Ambtenaren keren zich nu openlijk tegen zorg-minister Ernst Kuipers

GROOT101222-NZAvsMinister
Minister Ernst Kuipers was baas van het Erasmus MC (Foto’s Wikipedia) dat er nu goed uitspringt bij zijn keuze voor kinderhartchirurgie: ‘dubieuze rol’.

Het komt niet vaak voor dat ambtenaren het beleid van een minister openlijk bekritiseren. Deze week gebeurde dat wel. De Nederlandse Zorgautoriteit, de Nza, een zelfstandig bestuursorgaan dat onder toezicht staat van de minister van VWS concludeerde deze week dat de concentratie van de kinderhartchirurgie vrijwel alleen maar nadelen heeft. Dit was slecht nieuws voor minister Ernst Kuipers (VWS) die concentratie van zorg juist tot een van de speerpunten van zijn beleid heeft gemaakt.

Hugo de Jonge, de voorganger van Kuipers, kondigde eind vorig jaar aan dat twee van de vier centra voor kinderhartchirurgie voor zeldzame interventies, die in Groningen en Leiden, zouden moeten sluiten en de zorg geconcentreerd zou worden bij het Erasmus MC in Rotterdam en het MC Utrecht. Aan dit besluit was een lange periode van getouwtrek en gelobby van de universitaire centra vooraf gegaan. Uiteindelijk trokken Utrecht en Rotterdam aan het langste eind. De voorzitter van de raad van bestuur van het Erasmus MC was op dat moment Ernst Kuipers.

‘Dubieuze rol voor Erasmus MC’

Het Erasmus MC speelde bij het besluit een dubieuze rol en wedde op twee paarden, zo bleek vorige week uit onderzoek van Follow the Money en het vakblad Zorgvisie. Hartspecialisten van het Erasmus MC pleitten bij het ministerie van VWS voor concentratie in twee centra, terwijl andere hartspecialisten en Ernst Kuipers aanstuurden op drie centra voor kinderhartchirurgie. Follow the Money en Zorgvisie concludeerden dat bij de besluitvorming over concentratie niet de kwaliteit bepalend was, maar de lobbykracht.

Het besluit van De Jonge leidde tot een storm van kritiek. Dat was terecht. Het was namelijk volstrekt onduidelijk op basis van welke criteria gekozen was voor concentratie van de kinderhartchirurgie in Utrecht en Rotterdam. Minister de Jonge kon ook niet duidelijk maken op welke overwegingen het besluit was gebaseerd, behalve dat werd gezegd dat concentratie goed was voor de kwaliteit van zorg. Maar waarom werd gekozen voor Utrecht en Rotterdam en niet voor Groningen of Leiden bleef onduidelijk. Onduidelijk was ook waarom er twee en bijvoorbeeld niet drie centra zouden moeten overblijven.

Inmiddels was de lobbyist van het Erasmus MC de verantwoordelijke minister voor het besluit over de kinderhartchirurgie geworden. Om de kritiek te pareren vroeg de nieuwe minister Kuipers aan de Nza om een impactanalyse van de gevolgen van de sluiting van de centra in Groningen en Leiden. Het Nza-rapport dat op de dag van Sinterklaas verscheen had voor Kuipers een onwelkome boodschap. De Nza concludeerde in een degelijk rapport dat concentratie leidt tot verslechtering van de kwaliteit van zorg, meer ongemak voor patiënten, hogere kosten en een toename van de personeelstekorten.

Het belangrijkste argument van de Nza is dat vrijwel geen enkele verpleegkundige van de ziekenhuizen waar de kinderhartchirurgie zou verdwijnen, bereid is om in een ander centrum te gaan werken. Concentratie leidt dus tot een verdere toename van het personeelstekort. Verder waarschuwt de Nza dat door sluiting van twee centra behandelteams opgeheven worden en expertise verloren gaat.

Kinderen naar het buitenland?

Het absurde gevolg van het besluit om twee centra te sluiten zou zelfs zijn dat kinderen naar het buitenland zouden moeten gaan om adequate behandeling te krijgen. Ook als dat niet zo is, zullen kinderen uit het noorden van het land verder moeten reizen om zorg te krijgen. Omdat deze kinderen vaak ook andere behandelingen nodig hebben, zullen ze ook nog eens te maken krijgen met meerdere ziekenhuizen en behandelaars.

Concentratie van de kinderhartchirurgie leidt ook tot hogere kosten. Op korte termijn zijn er saneringsplannen bij de te sluiten centra en transitiekosten voor de vergroting van de capaciteit in de twee resterende centra. Op langere termijn verwachten de zorgverzekeraars dat concentratie leidt tot hogere kosten bij de overgebleven centra, maar verwachten ze dat het budget van de ziekenhuizen waar de kinderhartchirurgie wordt weggehaald er niet door omlaag gaat.

Kwaliteit wel echt omhoog?

Het is volgens de Nza ook allerminst zeker dat door concentratie de kwaliteit van zorg omhoog gaat. De kwaliteit van de Nederlandse kinderhartcentra is al erg goed vergeleken met die elders in Europa en de Verenigde Staten. ‘Concentratie zal dan ook niet tot een daling van de mortaliteit leiden aangezien deze al laag is’, aldus de Nza.

De boodschap van de Nza is duidelijk: verdere concentratie van de kinderhartchirurgie is een slecht idee. De Nza schrijft wel dat haar conclusies over de concentratie van kinderhartchirurgie niet per se opgaan voor de concentratie van andere vormen van zorg. Misschien niet. Maar ook bij concentratie van andere vormen van zorg zal blijken dat verpleegkundigen meestal niet bereid zijn in andere ziekenhuizen te gaan werken, de kosten meestal omhoog gaan, de reistijden voor patiënten vrijwel altijd toenemen en het effect op de kwaliteit onduidelijk is.

Concentratiebeleid Kuipers discutabel

Minister Kuipers verdedigt zijn beleid om de zorg meer te concentreren in een beperkter aantal ziekenhuizen door er op te wijzen op dat de uitkomsten van kankerbehandeling in Nederland minder goed zijn dan bijvoorbeeld in Duitsland. Het paradoxale is echter, dat de overlevingskansen van kankerbehandeling in Duitsland wel beter zijn, maar Duitsland veel meer ziekenhuizen heeft en de zorg er minder geconcentreerd is dan bij ons. Nederland heeft veel minder en veel grotere ziekenhuizen.

Overigens zijn uitkomsten voor kanker bij ons minder goed dan in Duitsland, maar bij hart- en vaatziekten is dat weer andersom. Daar scoort Nederland als een van de beste in Europa. Het verband tussen concentratie en de uitkomsten van zorg is misschien minder eenduidig dan minister Kuipers denkt.

De Nza adviseert de minister om nu geen onomkeerbare besluiten te nemen maar eerst de academische ziekenhuizen te vragen een algeheel concentratieplan te maken. Als Kuipers dit advies van de Nza opvolgt, gebeurt er – in elk geval voorlopig – niets. Het is zeer de vraag of de academische ziekenhuizen er ooit in zullen slagen zelf tot een concentratieplan te komen.

In de brief die Kuipers naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, probeert hij het rapport van de Nza alvast te begraven onder een hele stapel andere rapporten die over de concentratie van de kinderhartchirurgie zijn geschreven. Hij wijst er op dat deze discussie al dertig jaar loopt en besluit zijn brief met de mededeling dat hij begin volgend een definitief besluit zal nemen over de concentratie van de kinderhartchirurgie. Dit suggereert dat hij het eerdere voornemen om de kinderhartchirurgie te concentreren op twee lokaties – het Erasmus MC en het UMC Utrecht – wil doorzetten.

Gezien zijn eerdere betrokkenheid bij dit onderwerp als bestuursvoorzitter van het Erasmus MC zou Kuipers er in elk geval verstandig aan doen, het definitieve besluit niet zelf te nemen maar dit over te laten aan zijn collega-minister Conny Helder.

Als Kuipers zijn plan voor de kinderhartchirurgie toch doorzet, komt er meer heibel, zeker nu het Nza-rapport er ligt. Dat zal ook invloed hebben op zijn verdere plannen voor concentratie van zorg. Het beleid van minister Kuipers lijkt van de rails te lopen. Eerst weigerden de huisartsen het voor de minister belangrijke zorgakkoord te tekenen, nu dreigt een belangrijk onderdeel van dit akkoord – de verdere concentratie van zorg – spaak te lopen.

Wim Groot is hoogleraar economie aan de Maastrichtse universiteit en gespecialiseerd in zorg. Zijn columns en artikelen voor Wynia’s Week worden gevreesd door de top van de zorgwereld.

Wynia’s Week is er twee keer per week, 104 keer per jaar. De lezers, kijkers, luisteraars en donateurs maken dat met hun financiële bijdragen mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!