Radicaal-feministen zijn intolerante fanatici geworden

real-rosie-the-riveter

2019 was het jaar van de vrouw. Het 100-jarig bestaan van het algemeen kiesrecht werd gevierd met een vrouwenquotum. Is dat quotum een zegen of een nachtmerrie? Worden vrouwen uit topbanen geweerd? Is er een Mannenbolwerk en een Glazen Plafond?

Vrouwen zijn in ons land aan een sterke opmars bezig. Ze bekleden steeds meer sleutelposities op de werkvloeren. Feministen eisen topposities op en wensen nog meer macht voor vrouwen. In mijn boek ‘Feminisme op de werkvloer’ duik in historische achtergronden van feminisme, feministische golven, feministisch marxisme, de Clinton-affaire, #MeToo, kinderspeelgoed, boerka, ‘nature–nurture’, kansenongelijkheid, stereotypen, diversiteit en vrouwenquotum.

De radicaal-feministen

Ik ben talrijke werkvloeren opgegaan en praatte met vrouwen en mannen die zich openhartig uitspreken over vrouwenemancipatie, werkomstandigheden, kansen en mogelijkheden. In dit artikel bepaal ik me tot de groep vrouwen die zich in radicale bewoordingen en daden uitspreken over de vermeende onderdrukking en achterstelling door mannen. Ze noemen zich feministen. Ik noem ze radicaal-feministen.

Radicaal-feminisme is een nichtje van fundamentele islam, marxisme, streng gereformeerd en streng Rooms-Katholiek, met dezelfde rigiditeit, fanatisme, en intolerantie. Menselijke wezens zijn sociale dieren. Ze vormen morele gemeenschappen rond een gedeelde interpretatie wat goed en verkeerd zou zijn, zoals naar voren gebracht door de Franse socioloog Emile Durkheim (1858-1917).

Feministen als intolerante strijders

Radicaal feministen bewaken stringent het vigerende gedachtegoed van de groep en verketteren afvalligen. Ze kunnen tot de zogenaamde ‘Social Justice Warriors’ gerekend worden. Ze claimen sociale rechtvaardigheid, maar zijn gefascineerd door macht en hoe dat vorm te geven in de samenleving. Het is seculier en geen substituut voor religie, maar voorziet in soortgelijke psychosociale behoeften vanuit een ander paradigma. Voor de sociale normen willen ze vechten.

‘Joods-Christelijk ‘zijn we kwijtgeraakt, maar nu vormen radicaal-feministen ideologisch gemotiveerde morele gemeenschappen, met gedeelde maar ongeschreven sociale normen en waarden. Voor de nieuwe religie, ‘women power’, gaan zij de strijd aan – met mannen.

Geloof als waarheid

Radicaal-feministen hebben de zaken zodanig naar hun hand weten te zetten, dat hun ‘geloof’ aanvaard wordt als ‘kennis’. De geopenbaarde ‘kennis’ is echter weinig meer dan de vooroordelen van bepaalde mensen wier claims op kennis de gebruikelijke mechanismen van epistemologische toetsing omzeilt.

Deze identiteitspolitiek is het beoordelen van het individu naar de groep waarvan men deel uitmaakt en de wenselijkheid dat gelijk te trekken met dwang, conform de frase ‘inclusie als een afspiegeling van de maatschappij’. Het draait dan niet om individuele competentie, maar om eigenschappen waar men niets aan kan doen, zoals huidskleur kleur, afkomst, seksuele geaardheid en – in dit geval – geslacht. Het is racisme, volgens iedere definitie.

Het institutionaliseren van de ‘kennis’ gaat geleidelijk en is verraderlijk omdat het niet eenvoudig herkenbaar is. Het lijkt zo onschuldig, maar dit racisme is bedreigend voor het functioneren van de westerse samenleving. Het is tijd te onderkennen dat het even gevaarlijk is als iedere sekte.

Radicaal-feministen gaan er van uit, dat de historische arbeidsverdeling het resultaat is van een tirannieke mannelijke dominantie: het patriarchaat. Dat is een abjecte gedachte, want ze verwarren competentie, verantwoordelijkheid nemen, ambitie en inzet van mannen met de zucht naar macht.

Vrouwen hebben zich op de werkvloeren kunnen manifesteren vooral dankzij de inspanning van mannen: de pil, de technologische ontwikkelingen en de verzorgingsstaat. Radicaal-feministen erkennen dit niet. Integendeel. Ze menen dat vrouwen collectief door mannen onderdrukt en achtergesteld worden in ‘het mannenbolwerk en het glazen plafond’. Ze willen dat corrigeren door vrouwen meer macht te geven.

Haat zaaien tegen mannen

De gedachte dat mannen vrouwen onderdrukken en achterstellen is niet alleen onjuist, maar ook walgelijk, want het kweekt haat naar mannen. Bovendien is de visie dat de bestaande hiërarchie enkel het resultaat is van een tirannieke sociale constructie die gedomineerd wordt door mannen, te weerzinwekkend om aan kinderen door te geven.  De volgende generaties worden geïnfecteerd door mannenhaat.

Radicaal-feministen worden aangestuurd door de marxistische ideologie (Karl Marx, c.s., nurture). Ze hebben een bloedhekel aan de evolutieleer (Charles Darwin, c.s., nature). Door deze belangrijke tak van wetenschap niet in beschouwing te willen nemen, zijn ze als een intellectueel achtergebleven bevolkingsgroep te beschouwen.

Voorspelbaar als in een mal

Het marxistische paradigma maakt hun visie voorspelbaar. Alles past bij hen in het marxistische raamwerk, zodat er geen sprake is van eigen gedachtegoed. Daardoor is het oninteressant om met een radicaal-feminist te spreken. Men praat immers niet tegen een individueel denkend mens, maar tegen een ideologie. Het maakt radicaal-feministen inwisselbaar.

Radicaal-feministen vormen weliswaar een vrij bescheiden groep, maar vanuit hun fanatisme krijgen ze veel gedaan, ‘the tail wags the dog’. Ze menen nu aan de winnende hand te zijn en dat het tijd is om door te pakken met de houding ‘we zijn boos op mannen, onze onderdrukkers, we gaan met de vuist op tafel slaan, we gaan nu afrekenen’. Mannenhaters krijgen een kans en slaan hun slag.

Dogmatici ontberen zelfspot, humor en relativeringsvermogen, zoals bij dictators. Radicaal-feministen zijn gevaarlijk voor onze samenleving.  Ze streven immers niet naar een betere maatschappij, maar naar macht, waarbij het doel de middelen heiligt. Ze zijn koppig, kortzichtig, eenzijdig, hypocriet, onoprecht en onbuigzaam. Deze eigenschappen gelden niet als een pluspunt, misschien nog wel om de top van een bedrijf te behalen, maar niet om daar succesvol te blijven.

De contragroep

Radicaal-feministen triggeren een contragroep vrouwen. Anders dan de eerste en tweede golf feminisme is er in de derde golf niet alleen een strijd van vrouwen contra mannen gaande, maar vooral ook een strijd van vrouwen onderling.

De contragroep neemt niet alleen het voortouw in de discussie rond feminisme, maar laat zich ook uit over immigratie, integratie en identiteitspolitiek. Deze vrouwen worden rechts genoemd en door links als abject weggezet, zoals rechts al decennia wordt gedemoniseerd, bedreigd, vervolgd, buitengesloten, valselijk beschuldigd, verdacht gemaakt, uitgescholden of zelfs vermoord. Mogelijk lukt het de contragroep om daaraan een eind te maken.

Mogelijk lukt het de contragroep een einde te maken aan het verval van onze democratie door een dwangmatig vrouwenquotum. Mogelijk lukt het hen een einde te maken aan het intimideren van mannen. Vrouwen ontwaakt! You can do it!

Ik heb ook met vele mannen op de werkvloeren gesproken en ook van hun ervaringen doe ik verslag in mijn boek. Mannen leggen radicaal-feministen geen strobreed in de weg, mede afgedwongen door ‘naming & shaming’. Media gijzelen het bedrijfsleven om radicaal-feminisme af te dwingen.

De stilte bij mannen maakt het gemakkelijk praten voor radicaal-feministen. Ze ondervinden amper weerstand. Mannen worden gemarginaliseerd en laten zich marginaliseren. Mannen houden zich afzijdig, bevreesd als ze zijn dat ze hun baan kwijtraken als ze zich bijvoorbeeld negatief uitlaten over het vrouwenquotum of publiek en privé met de nek worden aangekeken. ‘Noem vooral mijn naam niet, Frits!’