purmerend. Het mag ook de gemeente een fijn gevoel geven, zoals de gemeente graag anti-gaskampioen van Nederland is. En alles om het klimaat en de duurzaamheid te dienen.

Warmtebedrijf Purmerend

Maar terwijl de Purmerenders de hoofdprijs betalen en gaandeweg geen kant op kunnen, levert het afschaffen van het gas voor burgers en het gedwongen aan de gemeentelijke warmte gaan van de resterende 25% van de Purmerenders niets noemenswaards op voor het klimaat, onder meer doordat de warmteleidingen warmteverlies leiden en cv-ketels thuis efficiënter zijn.

Houtstook zorgt juist voor meer CO2

Purmerend koopt bij Staatsbosbeheer jaarlijks 100.000 ton hout – pakweg honderd hectare bos – op om te verstoken, ongeveer het dubbele dat Staatsbosbeheer jaarlijks aan onbruikbaar verklaarde houttakken beschikbaar heeft. Het verstoken van hout is volgens een onnavolgbare redenering van de Europese Commissie goed voor het klimaat, maar voor de natuur is het rampzalig en voor het milieu eveneens.

Laat ik voor één keer weerman Gerrit Hiemstra instemmend citeren: ‘Biomassa is helemaal niet koolstofneutraal, […] op de korte termijn is het verbranden van houtkorrels zelfs slechter voor het klimaat dan fossiele brandstoffen. […] Bij gebruik van biomassa vergroot je juist de emissie van CO2’.

Aardgasvrij – met welk doel dan ook – wordt Purmerend ook helemaal niet in 2035, al helemaal niet door alle Purmerenders aan het houtgestookte warmtenet te leggen. In de praktijk blijven er namelijk vanwege de grote fluctuaties van het warmtegebruik hulpcentrales nodig. En hoe worden die gestookt? Op gas! Het gas wordt dus verplaatst van woningen naar centrales. En die centrales maken warm water, dat met veel verlies wordt verplaatst naar woningen. Het is, op de keper beschouwd, een techniek van minstens een eeuw oud die de komende eeuw niet de vooruitgang zal brengen. Maar Purmerend zit er nog lang aan vast, want het ligt er nou eenmaal.

Beter: sluit de Purmerendse houtoven

Veel beter zou het zijn – in het belang van de duurzaamheid, het klimaat, de portemonnee en het gezond verstand – als een gemeente als Purmerend zou afzien van uitbreiding van de stadsverwarming en de houtovens, en als het aardgasnet intact zou blijven. Nog beter: Purmerend zou er goed aan doen zijn warmtecentrale op houtstook helemaal te sluiten, als de reductie van CO2 de gemeente lief is. Er is namelijk geen grotere CO2-vervuiler in Purmerend dan de gemeentelijke biowarmtecentrale.

Purmerend staat, al zijn er specifieke omstandigheden, model voor Nederland. Nederland – althans: het kabinet RutteDrie, gesteund door een deel van de oppositie – zegt klimaatkampioen van Europa en dus van de wereld te willen zijn. Maar het meeste geld van het klimaatbeleid gaat naar het afsluiten van woonhuizen en andere gebouwen van aardgas en het beboeten van gasgebruik en het vervangen van gas door gesubsidieerde houtstook, dat zowel vies is als slecht voor het klimaat (en natuur en milieu bovendien). Er zal ook nog eens zoveel extra vraag komen naar hout, dat de prijzen omhoog gejaagd worden – en ook die hogere prijzen worden weer doorgegeven aan de burgers, die inmiddels niets meer te kiezen hebben.

Politici, verblind door afkeer van aardgas

Zo staan we er voor, in Purmerend en ook in Nederland. Het klimaat en de duurzaamheid hebben het verstand verjaagd. De wedstrijdjes duurzaamheid en gasverbieden dienen geen enkel nuttig doel.

Het enige goede nieuws is, dat burgers ondanks de aanhoudende propaganda van overheidswege (‘want we moeten allemaal van het gas af’) steeds meer weerzin hebben tegen het illusiebeleid rond het klimaat en vooral gekant zijn tegen het gasverbod. Bij geen enkele partij – de PvdA wellicht daargelaten – is de aanhang in meerderheid nog voorstander van het gasverbod.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau ziet een legitimatieprobleem voor het gasverbod en constateert veel wantrouwen. Veel burgers hebben gewoon geen zin om financieel op te draaien voor een gasverbod dat verder nergens ter wereld bestaat, geen enkel nuttig doel dient en meer lijkt op een strijd tegen aardgas dan op een strijd tegen klimaatverandering.