5 jaar na corona: ‘Het is verontrustend hoe makkelijk de menigte tegen de minderheid te keren was’

ww 08-07
Jona Walk

‘Laten we varen op de deskundigheid’, zei premier Rutte in 2020 over het coronavirus. Vijf jaar later blikt journalist Eva Munnik in een reeks interviews kritisch terug op de crisis in Nederland. Met deskundigen, maar niet de deskundigen die we toen steeds in talkshows zagen. Dit keer arts Jona Walk: ‘Een soort oorlogsmentaliteit kwam op tijdens corona, zo van: “Het is crisis en wij zijn soldaten. Wij staan in het front en samen strijden wij tegen het virus.” Op een gegeven moment werd dat dus ook strijden tegen mensen, tegen de “wappies”.’

Vanwege haar kritische houding tegenover het coronabeleid kreeg arts Jona Walk de afgelopen jaren veel over zich heen. Toch blijft ze zich uitspreken. We bestellen gemberthee in het café in Nijmegen waar we hebben afgesproken, terwijl Walk uitlegt wat haar motiveert: haar overtuiging dat je de overheid niet te veel macht moet geven.

‘De overheid moet je juist inperken. Vroeger was dat trouwens een normale linkse gedachte. Tegenwoordig snap je dat misschien pas als je je weleens bedreigd hebt gevoeld door de overheid. Of als je je in ieder geval kunt voorstellen dat een kwaadaardige overheid mogelijk is.’

Waarom zien sommige mensen wel in dat je waakzaam moet zijn op de macht die de overheid pakt, en anderen niet?

‘Goede vraag. Waarom zijn sommigen zich ervan bewust hoe kwetsbaar je kunt zijn als je heel veel macht geeft aan een instituut of de overheid? Jullie als journalisten zouden dat bewustzijn eigenlijk moeten hebben, al zag ik het niet vaak in coronatijd.’

Journalisten horen de macht te controleren, maar ik zie soms toch blindelings vertrouwen in overheid en instanties, ook bij collega’s. Misschien heeft het te maken met je achtergrond? Ik kom uit een arbeidersmilieu en die zien de macht – de overheid – niet per se als medestander.

‘Ik ben opgegroeid in de Verenigde Staten, waar iedereen de overheid wantrouwt. Misschien is het wel zo dat wanneer je al generaties lang macht in je familie hebt, je die waakzaamheid op een overmachtige overheid een beetje verliest? Academici die borrelen met andere academici, sporten met academici en wier kinderen naar school gaan met kinderen uit hoogopgeleide gezinnen. Die weten dat ze veilig zijn, ze hebben niks te vrezen. Die hebben er nooit over nagedacht dat het misschien wel belangrijk is om een vorm van privacy te hebben. Omdat er misschien een dag komt dat de overheid je probeert te censureren of dat zelfs de ME met knuppels op je afkomt omdat je demonstreert.’

Misschien zijn sommigen niet kritisch juist omdat ze de eerste generatie ‘macht’ zijn. Uit angst hun vergaarde beetje macht en status te verliezen?

‘Dat kan. Conformisme is ook de reden dat het in de medische en wetenschappelijke wereld zo lastig is om echt kritisch te zijn.’

Jij werkte in een ziekenhuis toen corona in Nederland om zich heen begon te grijpen, hoe was dat?

‘Mijn ziekenhuis werd overspoeld met patiënten en we renden ons de benen uit het lijf. In de avonduren was ik – net als de andere artsen – vooral heel erg bezig met alle literatuur lezen. Wat is deze ziekte? Hoe moeten we het behandelen? De overheid nam maatregelen en ik snapte dat in het begin wel. Ik was dagelijks in een ziekenhuis, dus ik zag het probleem: we hadden te veel patiënten voor het aantal bedden.’

De aanpak van de overheid kwam logisch over op jou?

‘Nou, het idee van lockdowns was nieuw. “Dit doen ze in China en ze zeggen dat het heel goed werkt”, was het verhaal. Maar  wetenschappelijke data die onderbouwen dat een lockdown een goed idee is bij een virusuitbraak waren er niet. Lockdowns stonden in geen enkel plan.

‘Van oudsher heb je natuurlijk wel quarantaine: het afzonderen van mensen die potentieel geïnfecteerd zijn. Maar een lockdown is eigenlijk het omgekeerde: gezonde mensen afzonderen om te zorgen dat ze niet geïnfecteerd raken. Het is vooral iets uit films volgens mij, waarbij ik wel moet zeggen dat epidemiologie niet mijn vakgebied is.

‘Op zichzelf kon en kan ik me vinden in het concept van flatten the curve (het aantal besmettingen uitsmeren over meer tijd zodat er minder patiënten tegelijkertijd zijn, red.), maar het virus tegenhouden is heel moeilijk als je al besmettelijk bent voor je klachten hebt, dan is het praktisch niet te stoppen. Eigenlijk had ik vanaf de eerste week al het gevoel: nu moet ik opletten.’

Waarop letten?

‘Ik wist: al deze dingen die nu worden gedaan, maken de overheid sterker en de burgers zwakker. En ik kende dat uit Amerika, bijvoorbeeld in de tijd na 9/11, de aanslagen op de Twin Towers, dat je als overheid een crisis gebruikt om extra macht te grijpen.

‘Ik dacht: als je niet meer naar buiten mag en elkaar niet mag opzoeken, dat zijn situaties waarin burgers ontzettend kwetsbaar zijn voor de overheid. Waarop de overheid zegt: “Maar het is nodig, want het is crisis en we moeten jullie beschermen.” Ik zeg niet dat alle overheden onbetrouwbaar zijn, maar ik dacht wel: oppassen.’

Wanneer sloeg het ‘oppassen’ bij jou om in ‘foute boel’?

‘Rond juni 2020. De druk op de zorg nam geleidelijk af en ik verwachtte dat nu het gesprek zou komen over hoe we de zorg konden versterken, want corona zou blijven. Maar toen ging dat gesprek ineens helemaal anders. Dat ging over nieuwe maatregelen in het najaar “tot het vaccin er is, want dan zijn we van corona af”. Terwijl dat nooit een logische aanname was.

‘Ik heb zelf jaren onderzoek gedaan naar vaccins, ik weet wat ze wel kunnen en wat niet. Alle wetenschappelijke kennis die we op dat moment hadden, suggereerde dat het nooit mogelijk zou zijn om het coronavirus weg te vaccineren.’

Dus het verbaasde jou dat het over meer maatregelen ging en niet over de zorg?

‘Ja, want de zorg in Nederland is stuk. We hebben een zorgsysteem dat qua bedden en personeel geijkt is op de laagste bezetting in plaats van de hoogste. We hebben niet genoeg verpleegkundigen om patiënten te verzorgen. In handen aan het bed wordt al heel lang niet meer geïnvesteerd en we missen volledig een visie op waar het heen moet. Maar daar ging het niet over in coronatijd, het ging alleen maar over maatregelen.’

Er kwamen in de jaren daarna een tweede en een derde lockdown, zelfs nog een avondklok en een coronatoegangsbewijs.

‘De overheid vroeg zich na de eerste maanden van de coronacrisis eigenlijk niet meer af of de genomen maatregelen wel de beste aanpak waren. Sowieso was er geen gesprek mogelijk over de proportionaliteit van de maatregelen. Als je maar één geval van corona kon voorkomen, dan was het een goede maatregel. Het draaide alleen maar om corona en de schade van de maatregelen leek er niet toe te doen.

‘Allemaal op basis van modellen die helemaal geen correcte voorspelling waren. Mensen denken dat een model de waarheid is, maar het is puur een voorspelling, volledig afhankelijk van de aannames die je er instopt.’

Ondertussen werd discussie niet toegejuicht. En als je niet meedeed was je asociaal.

‘Heel veel mensen zijn ervan overtuigd geraakt dat het asociaal was om bijvoorbeeld niet tegen corona te vaccineren. Daarom vonden ze het coronatoegangsbewijs (CTB) ook gerechtvaardigd. Maar de invoering daarvan was niet eens legaal. In de eigen onderliggende wetgeving – de Wet publieke gezondheid – staat dat toegangsregels gebaseerd op vaccinatie alleen gesteld mogen worden als kan worden vastgesteld dat bij een gevaccineerde een vergelijkbare kans op overdracht van het virus bestaat als bij iemand na een negatieve testuitslag. En dat was evident niet zo.’

Toenmalig minister Hugo de Jonge had eerder zelfs voor de camera gezegd dat er geen vaccinatiepas zou komen als bleek dat een gevaccineerde toch nog corona kon overdragen. Dat was zo, bleek later. En toch voerden ze toen het CTB in. Niet echt een betrouwbare overheid.

‘En ze voerden het in op een moment, eind september 2021, toen ze konden weten dat er geen belangrijke bescherming tegen virusoverdracht was. Als er al bescherming tegen transmissie is, dan neemt het in de maanden na vaccinatie rap af. En de meeste Nederlanders waren toen al zes maanden of langer geleden gevaccineerd.’

Maar het was een ‘pandemie van ongevaccineerden’ zei De Jonge. Als zij vooral de druk op de zorg gaven – omdat ze zieker werden van corona – is dat dan geen legitiem argument om ze anders te behandelen?

‘Toen Hugo de Jonge op camera zei dat tachtig procent van de opnames in de ziekenhuizen ongevaccineerden waren, heb ik me uitgesproken. Want dat was op dat moment helemaal niet zo. Samen met collega-arts Bert Mulder heb ik naar buiten gebracht dat in ons ziekenhuis – op datzelfde moment dat De Jonge tachtig procent zei – ongeveer een derde van de coronapatiënten ongevaccineerd was, en de meesten wel gevaccineerd waren. Andere ziekenhuizen kwamen toen naar buiten met ongeveer dezelfde cijfers.’

Dus dat zwartmaken van mensen die geen coronavaccin namen, als zijnde verantwoordelijk voor de druk op de zorg, dat was niet terecht?

‘Nee.’

Wat heeft het voor het vertrouwen in vaccins gedaan, die communicatie van de overheid destijd – met De Jonge voorop – over coronavaccins?

‘Ik denk dat het de vertrouwensband van veel mensen met de overheid ernstig heeft aangetast. De vaccinatiegraad voor alle vaccins daalt. Data over de motivatie om niet (meer) te vaccineren zijn er niet, maar je hoort wel vaak: “Ze hebben gelogen over coronavaccins.”

‘Weet je: niets geeft zo’n aversie tegen vaccins als iemand die je probeert te dwingen. En dan het feit dat er gewoon evident onware dingen gezegd zijn over coronavaccins, maakt dat sommige mensen denken: dan vertrouw ik de rest ook niet meer.’

Kwam het ook doordat mensen er in coronatijd achter kwamen dat de overheid – en instanties en artsen – het ook niet precies weten?

‘Daar zeg je iets heel moois. Het is inderdaad best wel opvallend dat de meeste mensen die het hardst en stelligst dingen riepen over coronavaccins in die periode – niet alleen leken, maar ook huisartsen en zelfs epidemiologen – niet echt vaccindeskundig waren.

‘Ze waren geen experts in die hele complexe aspecten aan coronavaccins, en waarom het bijvoorbeeld zo moeilijk is om voor een lokaal luchtwegvirus steriele immuniteit te genereren. Toch waren ze er helemaal van overtuigd – op basis van vrij oppervlakkige kennis – dat de vaccins zeker weten veilig en effectief waren. Die onterechte stelligheid heeft veel vertrouwen stukgemaakt.’

Wat in mijn ervaring ook het vertrouwen niet verbeterde, was dat je voor wappie werd uitgescholden als je iets afwijkends vond.

‘Zelfs rustige, correcte tegenspraak werd niet getolereerd. Kritische mensen werden publiekelijk kapotgemaakt, op sociale media vernederd. En dat heeft twee effecten. Ten eerste versterkt het de menigte in het geloof dat het samen strijden tegen “wappies” goed is. Ten tweede maakt het toekomstige tegenspraak nog minder waarschijnlijk. Kritische mensen durven niet meer te spreken, want ze hebben gezien dat je dan voor gek wordt versleten. Door je overheid, maar ook vrienden en collega’s.’

Ik weet nog dat een collega van mij van een nieuwsredactie in CTB-tijd een berichtje stuurde: ‘Dankzij de gevaccineerden is de samenleving gedeeltelijk weer open. Die betalen daar een prijs voor (ze hebben zich laten vaccineren), waar iedereen (ook jij) van profiteert.’

‘Hij vond het dus terecht dat hij iets terug kreeg voor vaccineren, een beloning.’

Fascinerend vond ik die gedachtegang. Ook alsof je alleen maar op die manier iets bijdroeg in pandemietijd. Al ging je elke dag feesten, zoende je iedereen, ging je naar buiten met klachten, dan nog hoorde jij bij de good guys en had je het verdiend om wel overal in te mogen, als je een vaccin had genomen.

‘Eind 2021 ging ik naar een groot artsencongres. Ik was uitgenodigd om te spreken over vaccins. Dat is de enige keer dat ik me ergens voor heb laten testen, om erin te mogen. ’s Avonds was er een feest en iedereen was waarschijnlijk gevaccineerd, behalve ik. Dit was meer dan een halfjaar nadat zorgpersoneel gevaccineerd was, dus uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat de bescherming tegen transmissie er niet meer was. Maar in coronatijd was er dus toch een groot feest waar honderden artsen op elkaar stonden te borrelen. Ik dacht: wat een hypocrisie.’

Ik weet nog dat ik tijdens het CTB eten afhaalde in een restaurant, ik mocht als ongevaccineerde niet aan een tafeltje zitten. En dan kwamen er hoestende mensen binnen om uit eten te gaan, die elkaar uitgebreid zoenden ‘want we zijn toch gevaccineerd’. Stond ik daar: zonder symptomen en al anderhalf jaar geen hand geschud, maar ik was zogenaamd het gevaar.

‘Volstrekt onlogisch, om ongevaccineerden als asocialen te bestempelen. Maar ik denk dat mensen het irritant vinden als jij iets anders durft te doen dan zij, die er wel in mee zijn gegaan. Het is heel verontrustend hoe makkelijk de menigte tegen de minderheid te keren was in dit land.’

Jij hebt het manifest ‘Onverdeeld Open’ bedacht, waardoor het coronatoegangsbewijs na vijf maanden werd afgeschaft.

‘Ik zat bij de Vierde Golf (een politieke vereniging, aanvankelijk opgericht door mensen die kritisch waren op de ondemocratische corona-aanpak, red.) en wist dat er meer mensen in Nederland waren die het CTB niet oké vonden, mensen die we niet hoorden. En ik wilde dat die mensen een manier kregen om zich zichtbaar te maken op een enigszins veilige manier. Want we hadden het er net over hoe je zowat onthoofd werd in het publieke debat als je iets zei wat afwijkend was.

‘Ik wilde een soort verklaring schrijven die heel duidelijk was en rustig uitlegde waarom het wetenschappelijk onzin was om ongevaccineerden uit te sluiten. Waarom het immoreel was en waarom het ongrondwettelijk was.

‘We deelden het vervolgens op social media. En oud-minister Mona Keijzer, die ontslagen was vanwege haar openlijke kritiek op het CTB, kondigde het aan op televisie bij Vandaag Inside. Precies wat ik wilde, gebeurde. Die hele groep in de samenleving die er al was, die niet durfde te spreken, liet nu merken ons te steunen. En het CTB werd eindelijk afgeschaft.’

Voor een eventuele volgende keer, hoe hadden we deze pandemie wel moeten aanpakken, denk jij?

‘Iets van flatten the curve was in het begin volgens mij goed te verdedigen. Maar wat je vervolgens had moeten doen, is niet in een tunnelvisie raken. En dat betekent dat je tegenspraak uit moet uitnodigen, maar het omgekeerde gebeurde.

‘Verder waren de deskundigen die betrokken werden bij beleid, het OMT, een heel smalle groep en die werd steeds smaller. Op een gegeven moment was er een handjevol televisie-virologen, je zag steeds dezelfden.

‘Wat ook anders moet, is transparantie, want er is ontzettend veel gelogen tegen de Nederlandse bevolking, en gebluft.

‘En vanaf juni 2020, toen die eerste piek voorbij was, hadden we moeten stoppen met maatregelen, want we hadden toen al kunnen weten dat die enorme schade met zich meebrachten.

‘In plaats daarvan hadden we – denk ik – veel beter de mensen kunnen beschermen die het wilden en kunnen investeren in de zorg, in handen aan het bed. De overheid had moeten zeggen: “Dit virus kunnen we niet helemaal stoppen. We gaan zorgen dat je de beste zorg krijgt en dit is wat je kunt doen om jezelf te beschermen.”

‘Als maatregelen al werkten dan waren ze het meest effectief in het begin van de coronacrisis omdat mensen toen zelf het meest gemotiveerd waren. Vrijwilligheid werkt.’

De volgende keer in deze interviewserie — met deskundigen die we in coronatijd níet steeds in de talkshows zagen — hoogleraar klinische psychologie Claudi Bockting. ‘Ik denk dat we te makkelijk onze kinderen en jongeren hebben opgeofferd.’

Jona Walk is arts in opleiding tot internist-intensivist. Zij promoveerde in 2021 aan de Radboud Universiteit op immunologie en malariavaccin-ontwikkeling. Tijdens de coronapandemie schreef zij artikelen over de noodzaak van eerlijke communicatie over coronavaccins en zette zij zich als activist in tegen het coronatoegangsbewijs. Zij is mede-oprichter van De Vierde Golf, en maakt podcasts voor De Nieuwe Wereld over onderwerpen op de grens van zorg, wetenschap en maatschappij.

Eva Munnik is journalist. Ze werkt als freelance-verslaggever en (eind)redacteur bij televisieprogramma’s en schrijft voor magazines. Ook maakte ze een podcast – Eva Belt Aan – en schreef zij zeven boeken.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in 2025? Kijk HIER. Hartelijk dank!