Alles staat op het spel als de islamisering van Nederland niet wordt gestopt

De islamisering van Nederland is al tientallen jaren gaande, vooral door immigratie, maar ook door politieke druk in binnen- en buitenland. Het heeft er alle schijn van dat opwinding over het Israëlische optreden tegen de radicale Hamas-moslims in de Gazastrook een nieuwe impuls geeft aan die islamisering. Nederland onderscheidt zich daarbij van veel andere westerse landen door het gebrek aan weerstand tegen de islam. Dat terwijl het buigen voor de islam (ook door ‘zelfislamisering’) toch ernstige risico’s voor westerse waarden, rechten en vrijheden met zich meebrengt, evenals ernstig verlies van maatschappelijke samenhang. Benno de Jongh schetst deze weken in Wynia’s Week hoe de islam greep krijgt op Nederland. En wat is er nog aan te doen?
De islamisering van Nederland speelt zich voor een deel af voor onze ogen. In de Randstad, maar ook steeds vaker daarbuiten, is de oprukkende islam duidelijk zichtbaar in het straatbeeld. De vraag is niet zozeer of de islam de dominante godsdienst in Nederland wordt, maar wanneer.
Islamisten maken ten volle gebruik van alle vrijheden die de bestuurlijke elite hun biedt. Nederland staat in kringen van fundamentalistische moslims bekend als een naïef land. Of zoals Franse imams het zeiden: ‘Nederland is een pakje boter waar je doorheen snijdt.’
De kiezer versus het establishment
In tegenstelling tot het establishment maakt het merendeel van de Nederlanders zich zorgen over die toenemende invloed van de islam. Uit recent onderzoek van Maurice de Hond blijkt dat 63 procent van de Nederlanders vindt dat de islam niet bij de Nederlandse samenleving past. Niet alleen aanhangers van rechts-conservatieve partijen hebben zorgen, ook het merendeel van de kiezers van bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren (58 procent) en de SP (57 procent) is van mening dat de islam en de Nederlandse waarden onverenigbaar zijn.
Met de stelling ‘Nederland moet geen vluchtelingen meer opnemen uit islamitische landen’ is 53 procent het eens, tegenover 39 oneens. En 52 procent van de respondenten is ‘bang dat Nederlanders een minderheid in eigen land gaan worden’.
De scepticus zou kunnen tegenwerpen dat het onderzoek is gedaan in opdracht van de PVV. Dat klopt, maar dat is nog geen reden om te twijfelen aan de uitkomst. Een vergelijkbaar Duits onderzoek laat nagenoeg dezelfde cijfers zien. Ook uit de uitslagen van Tweede Kamerverkiezingen kun je afleiden dat veel kiezers kritisch zijn over islamisering en massa-immigratie.
Raar is het niet dat de Nederlandse burgers in meerderheid afwijzend staan tegenover de islam. Immers, de kernwaarden van deze godsdienst staan lijnrecht tegenover de westerse liberale waarden. De islam is tegen democratie, tegen de vrijheid van meningsuiting, tegen de vrijheid van godsdienst, tegen scheiding van kerk en staat en dus vóór een theocratie. Verder heeft de religie weinig op met de vrijheid van minderheden zoals vrouwen, homo’s, afvalligen en anders- of ongelovigen.
De islam is een totalitaire ideologie in een religieus jasje en staat haaks op de waarden die zijn bevochten tijdens bijvoorbeeld de Verlichting en in de jaren zestig. Politici die zeggen dat het wel meevalt met het verschil in normen en waarden, zouden eigenlijk eens met een keppeltje op (of hand in hand met iemand van hetzelfde geslacht) door Amsterdam Nieuw-West, Rotterdam-Zuid, de Haagse Schilderswijk of de Utrechtse wijk Overvecht moeten lopen.
Demografische ontwikkeling
De demografische ontwikkelingen stellen ook niet gerust. Steeds meer wijken en steden worden de komende decennia in meerderheid islamitisch. Op dit moment wonen er ruim één miljoen moslims in Nederland. Over 25 jaar, in 2050, is dat naar verwachting drie à vier miljoen, blijkt uit een berekening van sociaal-demograaf Jan Latten. Ter illustratie: dat aantal is ongeveer even groot als het totale aantal mensen dat op dit moment in de vijftien grootste steden van het land woont. Of evenveel als de inwoners van de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland, Limburg en Zeeland bij elkaar.
Moslims krijgen gemiddeld meer kinderen, ook op jongere leeftijd. Tel daarbij op dat immigranten uit islamitische landen oververtegenwoordigd zijn en het beeld is duidelijk: moslims maken een groot deel uit van de bevolkingsgroei. Islamisten, onder wie predikers in West-Europa, steken niet onder stoel of banken dat demografie het belangrijkste middel is bij het bereiken van het kalifaat, oftewel een wereldwijde islamitische samenleving. Of zoals de Turkse president Recep Erdoğan het zegt: ‘De baarmoeder is het grootste wapen in de verspreiding van de islam in Europa.’
In Nederland zijn meer dan 500 moskeeën en dat aantal groeit nog steeds. Ankara runt de meeste Turkse moskeeën in ons land en de Marokkaanse overheid houdt onder meer grip via de grootste Marokkaanse moskeekoepel. Lokale overheden helpen graag een handje mee: gemeenten subsidiëren moskeeën en verlenen regelmatig bouwvergunningen voor culturele centra die nadien moskeeën blijken te zijn.
De steeds vaker en luider klinkende gebedsoproep, de zogenoemde azaan, wekt irritatie op bij seculiere, ongelovige en autochtone omwonenden. SGP en JA21 willen dat er een einde komt aan versterkte oproepen tot gebed bij moskeeën en dienden in april een initiatiefwetsvoorstel in. Volgens typisch Hollands poldergebruik komt er eerst een onderzoek, dan een inventarisatie en pas dan wordt gekeken naar ‘betere regels’. Minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken (NSC) wist er alvast fijntjes op te wijzen dat de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging ‘een belangrijk grondrecht’ is.
Hoofddoek, nikab en boerka
Op straat wordt het aandeel moslima’s dat een hoofddoek en gezichtsluier draagt steeds groter. Ook de nikab (waarbij slechts de ogen zichtbaar zijn) of boerka (waarbij het gehele lichaam bedekt is, inclusief de ogen) zijn steeds vaker waarneembaar. Dat geldt allang niet meer alleen voor wijken als Amsterdam Nieuw-West of Rotterdam-Zuid.
Ook dragen meisjes op steeds jongere leeftijd traditionele kleding. Terwijl in een land als Iran het hoofddoekje geldt als symbool van vrouwenonderdrukking, denkt de Nederlandse overheid daar anders over. In campagnes ontbreekt zelden de lachende moslima van begin twintig met hoofddoek, die symbool zou moeten staan voor de geslaagde multiculturele samenleving.
Partijen als GroenLinks-PvdA en D66 willen ons doen geloven dat de hoofdoek staat voor vrijheid, namelijk de ‘vrijheid van de vrouw om zich te kleden hoe zij wil’. De aanhoudende druk op de politiek om hoofddoekjes bij de politie en boa’s toe te staan, ondanks een herhaaldelijk pleidooi voor uniformiteit door de opeenvolgende ministers van Justitie, is een ander voorbeeld van een poging om de samenleving verder te islamiseren.
Het onvermogen om de islam op de eigen merites te beoordelen, wordt versterkt door de afkeer van de PVV van Geert Wilders. Van een noemenswaardig maatschappelijk debat is geen sprake. De discussie over de wenselijkheid van een invloedrijke islam is doorspekt met taboes en partijpolitieke belangen.
Daarnaast verschuilt het establishment zich gretig achter regels, wetten en verdragen, om zo de blik maar niet te hoeven richten op het grotere plaatje. Goed voorbeeld hiervan is Piet Hein Donner, die in 2006 als minister van Justitie de rode loper uitrolde voor de politieke islam. Donner zie in een interview: ‘Voor mij staat vast: als twee derde van alle Nederlanders morgen de sharia zou willen invoeren, dan moet die mogelijkheid toch bestaan? Zo iets kun je wettelijk toch niet tegenhouden? Het zou ook een schande zijn om te zeggen: dat mag niet!’
Als we voorzichtig iets verder naar de toekomst kijken, naar pak ‘m beet het eind van de eeuw, kan het zomaar zijn dat de moslimpopulatie een meerderheid uitmaakt in Nederland. Voorbeelden van goed functionerende democratische landen met een grote moslimpopulatie zijn er niet. Er is geen enkele reden om te verwachten dat Nederland de uitzondering op die regel wordt. Voor islamisten is de democratie hoogstens een middel om macht te verkrijgen. Een middel dat vroeg of laat zal worden ingeruild voor een staatsbestel dat in landen met veel moslims gangbaar is: de islamitische theocratie.
Steeds strenger in de leer
Lange tijd werd gedacht dat tweede en derde generatie islamitische immigranten een stuk minder orthodox zouden zijn dan hun ouders. Van deze ontwikkeling is echter geen sprake, niet in Nederland en ook niet wereldwijd. Uitzonderingen zijn de Golfstaten en Saoedi-Arabië, die sinds enkele jaren richting een minder strenge islam bewegen, maar zij komen dan ook van ver. In West-Europa zien we eerder een beweging richting orthodoxie.
Het percentage kinderen dat binnen de eigen orthodoxe islamitische zuil opgroeit, stijgt. Kinderen uit islamitische milieus groeien veelal op in wijken met veel geloofsgenoten. Ze gaan vaker naar scholen en sportclubs waar ook veel islamitische kinderen rondlopen. Voor jongeren geldt: het geloof is vaak belangrijk voor hun identiteit. Ze gebruiken datingsites zoals Muzz en sociale media zoals Cestmocro die speciaal gericht zijn op moslims en niet-westerse allochtonen.
Met een groeiend aantal moslims en een steeds groter wordende orthodoxie mag het geen wonder heten dat de segregatie toeneemt. Segregatie werkt weer orthodoxie in de hand en zo is er sprake van een zichzelf versterkend effect. De spreiding van allochtonen, ooit een sociaaldemocratisch stokpaardje, is praktisch onmogelijk te realiseren met dusdanig hoge aantallen mensen die behoren tot dezelfde culturele of religieuze groep.
Existentiële vraagstukken
‘Islamisten kunnen hier gebruik maken van de vrijheden, die zij uiteindelijk willen vernietigen’, zei Ayaan Hirsi Ali tijdens haar recente bezoek aan Nederland. Haar uitspraak borduurt voort op de tolerantie-paradox van Karl Popper. De in 1994 overleden Oostenrijks-Britse filosoof stelde dat een samenleving die onbegrensd tolerant is uiteindelijk haar tolerante karakter zal kwijtraken onder invloed van de intoleranten.
Dit zijn allang geen filosofische vraagstukken meer, maar veel eerder existentiële. Hoe om te gaan met gelovigen die zich, zoals hun religie voorschrijft, verheven voelen boven de normen en waarden die hier al vele decennia of eeuwen gelden? En hoe wapenen we ons tegen een religie die in de kern niets moet hebben van onze samenleving? Alleen als de bestuurlijke elite bereid is een serieus antwoord te formuleren op deze vragen, bestaat de kans dat onze kleinkinderen in vrijheid opgroeien.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!