De vieze smaak van waanzin verspreidt zich door het land van azijnbodes en boterzuur
Toen in Tolkiens epos In de ban van de ring de heldhaftige hobbits eindelijk thuiskwamen van de grote wereldoorlog tussen Goed en Kwaad, moesten ze alsnog een gevecht aangaan met het kleine kwaad dat in hun altijd zo rustige Gouw de macht had gegrepen.
Dit één na laatste hoofdstuk (The Scouring of the Shire) is uit de filmversie weggelaten, al is het een van de mooiste anticlimaxen in de literatuur.
Deze herinnering aan dat lang geleden gelezen verhaal drong zich op toen vorige week zondag islamitische fanatici feestvierende joodse gezinnen in Australië onder schot namen en dat een aantal mensen in Amsterdam er diezelfde dag niet van weerhield met rookbommen en getier bezoekers te intimideren van een concert in het Amsterdamse Concertgebouw naar aanleiding van hetzelfde feest. En hen voor ‘kindermoordenaars’ uit te maken.
Hoe haal je het in je hoofd?
Stank dringt zich op
De nacht tevoren had zich al een onwelriekende geur verspreid rond de ingang van de Amsterdamse muziektempel. Geniepelingen bleken boterzuur te hebben gespoten. Eerder hadden ‘klimaatactivisten’ dat wapen al ingezet tegen winkeliers in Hoog Catharijne en in Nijmegen.
Mijn eerste herinnering aan boterzuur is het gebruik ervan in de smerige taart die de krakers Pauline van Tuyll van Serooskerken, Jelle Goezinnen en Margriet Goris op 13 maart 2002 in perscentrum Nieuwspoort in het gezicht van Pim Fortuyn duwden, twee maanden voordat hij in het Mediapark werd vermoord.
Het woord herinnering is inmiddels al twee keer gevallen. Dat is niet voor niets. ‘De strijd van de mens tegen de macht is de strijd van het geheugen tegen vergeten’, laat Milan Kundera aan het begin van zijn Het Boek van de Lach en de Vergetelheid een van zijn personages zeggen. En net als de moordende terroristen willen de boterzuurspuiters macht. Dat willen ze al een tijdje.
Bom bij bestuurderspartij
Mijn geheugen weet nog dat in het Utrechtse kantoor van Dwars, de jongerenorganisatie ‘gelieerd aan’ GroenLinks, in juli 2007 spullen werden gevonden voor het maken van bommen, inclusief een ontstekingsmechanisme. Bestuurder van die vereniging, die ook actief werd in de kraakbeweging, was toen ene Jesse Klaver. Twee jaar later zou hij voorzitter worden van vakbond CNV-jongeren waar hij ‘minder het accent wilde leggen op het christelijk karakter van het CNV’.
En deze maand verweet een columniste van de Volkskrant VVD-leider Yesilgöz dat ze ‘een keurig links-progressieve bestuurderspartij als GroenLinks-PvdA consequent als “extreem” blijft afschilderen’.
U vraagt, wij draaien
Ik zie een parallel met de geschiedenis van die krant, zoals op de eigen website beschreven: ‘In 1964 kreeg het dagblad steeds meer een progressief karakter en trok daardoor veel jonge lezers aan. De nieuwe toon van de krant werd door sommigen als negatief ervaren. Al snel kreeg De Volkskrant de bijnaam “De Azijnbode”. Een jaar later, op 25 september 1965, verdween de ondertitel “Katholiek dagblad voor Nederland” van het dagblad.’
En nu worden de activisten van vroeger daarin betiteld als keurige bestuurders.
De destijds nieuwe ‘toon’ van de Volkskrant heeft zich wijd door het Nederlandse medialandschap verbreid. Hele generaties weten niet beter. ‘De actualiteitenrubrieken maken “drie keer de Volkskrant”, zei Henk Hagoort in 2008 toen hij werd benoemd tot voorzitter van de Nederlandse Publieke Omroep. Heeft die nieuwe ‘toon’, die wat ranziger smaak van het nieuws, de samenleving veranderd?
Nieuws is bevestiging
De meeste mensen (maar niet de lezers van Wynia’s Week) consumeren nieuws zoals koeien gras. Ze willen geen originele gedachten, geen andere invalshoeken. Ze willen bevestiging. Ze willen dat hun verteld wordt wat ze al dachten.
Om in deze behoefte te voorzien halen de media nieuws uit verre landen. Zij richten zich niet op wat er in de gemeenteraad gebeurt en iedereen kan verifiëren. Met name Israël en de Verenigde Staten worden gebruikt om de typisch Nederlandse vooroordelen te spiegelen, maar de nieuwsconsument eet alles wat hij van verre krijgt voorgezet.
Niet lang nadat de azijn in Amsterdam de miswijn had vervangen schreef Kundera al: ‘Het bloedbad te Bangladesh verdrong al snel de herinnering aan de Russische invasie in Tsjechoslowakije; de moord op Allende verdronk de zorgen om Bangladesh, de oorlog in de Sinaï woestijn deed de mensen Allende vergeten, het bloedbad in Cambodja deed de mensen de Sinaï vergeten en zo voort en steeds verder tot iedereen uiteindelijk alles vergeten liet raken.’
Er is in de wereld altijd iets te vinden wat ons beeld bevestigt. ‘Vandaag de dag snelt de geschiedenis met ferme stap vooruit. Een historische gebeurtenis, sprenkelt de volgende ochtend slechts nog even de dauw van het nieuws…. Dan is hij vergeten’, zegt Kundera. ‘In tijden dat de geschiedenis nog langzaam bewoog, waren er lange tussenpozen tussen schaarse gebeurtenissen die makkelijk in het geheugen werden opgeslagen.’
Die paar gebeurtenissen vormden het decor voor de avonturen in het persoonlijk leven. Met de opkomst van het beeld in onze cultuur werd die achtergrond echter de voorgrond. Het wereldtoneel levert ieder zijn eigen rol, de identiteit: het bepaalt bij welke lokale stam men zich aansluit.
Heethoofden zoeken onderwerpen om zich over op te winden
Op het Museumplein te Amsterdam banden de demonstranten eerst de kernbommen de wereld uit, vervolgens beëindigden ze de oorlog in Vietnam en zorgden ze dat geen zwarte Zuidafrikaan meer werd uitgeperst. Nu richten ze zich op een gebied waar religie altijd al een zaak van heethoofden was: ‘Toen de nieuwe bisschop in de stad aankwam, werd hij ontvangen door een laaiend enthousiaste menigte; zo enthousiast dat die dreigde de basiliek – met hem erbij – af te branden, als hij niet onmiddellijk de heilige liturgie voor hen celebreerde.’ Aldus een verslag uit augustus van het jaar 452, over gebeurtenissen in Maiouma, de havenstad van het destijds zeer christelijke Gaza.
Toentertijd was het grootste deel van Nederland nog zompig veen, waar de belangrijkste zorg van het handjevol inwoners was hoe de voeten droog te houden en de winter door te komen. Inmiddels is in deze delta nooit gebrek aan mensen die vanuit Amsterdam iedere plek op de wereld die hun aandacht heeft getrokken willen verbeteren. Dat kunnen we niet anders dan grootheidswaan noemen.
Grootheidswaan
Grootheidswaan is geen officiële stoornis. Het is een overdosis van een essentiële menselijke eigenschap. We vinden onszelf allemaal belangrijk. En een beetje narcisme geeft kleur aan het leven. Maar een teveel aan eigendunk is storend. Zo’n teveel kan uit frustratie ontstaan bij iemand die zichzelf eigenlijk minderwaardig, onbetekenend of onbelangrijk vindt, menen Freudianen. Die zien megalomanie als een verdedigingsmechanisme. De patiënt sublimeert zijn minderwaardigheidscomplex in het tegendeel ervan.
Met deze psychologische ‘redenering’ kunnen we het gedrag van mensen die op de dag van terreurmoorden in Australië in Amsterdam bij het Concertgebouw gaan staan schreeuwen niet verklaren. Wel kunnen we een specifieke vorm van grootheidswaanzin onderkennen bij deze druktemakers: een Messiascomplex, het geloof dat men geroepen is om anderen te redden.
Ongevraagde hulp aan zielige mensen ver weg
Mensen met dit syndroom gaan doorgaans geheel voorbij aan de eigenschappen, capaciteiten of autonomie van de individuen die ze willen helpen. Ze maken geen onderscheid tussen schurken en nette mensen. Ze zien een groep en springen daarvoor in de bres; ongevraagd maar niet onzichtbaar.
Mensen met een Messiascomplex ontlenen hun eigenwaarde niet aan hun inzet maar aan het tonen van die inzet. Nooit werken ze in de gaarkeukens van het Leger des Heils. Altijd verzamelen ze zich op publieke plekken zoals de Dam of het Museumplein.
Dan komen ze in het nieuws. Daar worden hun wanen het volk voorgeschoteld op dezelfde manier als de gedragsbeïnvloeding die wij reclame noemen. Gedragsbeïnvloeding die nu ongeveer een eeuw op grote schaal bestaat en blijkbaar werkt, want die is tot een gigantische bedrijfstak uitgegroeid.
Met de gevleugelde woorden ‘Ik heb de bewegende beelden gezien’ verklaarde Sylvana Simons in 2016 een van haar misvattingen. Andere bewegende beelden doen in dit land terroristjes hun flesjes met boterzuur vullen. En ik zie geen van de Haagse hobbits dit kleine kwaad stoppen.
Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!
Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!













