Bij ons in Den Haag: waar de democratie wikt, maar de lobbycratie beschikt

oliemannetjes
BIJSCHRIFT Vrienden samen op reis: premier Mark Rutte met Shell-CEO Ben van Beurden op 26 november 2019 samen op bezoek bij de Nigeriaanse president Muhammadu Buhari. (Foto: Bart Maat/ANP)

De waakhond wordt een schoothondje. Als er een prijs zou zijn voor de meest geruisloze overstap van de publieke sector naar de lobby van het bedrijfsleven, zou ik ‘m toekennen aan Arno Visser. Hij stopt als president van de Algemene Rekenkamer, een functie met een beloning in 2021 van 172.512 euro (plus 30.710 pensioenpremie). Hij wordt voorzitter van Bouwend Nederland, de lobby van de kleine en grote aannemers.

De bouwers zullen Visser niet gevraagd hebben vanwege zijn doorwrochte onderzoeken naar de rechtmatigheid en doelmatigheid van de 353 miljard euro die de Rijksoverheid uitgeeft. Nee, wat telt: hij is als oud-wethouder en oud-Kamerlid voor de VVD gewoon een goeie man om te hebben rondlopen in Den Haag.

Juist nu politici grootse investeringen hebben aangekondigd in woningbouw en nieuwe wegen is niet geld, maar stikstofuitstoot hindernis nummer 1 voor de bouwlobby. Visser moet deuren openen of open hóuden en belangen veilig stellen bij topambtenaren, ministers en minister-president Mark Rutte (ook VVD).

Zo werkt Nederland: de Tweede Kamer is de soms rumoerige, soms boze vergaderzaal van de democratie, maar achter de schermen heerst de lobbycratie van economische belangen.

Voorbeeld 2: Vijselaar

Vóór Visser was er nog zo’n opvallende overstap. Focco Vijselaar. Niet bekend bij het grote publiek, wel spin in het web op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Hij regelde staatshulp aan het bedrijfsleven in de coronapandemie, was nauw betrokken bij de reddingsactie voor werf IHC, maar ook bij een kapitaalinjectie voor de kwakkelende Hema (die niet doorging). Hij vertrekt naar VNO NCW, de werkgeverslobby die lange tijd in Den Haag als de meest invloedrijke lobby van Nederland gold.

Dat was totdat Rutte’s poging om de dividendbelasting af te schaffen en daarmee de hoofdkantoren van Shell en Unilever in Nederland te houden faliekant mislukte. De bedrijvenlobby is in diskrediet gebracht. In de herfst van 2020 kwam Ingrid Thijssen (lid van D66) als de nieuwe voorzitter. Zij is het boegbeeld, Vijselaar moet als algemeen directeur het raderwerk achter de schermen soepel draaiende houden.

Oude routines

Nieuwe gezichten, oude routines. De huidige voorzitter van Bouwend Nederland is oud-minister van Economische Zaken (CDA) Maxime Verhagen. De huidige algemeen directeur van VNO NCW is Cees Oudshoorn, lang geleden ook weggeplukt bij het ministerie van Economische Zaken.

De continuïteit laat zien hoe de economische belangen zich in de Nederlandse politiek manifesteren. In Den Haag hoor je wel eens mensen pleiten voor een nieuwe bestuurscultuur, maar ondertussen is de bestaande lobbycratiecultuur springlevend.

Wie als brancheorganisatie naast de lobby van VNO NCW zelf ook zijn belangen wil behartigen kiest bij voorkeur een oud-politicus als voorzitter. Van Sjaak van der Tak (eerder: burgemeester Westland, wethouder Rotterdam,  CDA) voor de boeren- en tuinders van LTO tot Medy van der Laan (eerder: staatssecretaris Cultuur en Media, D66) voor de banken. Voorzitter-lobbyist is inmiddels een reguliere loopbaan, zo veel lobby’s en brancheclubs kent Nederland.

Cora van Nieuwenhuizen, in stroom en gas

Medy van der Laan was vóór de banken voorzitter van Energie Nederland, de lobby van producenten en handelaren in stroom en gas. Ze is opgevolgd door Cora van Nieuwenhuizen, oud-minister van Infrastructuur en Waterstaat (VVD). Zo werkt de carrousel of de draaideur van publieke functies, naar particuliere belangen, of andersom. Nog een voorbeeld? Minister van landbouw Piet Adema (ChristenUnie) was voor zijn benoeming voorzitter van WoningBouwersNL, Vereniging voor ontwikkelaars en bouwondernemers.

Helemaal mooi voor een brancheclub is het als jouw voorzitter nog een trapje hoger in de lobbycratie-hiërarchie staat. Van der Tak van LTO is uit hoofde van zijn functie bijvoorbeeld lid van de Sociaal Economische Raad, zeg maar: de polder. Nog mooier is een zetel in de Eerste Kamer, zoals voorzitter Annemarie Jorritsma (VVD) van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP). Lekker dicht bij het politieke vuur.

Shell belt

Boven polder en politiek staat de lobby van topmanagers van multinationals. Hoe werkt dat? De parlementaire enquête naar de politieke besluitvorming over de winning van aardgas in Groningen lichtte twee maanden geleden een tipje van de sluier op. Op 13 oktober werden na elkaar Ben van Beurden, bestuursvoorzitter van Shell, en premier Mark Rutte bevraagd. Shell en oliemaatschappij Exxon zijn elk voor de helft eigenaar van de NAM, die het gas wint.

De ondervraging door de Tweede Kamerleden van de enquêtecommissie was een onthullende vertoning. Van Beurden én Rutte claimden bijvoorbeeld beide dat zíj, in casu Shell of minister Eric Wiebes, als eerste het idee van nul gaswinning op tafel hadden gelegd. Uit de antwoorden bleek ook hoe Van Beurden gewend is zaken te doen met het kabinet. Er dreigde eerder een strafrechtelijk onderzoek naar NAM. Dat had voor hem ‘acute urgentie’. Dat moest van tafel.

Maar een politieke topontmoeting liet op zich wachten. Vanwege verkiezingen. Kabinetsformatie. ‘Ik kon waarschijnlijk niet binnen 24 uur bij de minister terecht’, zei de Shell-topman. Binnen 24 uur, dat is de gebruikelijke termijn als Shell belt.

De raad van bestuur van Shell en het Nederlandse kabinet spreken elkaar jaarlijks, aan een diner, een traditie die al bestond voor Van Beurden in 2014 topman werd. Aan tafel ging het bijvoorbeeld over investeringen van Shell in China (‘Wat kan de Nederlandse ambassadeur doen om Shell te helpen’), maar ook over Rusland, de annexatie van de Donbas en MH-17. Van Beurden: ‘Ik zag president Poetin destijds nog. Is dat wellicht een communicatiekanaal, ook voor Nederland?’

A-politieke Rutte?

In de bevraging kwamen ook de overeenkomsten in hun stijl van leiding geven naar voren. Van Beurden laat de lopende zaken over aan de president-directeur van Shell Nederland, Marjan van Loon, en aan zijn team, Rutte wijst de vakministers als onderhandelaars aan. Dat is niet zijn pakkie an. Hoe ziet hij zelf zijn rol? Relaties onderhouden met ‘grote maatschappelijke organisaties’, van de Vereniging Nederlandse Gemeenten tot Shell en dus ‘regelmatig beschikbaar zijn’ voor gesprekken. De schets is Rutte ten voeten uit: alsof hij een relatiebeheerder is. Alsof zijn functie een a-politiek karakter heeft, terwijl Van Beurden en andere topmanagers met hem aan tafel zitten juist omdát hij politiek eindverantwoordelijk is.

De vriend van de premier

Maar de relaties gaan verder dan zakelijk, zo bleek. Men ziet elkaar ook informeel. Van Beurden ziet Rutte ‘als een vriend, persoonlijk ook’. Rutte beaamt dat. ‘Ik heb hem altijd als zeer betrouwbaar ervaren en die contacten zeer plezierig gevonden.’

Nu wisten we al dat oud-topmanager Ben Verwaayen (KPN, Alcatel, Lucent) een vertrouwd adviseur is van Rutte en de VVD-top. Maar betekenen de ontboezemingen bij de enquêtecommissie dat de topman van Shell in een van de meest brisante politieke affaires, de gaswinning en aardbevingen, een ‘zakenvriend’ was van de minister-president? Als dat in andere landen zou gebeuren, zou dat hier opzien baren. Nu is het hier en gaat Nederland over tot de orde van de dag.

Menno Tamminga publiceert zijn columns over economie, overheidsfinanciën en bedrijfsleven iedere woensdag in Wynia’s Week.

Menno Tamminga is een van de tientallen prominente auteurs van ons online magazine. De lezers maken Wynia’s Week mogelijk. Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!