Waarom Glasgow wel moest mislukken

BOMHOFF201121-Glasgow
Het gelijk van Nobelprijswinnaar William Nordhaus

‘Res non verba’ klinkt beter als opening voor een serieuze column dan ‘praatjes vullen geen gaatjes’ – allebei zijn helaas van toepassing. Prof William Nordhaus (eerste Nobelprijswinnaar voor milieu-economie) voorspelde al vóór de klimaatconferentie in Parijs in 2015 waarom zulke internationale topconferenties zouden mislukken. In juli van dit jaar herhaalde hij zijn analyse in een toespraak voor de G-20 conferentie in Venetië.

Opnieuw kreeg Nordhaus gelijk. Hij begint zijn analyse met de ontnuchterende constatering, dat in de cijfers op mondiaal niveau niets te zien is van alle pogingen om met zon en wind de uitstoot van CO2 in te dammen. Over de periode tot 1990 groeide de wereldeconomie met x procent per jaar terwijl de uitstoot van broeikasgassen (CO2 en methaan; hierna voor het leesgemak alleen CO2) groeide met x-1 procent per jaar.

We gebruiken relatief minder energie

De laatste dertig jaar groeide de economie met y procent per jaar – y iets lager dan x vanwege de financiële crisis van 2007-‘8 en minder groei in de werelhandel – en de uitstoot van CO2 met y-1. De energie-intensiteit van alles wat we produceren en consumeren neemt dus wel af – per euro economisch product hebben we steeds 1 procent minder energie nodig dan vorig jaar.

Hadden de massieve subsidies voor zon, wind en elektrische autos echt zoden aan de dijk gezet, dan hadden we kunnen hopen op y-2, dat is voor iedere euro economisch produkt 2 procent minder energie dan het jaar tevoren, of volgens de ambitie van de strengere milieu-aktivisten op y-y, waarbij de wereldeconomie nog wel groeit (vooral in de armere landen), maar de uitstoot van CO2 constant blijft.

Wat te doen?

Die uitkomst is absoluut onvoldoende, en Nordhaus trekt twee conclusies: hoe de toekomst veel beter moet (en kan), en wat we tot nog toe verkeerd hebben gedaan. Voor de toekomst moeten de EU, Engeland, Zwitserland, de VS, en liefst ook China een ‘club’ oprichten met deze twee regels:

1 een beprijzing van CO2 die volgens hem zo snel mogelijk moet starten met ten minste 50 euro per ton CO2 en daarna gestaag verder omhoog;

2 een invoerheffing op alle invoer uit landen die nog geen lid zijn van de club. Dan zullen alle landen lid willen worden van de club, want de invoerheffing kost hun bedrijven geld dat verdwijnt naar de leden van de club, terwijl de leden hun eigen nationale CO2-heffing kunnen gebruiken om de inkomstenbelasting of de BTW te verlagen.

Klimaatafspraken kennen geen sancties

‘Parijs’ had geen sancties voor landen die hun papieren beloftes niet nakwamen; ‘Glasgow’ evenmin. Het is immers onmogelijk om soevereine staten boetes op te leggen, tenzij er een straf is voor het niet nakomen van papieren beloftes.

Denk bij voorbeeld aan Amerikaanse boetes op buitenlandse banken wanneer die criminele zaken doen. Die banken betalen de boetes niet uit gêne of schuldbesef, maar omdat ze anders worden uitgesloten van het internationale betalingsverkeer dat loopt via New York. Of aan luchtvaartmaatschappij Garuda Indonesia die niet voldeed aan Amerikaanse en Europese eisen voor het onderhoud aan de vliegtuigen. Garuda beloofde beterschap, want de straf was een verbod op het Europese en Amerikaanse luchtruim.

We hadden die club van landen die zelf CO2 serieus beprijzen en invoer van buitenstaanders belasten natuurlijk al veel eerder moeten oprichten. Maar er is nog meer mis gegaan. Nederland en andere landen hebben enorme subsidies uitgedeeld voor zon en wind, en ook aan kopers van elektrische auto’s.

Alle subsidies die de al bekende vormen van energie goedkoper maken, bemoeilijken de research naar nieuwe vormen van minder vervuilende energie. Denk aan elektrische auto’s die veel minder belasting en accijns betalen dan gewone auto’s. Die lage gebruikskosten maken het minder rendabel om research te doen naar de volgende generatie elektrische auto’s die nog zuiniger zijn in het verbruik.

Of denk aan de miljarden subsidie voor de bekabeling die nodig zijn voor het transporteren van stroom van windmolens van de Noordzee. Dat is fout, want die subsidies verlagen kunstmatig de prijs van windenergie en maken het daarom moeilijker om verder te onderzoeken hoe we energie kunnen winnen uit aardwarmte.

Geen subsidies voor oude techniek

De Nobelprijswinnaar vat het kort samen: geen subsidie voor al bekende vormen van energie want die smoren de economische aanmoediging om nieuwe en betere vormen van energie te ontwikkelen, maar veel meer subsidie voor de research naar de energie van de toekomst.

Nuttige research heeft recht op subsidie, want succes van research is nooit verzekerd, research naar nieuwe energie heeft een lange horizon en is daarom riskant voor de private sector zonder een vorm van risicodeling met de overheid, en de winst van de research komt bij energieresearch maar voor een deel terecht bij de uitvinders omdat we graag zien dat de hele wereld er snel van profiteert.

Beter laat dan ooit

Onze Landbouwuniversiteit in Wageningen (nummer 1 in de wereld) zou een topprioriteit moeten zijn voor Nederlandse subsidies voor research. Niet in de eerste plaats om nieuwe energie te ontwikkelen (hoewel er spannende mogelijkheden zijn op het gebied van fotosynthese!), maar om wereldwijd intelligent te sparen op de uitstoot van CO2 en methaan in landbouw en veeteelt. En ook de technische universiteiten kunnen zeker research doen naar nieuwe energie, en meer en sneller met meer subsidie.

Glasgow is mislukt, maar Nordhaus beschrijft een duidelijk pad naar een schonere toekomst en ook hier geldt beter laat dan nooit, of als meer gravitas gepast is: potius sero quam nunquam.

Prof Eduard Bomhoff deelt vrijwel wekelijks in Wynia’s Week zijn verse observaties, van het klimaat tot het pensioenbeleid. Steunt u de onafhankelijke berichtgeving van Wynia’s Week, die ook in 2022 weer broodnodig zal blijken? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!