Goud is alleen nuttig voor juwelier of tandarts

EduardBomhoff20210828
In Fort Knox ligt de Amerikaanse goudvoorraad.

Deze augustusmaand vieren (of verwensen?) we 50 jaar met zwevende wisselkoersen zonder enige band met het goud. Hier kunt u twee minuten naar iets bijzonders kijken: Een fragment uit een persconferentie van de Franse president Charles de Gaulle in februari 1965 (met Engelse ondertitels) over de dollar en het goud.

De prachtige biografie van De Gaulle door Julian Jackson vertelt dat De Gaulle dan geen bril droeg omdat hij zijn eigen hoofd al lelijk genoeg vond en dus niet een uitgeschreven tekst kon voorlezen.  

Na afloop kregen alle aanwezigen bij de uitgang echter die gedrukte tekst van alles wat de president in 45 minuten had gezegd. De Gaulle memoriseerde zijn complete toespraak en de antwoorden op de te voren afgesproken vragen. Precies wat hij had gezegd werd na afloop uitgedeeld.

Goud vormt eerlijke basis

In de twee minuten op YouTube zien we De Gaulle uitleggen hoe de VS een tekort op de balans van invoer en uitvoer financieren door dollars te drukken die dan in het buitenland eindigen in de kluis van een centrale bank. De buitenlanders hebben gewerkt om naar de VS te exporteren; de Amerikanen hebben in ruil daarvoor alleen dollar-papier gedrukt.

Dan zegt hij correct dat dollar-papiergeld een eenzijdig voordeel biedt aan de VS maar dat het goud een eerlijke basis vormt voor een monetair systeem. Wie luistert naar De Gaulle in februari 1965 krijgt de indruk dat Frankrijk terug wil naar een gouden standaard zoals voor de Eerste Wereldoorlog, maar vergeet dan dat Frankijk geen goud in de grond heeft en het dus moet kopen in Rusland of Zuid-Afrika.  

Goud voor 35 dollar per ounce

De strategie van De Gaulle in deze persconferentie leek op de aankondiging van een nieuw stelsel op basis van goud, maar was in feite een signaal aan de Banque de France om papieren dollars uit de kluis te verkopen en goud aan te schaffen in de VS tegen de spotgoedkope prijs van 35 dollar per ‘ounce’ van 31 gram die toen nog werd gegarandeerd door de VS.

Zijn adviseurs hadden hem verteld dat er niet genoeg goud beschikbaar was in Fort Knox (bekend uit Goldfinger, de derde James Bond-film uit 1964) om alle centrale banken in de wereld zo te bedienen, en dus had De Gaulle besloten dat Frankrijk beter vooraan in de rij kon staan om goud te kopen tegen 35 dollar per ounce.

Een Nederlandse speculant

Andere Europese banken, waaronder onze Nederlandsche Bank, volgden met het verkopen van papieren dollars uit de kluis tegen goud en toen zes jaar later in Fort Knox de bodem van de Amerikaanse goudvoorraad in zicht kwam, hield president Nixon op 15 augustus 1971 zijn toespraak waarin hij de garantie van de vaste goudprijs  eenzijdig verbrak.

Nixon gaf de schuld aan ‘international speculators’, en zei maar niet dat de eerste grote speculant intern bij zijn Federal Reserve al jaren bekend stond als ‘Charles de Gaulle’ en dat er later op kleinere schaal ook een Nederlandse speculant opdook onder de naam ‘Jelle Zijlstra’.

Na Nixons besluit kwamen de vrije wisselkoersen, eerst voor Zwitserland, iets later voor de andere Europese landen en Japan. Deze week was de goudprijs 1780 dollar per ounce.

Waarom het goud nooit terugkomt

Goud komt nooit meer terug in het monetaire systeem om twee redenen. Eén: verspilling om het goud tegen enorme kosten uit een goudmijn te halen en daarna op te bergen bij centrale banken waar niemand het mag komen bewonderen.

Bovendien: als er niet genoeg nieuwe goudmijnen worden geopend, is er te weinig gouden reserve bij de centrale banken als basis om in een groeiende wereldeconomie extra geld in omloop te brengen. Dat drijft de prijs van goud omhoog en de prijs van goederen en diensten naar beneden  – zichtbaar in een twintig jaar lange daling van het prijspeil tussen 1870 en 1890, de periode tusen de goudvondsten in Australië en Californië en de opening van de mijnen in Zuid-Afrika.

Nederland liet goud te laat los

Niet zo gemakkelijk om te investeren in een fabriek (of een huis te kopen) als het waarschijnlijk lijkt dat de prijzen van goederen en onroerend goed langdurig blijven dalen totdat er ergens ter wereld een nieuwe goudmijn wordt geopend. En onmogelijk om als overheid in een crisis snel geld te drukken, omdat de hoeveelheid geld niet mag stijgen boven wat past bij de voorraad goud.

Nederland leerde dat pijnlijk in de jaren dertig toen de kabinetten- Colijn besloten om de band met het goud zo lang mogelijk vol te houden. Nederland liet het goud pas los in september 1936 (door minister Oud, later mede-oprichter van de VVD); Engeland en Zweden al vijf jaar eerder. Daarom duurde de depressie in Engeland en Zweden korter, was de economische groei daar tussen 1932 en 1938 twee, resp. drie keer zo hoog als bij ons en de werkloosheid lager.

Onder Zijlstra liep inflatie op tot 10 procent

Een wereldgeldstelsel met papiergeld en zonder band met het goud maakt het mogelijk om te sturen op stabiele prijzen of op een bescheiden inflatie van 1-2 procent. Het nieuwe, vrije stelsel na Nixons toespraak vroeg echter duidelijk om een leerperiode.

President Zijlstra van De Nederlandsche Bank bleef populair – dankzij Wim Kans oudejaarsconferenties waar hij grapte over ‘dat zuinige mondje’ – maar faalde in het reguleren van de inflatie die opliep tot 10 procent en grote schade aanrichtte.

Inflatie is als een drug

Na de recessie van 1980-82 zien we in veel landen en ook in Nederland dat de lessen zijn geleerd: inflatie is als een drug en tijdens de kabinetten Den Uyl en Van Agt leek het misschien nog mooi dat ‘de mensen in het land’ ieder jaar een hoger loon kregen, maar in 1980 was de industrie bijna failliet door te hoge loonkosten.

CDA-leider Lubbers maakte in 1982 de draai van steun aan Van Agt naar samenwerking met de VVD en na een harde recessie verdween de inflatie en kwam de economische groei terug.

Goud niet nodig voor monetair systeem

Sinds die tijd is er wereldwijd een duidelijk patroon te zien: als de inflatie erg toeneemt is dat nooit meer omdat een Joop den Uyl of een Dries van Agt regeren die menen met extra drukken van geld de kiezers een plezier te doen (en een Jelle Zijlstra hebben bij de centrale bank die meebuigt), maar is het altijd vanwege een wanhopige situatie in de overheidsfinanciën: als de belastingen niet verder omhoog kunnen en als niemand nog nieuwe staatsschuld vertrouwt, dan resteert alleen het drukken van nieuw geld en komt er om fiscale redenen een inflatie.

Blijven de begrotingen van de overheid op orde, dan is er dus ook zonder goud weinig reden tot zorg over inflatie. Goud is er daarom voor de juwelier en misschien nog voor liefhebbers bij de tandarts; niet nodig of nuttig voor een monetair systeem.