Waarom links klein is, maar steeds zijn zin krijgt

Asscher Klaver De Jonge Rutte
Jesse Klaver en Lodewijk Asscher met premier Mark Rutte tijdens de Algemene Beschouwingen van 2018 in de Tweede Kamer. ‘Rechts voert links beleid’ (Foto David van Dam)

Er wordt gezegd dat de implosie van Forum voor Democratie ‘het gat op rechts’ verder vergroot. Rechtsvoelende kiezers worden slecht bediend, zo heet het. Dat blijkt te kloppen. ‘Rechtse’ standpunten halen het zelden, links domineert het Binnenhof. Dat komt ook, omdat partijen die rechts of centrumrechts heten te zijn, vaak links beleid mogelijk maken. Plus: tien andere verklaringen voor het Gat tussen Binnenhof en Burger.

Uit de verkiezingsprogramma’s die tot dusver zijn gepubliceerd, blijkt een collectieve trek naar links. Linkse partijen worden linkser, VVD en CDA trekken (verder) naar het midden, wat in hun geval ook betekent dat ze linkser worden. Maar waarom eigenlijk? Is er een gat op links?

Er is helemaal geen tekort aan links

Verkiezingsuitslagen en peilingen geven helemaal geen aanleiding voor die keuze van de politieke partijen, integendeel. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 haalden de linkse partijen (zonder D66) slechts 42 (28 procent) van de 150 Kamerzetels. Dat was, afgezien van de Fortuyn-verkiezingen van 2002, het absolute dieptepunt voor links. Vanaf 2017 bestond bijna de helft (74 zetels) van de Tweede Kamer uit leden van partijen die als rechts te boek staan (weer zonder D66).

Linkse partijen als PvdA, GroenLinks en SP traden ook niet toe tot de coalitie van RutteDrie. Toch hebben linkse partijen over het geheel genomen weinig te klagen over het beleid van het kabinet. Dat geldt bij uitstek voor het klimaatbeleid: RutteDrie wil Nederland klimaatkoploper maken, woningen van het gas en hoge klimaatuitgaven doen. Dat stond niet in de verkiezingsprogramma’s van partijen als VVD en CDA, maar is wel regeringsbeleid, voluit gesteund door de linkse oppositie. ‘Het gevoel bestaat dat burger het [gasverbod] opgelegd krijgt,’ zo concludeerde het Sociaal en Cultureel Planbureau dit voorjaar.

Het klimaatbeleid is bovendien in een wet gegoten, de Klimaatwet, geldig tot 2050. Die wet is bedacht door de gesubsidieerde actiegroep Milieudefensie en overgenomen door de leiders van PvdA (Diederik Samsom, toen nog) en GroenLinks (Jesse Klaver). Die wet is gesteund door alle linkse partijen èn de regeringspartijen VVD, CDA, D66 en CU en zet de lijnen uit voor de komende dertig jaar. Bij het klimaat regeert dus links, al zijn er ook heel wat bedrijven – die normaliter eerder bij VVD en CDA winkelen – die er graag een graantje van meepikken.

Politicologen kijken graag naar de standpunten van burgers over inkomens, Europa en immigratie & integratie om te bepalen of burgers links of rechtse standpunten hebben. Meer inkomensgelijkheid geldt als links, meer Europa ook. En minder immigratie en strenger op de integratie heet rechts te zijn.

Welnu: de Nederlandse kiezer heeft op dergelijke terreinen over het geheel genomen vrij stabiele standpunten – vaak veel stabieler dan de stemming aan het Binnenhof is. Over het geheel genomen willen veel Nederlanders (vooral ouderen) meer inkomensgelijkheid, zijn ze gematigd over de Europese Unie maar staan ze niet te springen om Meer Europa en wordt in meerderheid gevonden dat de Europese Unie al teveel macht heeft gekregen. En immigranten moeten zich aanpassen – en niet andersom – daar is een stabiele meerderheid voor.

Hoe wordt Nederland bediend?

Wordt ‘de’ Nederlander in deze opzichten bediend? Wie meer inkomensgelijkheid wil, wordt in zoverre bediend, dat Nederland op dit vlak al tot de gelijkste landen ter wereld behoort. De Rutte-kabinetten hebben de belastingen ook niet verlaagd – wat tot meer ongelijkheid had kunnen leiden – maar tegen de beloften in juist met tientallen miljarden per jaar verhoogd. Dat is niet rechts, dat is links.

Rechts wil minder immigratie, links meer – met name GroenLinks. En wat is de praktijk? Onder het ‘rechtse’ kabinet RutteDrie is de netto-immigratie naar Nederland tot recordniveaus gestegen. De bevolking van Nederland zou niet of nauwelijks meer stijgen, als er niet per saldo veel meer mensen naar Nederland zouden gaan dan er vertrekken, ruwweg zo’n 100.000 mensen per jaar. Dat legt een grote druk op natuur, milieu en klimaatdoelstellingen – maar daar heeft links het systematisch niet over.

De autochtoon moet nu integreren

Als het gaat om integratie wil steevast driekwart van de bevolking dat immigranten sneller, strenger en beter integreren. Maar gebeurt dat ook? De tendens is juist omgekeerd. Er is juist een snel toenemende tendens dat autochtonen zich moeten voegen naar de wensen van etnische minderheden. Er is weinig sprake meer van integratiebeleid, des te meer van ‘inclusie’ en ‘diversiteit’.

Het zijn niet meer de immigranten die zich moeten aanpassen, het zijn de autochtonen die zich moeten aanpassen. Dat is op vele vlakken overheidsbeleid. Zelfs premier Rutte heeft de uit de VS geïmporteerde –extreemlinkse – klacht van sommige Afro-Nederlanders dat er in Nederland ‘systemisch racisme’ is nederig en schuldbewust tot de zijne gemaakt.

Blijkens een enquête van Een Vandaag vond in 2019 twee derde van de ondervraagde Nederlanders dat steeds vaker tradities moeten worden opgegeven: ‘We moeten ons steeds vaker aanpassen,’ zo heet het, ‘terwijl immigranten geen respect hebben voor Nederlandse waarden’. Zwarte Piet is een totem van deze trend, maar ook Michiel de Ruyter. Terwijl er steeds meerderheden waren voor het behoud van Zwarte Piet – enkele jaren geleden ook onder Surinamers – is deze folklorefiguur bijna verdwenen, hier en daar met Sinterklaas er bij. En Michiel de Ruyter is van nationale held bijkans slavenhandelaar geworden.

Nederland wil niet Meer Europa

En Europa? Het mag zo zijn dat in de Tweede Kamer vaak euroscepsis te horen is, maar het eind van het liedje is steevast dat de kabinetten-Rutte, tegenspartelend of niet, meewerken aan Meer Europa: meer geld naar Zuid- en Oost-Europa, meer bevoegdheden voor Brussel en minder macht voor de Tweede Kamer. Dat is wat D66 en GroenLinks willen en ook de PvdA – maar de rest officieel niet. Geen wonder dat GroenLinks en D66 het kabinet qua Europa enthousiaster steunen dan VVD en CDA doen.

Kamer en kabinet doen dus op toonzettende terreinen systematisch niet wat veel Nederlanders willen. Het regeringsbeleid heeft een systematische afwijking naar links. Dat komt niet omdat links regeert, maar omdat wat doorgaat voor rechts in de praktijk vaak links handelt.

De Staatscommissie-Remkes zei het twee jaar geleden ook al: ‘Op deze belangrijke thema’s [zoals Europa, migratie] wordt het electoraat inhoudelijk niet goed gerepresenteerd in de Tweede Kamer’. Dat is natuurlijk geen democratie zoals democratie bedoeld is.

Hoe is dat te verklaren?

Verklaring 1. Het Binnenhof is linkser dan Nederland. In de Tweede Kamer is 95 procent hoog opgeleid (in 1958 was dat nog driekwart). En, zo constateerde de Staatscommissie-Remkes, de opvattingen van hoog opgeleiden zijn vaak linkser dan die van lager opgeleiden. De volksvertegenwoordiging heeft dus een afwijking naar links, ten opzichte van het volk.

Verklaring 2. Het Binnenhof is geen afspiegeling van de kaart van Nederland. 60 procent van de Tweede Kamerleden woont in de Randstad, terwijl daar slechts 45 procent van de Nederlanders woont. Sterker: 38 procent woont in de vaak links gekleurde vier grootste steden, terwijl daar maar 13 procent van de Nederlanders woont.

Verklaring 3. Het Binnenhof wordt bevolkt door politici die ambtenaar waren en wellicht weer worden of anderszins afkomstig zijn uit de collectieve sector. Dat heeft tot gevolg dat ze doordrenkt zijn van (links) overheidsdenken en weinig antenne hebben voor het grootste deel van de samenleving, daar waar in de particuliere sector het geld wordt verdiend voor de collectieve sector.

Verklaring 4. Bijna een derde van de bevolking voelt zich systematisch niet of slecht vertegenwoordigd in Den Haag en stemt daarom vaak maar niet. Dat versterkt de relatieve oververtegenwoordiging van standpunten van vooral hoger opgeleiden. Overigens voelt ook een kwart van de hoger opgeleiden zich niet vertegenwoordigd in Den Haag. In 2012 zei twee derde van de laag opgeleiden: ‘Mensen zoals ik hebben geen invloed op de politiek’. 47 procent van de middelbaar opgeleiden en 28 procent van de hoog opgeleiden deelden die mening.

Verklaring 5. De polder versterkt links, niet rechts. Er wordt in Den Haag veel invloed uitgeoefend door bedrijven, vakbonden en milieuclubs. Die steunen de Europese integratie en hebben (veelal) als links beschouwde opvattingen over immigratie en integratie. Vaak wordt in de polder beleid gemaakt waarin belangen worden gediend, op kosten van burgers. De polder versterkt de Binnenhofse afwijking naar links.

Verklaring 6. Coalities helpen links. Hoe meer partijen in de coalitie, hoe groter de kans op afwijkingen van wat burgers willen. In een regeerakkoord kunnen wensen van betrekkelijk kleine partijen worden vastgelegd, die normaal nooit een Kamermeerderheid zouden krijgen. Dat zaken als ‘diversiteit’ en ‘duurzaamheid’ zo domineren is mede daardoor te verklaren.

Verklaring 7. Minderheidscoalities hebben links nodig. De kabinetten-Rutte leunen vaak op linkse oppositiepartijen. Links heeft zo het klimaatbeleid kunnen dicteren. De oppositiepartijen PvdA en GroenLinks onderhandelden zelfs mee over het pensioenakkoord.

Verklaring 8. Het Binnenhof hoeft geen rekening te houden met de toorn van de kiezer, want er is geen referendum meer dat een stokje kan steken voor overheidsbeleid. In 2005 werd het belangrijke referendum gehouden over de Europese Grondwet. Toen bleek het overgrote deel van de Nederlanders tegen die Grondwet te zijn, terwijl het overgrote deel van de Kamer daar voor was. Goede kans dat als een dergelijk referendum nu bijvoorbeeld over het gasverbod zou worden gehouden, er een soortgelijke uitslag zou zijn. Zonder referenda blijft onzichtbaar dat het Binnenhof linkser is dan Nederland.

Verklaring 9. Een derde van Nederland telt niet mee in de Kamer. Partijen als PVV, Forum, SP, 50Plus, Partij voor de Dieren en Denk worden niet geacht ‘constructief’ te zijn en worden systematisch uitgesloten van meeregeren (of hebben zelf ook weinig ambitie). Dat leidt er toe dat een groot deel van de kiezers en hun standpunten niet doorwegen in het regeringsbeleid. Waarbij opgemerkt, dat ook partijen als de SP of 50Plus – of anders wel hun aanhang – vaak ‘rechtser’ zijn op thema’s als Europa en immigratie. In het geval van de SP speelt ook mee, dat SP-stemmers op een terrein als immigratie – vooral van asielzoekers – vaak rechtser zijn dan de partij. Het draagt er allemaal toe bij dat het Binnenhof linkser is dan Nederland.

Verklaring 10: Er ontbreekt in Nederland een partij die economisch links en cultureel rechts is, terwijl daar volgens onderzoekers wel veel vraag naar zou zijn. Volgens dat idee is de PVV economisch niet links genoeg en de SP cultureel (zoals qua migratie) te links.

In menig opzicht is het optreden van kabinet en Kamer overigens niet per se ‘linkser’ dan Nederland zou willen. Het is immers nogal arbitrair wat links of rechts is. De immigratie van gastarbeiders van een halve eeuw geleden was immers een rechts idee, dat door links (toen) werd bestreden. En wie Nederland wil volbouwen om migranten onderdak te geven – is die links of rechts? Dat steeds meer Nederlanders geen vast werk meer hebben is ook geen keus die Nederlanders in meerderheid hebben gemaakt.

Nee, het Gat op Rechts is vooral het systematisch negeren van de wens van wat veel Nederlanders zouden willen – vaak wat meerderheden van Nederlanders zouden willen. Daarover de komende maanden meer. We hebben immers verkiezingen, op 17 maart.

Wynia’s Week gaat de komende maanden door met berichten over het Gat op Rechts, dat helemaal niet per se rechts is. Het kan immers ook betiteld worden als ‘Het Negeren van de Burger’. Steunt u deze onafhankelijke journalistieke producties? Graag! Doneren kan HIER