Pandemie van de angst

tasje-etui

We hadden er jaren aan gewerkt om onze angst en onzekerheid uit te bannen. De existentiële angst waar mensen in ontwikkelingslanden bijna dagelijks mee geconfronteerd worden was ons vreemd geworden. In die landen vindt met regelmaat een hongersnood plaats. Of een overstroming of een stammenoorlog. En daar zijn ziekenhuizen op dagen loopafstand. Daar is het leven onvoorspelbaar en gevaarlijk en daar is de honger en de ziekte en de dood altijd nabij.

Maar zo was het niet meer bij ons. Dat verbeelden wij ons tenminste. Want wij hebben een verzorgingsmaatschappij. Wij hebben een Voedsel- en Warenwet en een Keuringsdienst van Waren. Zodat we niet meer vergiftigd kunnen worden. Wij hebben Rijkswaterstaat die de dijken tijdig ophoogt. Zodat we maximaal één keer in de honderdduizend jaar natte voeten kunnen krijgen.

Wettelijke aanrijtijden

Wij hebben in elke regio ambulances met een aanrijtijd die wettelijk vastgelegd is op maximaal vijftien  minuten. En we hebben overal goed getrainde brandweerkorpsen. En we hebben vangrails langs de snelweg. En reddingshelikopters. We hebben levensverzekeringen en waardevaste pensioenen. En we hebben aardlekschakelaars in onze huizen zo dat we nooit een elektrische schok kunnen krijgen. En we hebben niet alleen brandblussers thuis maar ook rookmelders. En inbraakbeveiliging.

Onze gebouwen zijn opgetrokken van brandvertragende materialen. En al die veiligheid hebben we ook nog eens vastgelegd in verdragen. Het  CE-keurmerk op producten garandeert onze veiligheid. De aansprakelijkheidsgarantie van de producenten is wereldwijd bekender dan de Europese vlag met de twaalf sterren.  Het CE keurmerk is het symbool van onze leefstijl. Niemand minder dan de Staat behoedt de burger. We hadden alle gevaren uitgebannen. Dachten we.

Geen raad met het virus

En toen kwam het Corona-virus. Een virus waar onze dokters en onze virologische instituten zich ineens geen raad mee wisten. Onze wereld stond op zijn kop en er ontstond een pandemie. Een pandemie van angst welteverstaan. De kranten schreven over niets anders dan over het virus. En over de snelheid waarmee het zich verbreidde. En op elke televisiezender kwam er na de journaalberichten over het virus ook een talkshow over het virus.

Talkshow na talkshow met virologen en statistici zagen we op onze schermen voorbijtrekken. En net als bij ramptoerisme waren wij als kijkers niet weg te slaan bij deze deskundigen. Gebiologeerd door angst. We werden banger en banger. Want nu beseften we dat ook wij morgen dood zouden kunnen gaan.

Geen ei van Columbus

Angst is besmettelijk. Toen de bemanning van de Santa Maria een boord bij Columbus in paniek raakte omdat ze vreesde van de rand van de wereld af te vallen, bedacht hij iets magisch. Maar onze politici beschikten begin dit jaar niet over het ei van Columbus.

De maatregelen van de overheid tegen het virus kwamen aarzelend op gang. En de overheden van de ons omringende landen kozen elk voor een andere aanpak. Onze eigen deskundigen spraken elkaar tegen. En niet zelden met stelligheid. Als er iets is dat de angst doet toenemen is het verdeeldheid bij hen die ons zouden moeten leiden.

De onkwetsbare Titanic

Ooit voer de onzinkbare Titanic uit. Ze was onkwetsbaar voor ijsbergen. Maar ze voer op een ijsberg en ze zonk. Onze Verzorgingsstaat heeft recent schipbreuk geleden. Ondanks alle vernuft en inspanningen blijkt plots dat wij toch morgen kunnen sterven. Onze zekerheden blijken illusies.

Naarstig bouwen we daarom nu aan nieuwe zekerheden. We bouwen apps die besmette personen traceren. En er is een race wie het eerst een vaccin heeft tegen het Virus. We zetten in op de oude strategie. We bouwen verder aan de illusie van zekerheid. Want die ándere strategie staat ons weinig aan. We weigeren de angst in de ogen te zien en ons te verzoenen met onze kwetsbaarheid.

Toen angst nog gewoon was

Er was een tijd dat de vrees en het lijden alomtegenwoordig was. Toen was er een God die alles zag en wist en die het goede met ons voorhad. We konden weinig anders dan daarop vertrouwen. Maar toen we God dood verklaarden besloten we ons vertrouwen te vestigen op de Staat. De Grote Machtige Staat. Die zei in alles voor ons te zullen zorgen. Maar die zijn pretenties nu dus even niet kon waarmaken.

Sommige mensen zijn tijdens de Corona-quarantaine aan het lezen geslagen. Hoe passend was het om deze dagen het boek De Pest van Albert Camus te herlezen. Hij beschrijft de willekeur van het leven. Niet de liefhebbende Goede Vader maar de willekeur. De volstrekte grillige willekeur van het leven.

Onvoorspelbare willekeur maakt ons bang. Angst is altijd gekoppeld aan onmacht. Gekoppeld aan het niet hebben van controle. Het zet ons weliswaar aan tot inventiviteit, tot het bouwen van Titanics die wel onzinkbaar zijn.

Meteoren afschieten

Maar de maakbaarheid van de wereld wordt overschat. De NASA beweert dat ze meteoren die in de buurt van de aarde kunnen komen in kaart hebben gebracht. En sommigen van ons hopen dat als de situatie kritiek wordt er raketten kunnen worden afgeschoten met atoomkoppen om zo’n meteoorbaan te wijzigen. Voor sommigen is dat een noodzakelijke gedachte om het leven aan te kunnen. Maar soms is het beter om te accepteren dat we niet alles in de hand hebben.

Dit is geen betoog voor defaitisme of een uiting van levensmoeheid. Juist niet. Dit is een pleidooi om het gevaar in de ogen te zien en verder te leven. Een pleidooi om niet in paniek te raken.

Het recent eindeloos genoemde woord ‘Coronadoden’ is een vorm van paniek. Want er zijn nauwelijks echte coronadoden gevallen. De meeste mensen die recent overleden waren bejaarden met een of meerdere ernstige kwalen waarbij het Corona-virus het laatste zetje gaf. Mensen die waarschijnlijk zonder Corona volgend jaar overleden zouden zijn.

Reddingsboten verdelen terwijl het schip vaart

Ook de triage-discussie was een vorm van paniek. Wie laten we straks toe op een intensive care opname en wie niet? Die discussie begon zo ongeveer rond de duizend opnames terwijl er veertienhonderdvijftig intensive care bedden beschikbaar waren.

Maar toen die discussie losbarstte werden er ook al voorbereidingen getroffen om uit te breiden naar vierentwintighonderd intensive care bedden. En toen was er ook al bekend dat er in Duitsland opname capaciteit óver was. Die discussie leek op het verdelen van de reddingboten terwijl er gepompt wordt in het schip dat nog lang niet is gezonken.

Wellicht is het overdreven om het Corona-virus een gewoon griepje te noemen. Maar het is ook niet de Grote Pest uit de middeleeuwen die ons dezer dagen getroffen heeft. Laten we ademhalen. Angst is besmettelijk. En de kinderen van de Verzorgingsstaat zijn besmettelijker dan anderen.