Censuur en zelfcensuur: ook in de wereld van de kunsten bepalen gekwetste moslims steeds vaker de grenzen

De islamisering van Nederland is al tientallen jaren gaande, vooral door immigratie, maar ook door politieke druk in binnen- en buitenland. Het heeft er alle schijn van dat opwinding over het Israëlische optreden tegen de radicale Hamas-moslims in de Gazastrook een nieuwe impuls geeft aan die islamisering. Nederland onderscheidt zich daarbij van veel andelasre westerse landen door het gebrek aan weerstand tegen de islam. Dat terwijl het buigen voor de islam (ook door ‘zelfislamisering’) toch ernstige risico’s voor westerse waarden, rechten en vrijheden met zich meebrengt, evenals ernstig verlies van maatschappelijke samenhang. Benno de Jongh schetst deze weken in Wynia’s Week hoe de islam greep krijgt op Nederland en wat er nog aan te doen is.
Vandaag deel 3: De (zelf)islamisering in de kunst: cartoons, films en beeldende kunst
Vanaf de jaren ‘70 lijken de kunsten zich steeds vaker te bevrijden van het juk van ideologische en religieuze zedenpredikers. Natuurlijk waren er in de jaren ‘80 en ‘90 nog regelmatig christelijke en Joodse organisaties die zich in hun goede eer aangetast voelden, maar die geluiden worden in de loop der jaren steeds minder vaak hoorbaar.
Dat was echter buiten de islam gerekend. Cartoons, films en beeldende kunst liggen sinds begin deze eeuw opnieuw onder een vergrootglas, ditmaal van de islamisten. Een groeiende populatie moslims wil hun moraal opleggen aan de Nederlandse samenleving, waaronder de kunstwereld.
‘Haatzaaiend en beledigend’
De islam heeft een moeizame relatie met veel kunstvormen en dat geldt zeker voor cartoons. Dat bleek onlangs weer toen de tekeningen van Gregorius Nekschot voorbijkwamen. Miljoenen tv-kijkers kwamen opnieuw – of voor het eerst – in aanraking met zijn cartoons toen Caroline van der Plas, Nicolien van Vroonhoven en Dilan Yeşilgöz de val van het kabinet bekendmaakten, in de (tijdelijke) behuizing van de Tweede Kamer, op de gangen van de PVV. Terwijl de fractievoorzitters met ernstige gezichten en gedragen stem het einde van het kabinet toelichtten, waren op de achtergrond de expliciete pentekeningen van Nekschot te zien. Het leverde een ietwat komisch contrast op, en moet bij sommigen kijkers voor kortsluiting hebben gezorgd.
Zo was de fractie van Denk er als de kippen bij om schande te spreken over de cartoons. ‘Waarom hangen er in de Tweede Kamer in godsnaam racistische, haatzaaiende en beledigende afbeeldingen?’, vroeg Kamerlid Doğukan Ergin zich hardop af, in een filmpje dat twee dagen na de val van het kabinet-Schoof al online stond. ‘Afbeeldingen om moslimvrouwen te beledigen, afbeeldingen waarop de demoon is afgebeeld en andere racistische afbeeldingen. Het is natuurlijk heel bijzonder dat dat gewoon kan’, aldus Ergin.
Het kan goed zijn dat Ergin de tekeningen van Gregorius Nekschot voor het eerst zag en dat zijn verontwaardiging in elk geval deels oprecht is. Nekschot schopt in z’n tekeningen graag aan tegen heilige huisjes, niet alleen van de islam. Hij kreeg landelijke bekendheid toen hij in 2008 op last van officier van justitie van z’n bed werd gelicht en twee dagen werd vastgehouden, op verdenking van ‘belediging dan wel aanzetten tot haat wegens ras, godsdienst of levensovertuiging gepleegd door iemand, die daarvan een beroep of gewoonte maakt’. De aanhouding gebeurde onder auspiciën van CDA-minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin en volgde op een aangifte die in 2005 tegen Nekschot was gedaan bij het Meldpunt Discriminatie door de Nederlandse imam Abdul-Jabbar van de Ven.
Nekschot was een van de tekenaars die de aandacht had getrokken van de Werkgroep Cartoonproblematiek. Deze interdepartementale werkgroep werd opgericht in 2006 naar aanleiding van de onlusten rondom de Mohammed-cartoons die in 2005 in de Deense krant Jyllands-Posten werden gepubliceerd. De Werkgroep Cartoonproblematiek had ten doel door de Nederlandse overheid problematisch geachte cartoons en spotprenten te inventariseren en te bezien of het mogelijk was de makers daarvan te vervolgen. ‘Misschien wel het meest belachelijke orgaan in de Nederlandse geschiedenis’, vond Nekschot.
Vrijdenkersruimte
De arrestatie van Nekschot was een van de redenen dat de VVD en de PVV in 2008 op het Binnenhof gezamenlijk de Vrijdenkersruimte in het leven riepen. De kamer moest dienen als tentoonstellingsruimte voor werk van Nederlandse kunstenaars die te maken hadden gekregen met politiek of religieus gemotiveerde censuur. Er hingen tien prenten van Nekschot en verder was onder meer een poster te zien van het boek Allah weet het beter, een in 2003 verschenen bundel met columns van Theo van Gogh.
Aan de wand hing ook een print van een van de meest omstreden cartoons ter wereld, een tekening van de Deense cartoonist Kurt Westergaard. De cartoon toont een tekenaar die werkt aan een enorme beeltenis van een moslim, mogelijk de profeet Mohammed. In plaats van een tulband draagt hij een bom op zijn hoofd waarvan de vonkende lont op het punt staat een explosie te veroorzaken.
In de Vrijdenkersruimte hingen niet alleen kunstuitingen die tegen het zere been van islamisten waren, maar bijvoorbeeld ook werk dat kritiek op Wilders levert. Zoals een poster van de Internationale Socialisten met een afbeelding van een pakje Marlboro-filtersigaretten voorzien van een foto van de PVV-voorman en de tekst ‘Brengt u en de samenleving ernstige schade toe’. Of een graffiti-schilderij van Anne Frank met een keffiyeh, ook wel ‘Palestijnensjaal’ genoemd. Beiden werken werden op voordracht van toenmalig GroenLinks-Kamerlid Tofik Dibi aan de collectie toegevoegd.
De Vrijdenkersruimte stierf ruim drie jaar na de opening een stille dood en een aantal werken werd in de loop der jaren naar de burelen van de PVV verhuisd. Ten tijde van de opening in 2009 viel Rutte, met de arrestatie van Nekschot in het achterhoofd, het kabinet-Balkenende IV van CDA, PvdA en ChristenUnie nog hard aan: ‘De vrijheid van meningsuiting is sluipenderwijs onder druk komen te staan. En helaas moet ik constateren dat het CDA daarvoor verantwoordelijk is.’
Een paar jaar later, na de vorming van Rutte I, het kabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV, was de politieke noodzaak om de verschillen met het CDA te benadrukken grotendeels verdwenen. De VVD trok de steun in voor het plan om godslastering niet meer strafbaar te stellen in, terwijl het in 2009 nog een verregaander maatregel overwoog: opheffing van het discriminatieverbod in artikel 1 van de grondwet.
Toen Pim Fortuyn tijdens de verkiezingscampagne in 2002 het artikel te willen schrappen, leidde dat tot veel commotie, geveinsd of niet. D66-voorman Thom de Graaf haalde met een snik in z’n stem Anne Frank erbij en ook veel andere lijsttrekkers, onder wie toenmalig VVD-voorman Hans Dijkstal, reageerden alsof met het schrappen van het grondwetsartikel Nederland ophield te bestaan. Ruim twee jaar na de moord op Fortuyn, in oktober 2004, zei Dijkstal bij een bijeenkomst in Den Haag van de organisatie van ahmadiyya–moslims AAIILN: ‘Wie zoiets zegt, weet niet meer wat beschaving en respect is.’
Theedrinken
Enkele weken later, op 2 november 2004, werd Theo van Gogh vermoord door de Nederlands-Marokkaanse terrorist Mohammed Bouyeri. Directe aanleiding was Submission part 1, geschreven door Ayaan Hirsi Ali, islamcriticus en voormalig VVD-Tweede Kamerlid. De film werd uitgezonden in een aflevering van VPRO’s Zomergasten in augustus 2024.
De ouders van Van Gogh waren teleurgesteld dat minister-president Jan Peter Balkenende slechts een brief stuurde, maar niet bij hen langskwam. Wel ging de premier, net als koningin Beatrix, op bezoek bij Marokkaanse jongeren. Ook de Amsterdamse burgemeester Job Cohen oogstte veel kritiek door z’n onvermoeibare ‘theedrinken’ met moslimbelangengroepen en moskeekoepels, volgens hem de beste manier om radicalisering tegen te gaan. Ook CDA-minister van Justitie Piet Hein Donner vond de terreuraanslag reden om nog een stukje dieper te buigen dan normaal: hij zei kort na de moord dat bij godslastering een strenger vervolgingsbeleid overwogen zou moeten worden.
Dezelfde minister Donner zei enkele jaren later dat wanneer een meerderheid van de Nederlanders vóór de islamitische wetgeving sharia is, die wat hem betreft mag worden ingevoerd. Overigens werd in 2014 – Donner was al een paar jaar geen minister meer – de wet smalende godslastering geschrapt uit het Wetboek van Strafrecht.
Van Gogh was niet de enige die in het eerste decennium van deze eeuw een islamkritische film uitbracht. In 2008 deed Wilders het nog eens dunnetjes over en ging Fitna in première, een korte film die koranteksten afwisselt met archiefbeelden van onder meer cartoonrellen en jihadistische aanslagen. De PVV-voorman zocht vergeefs een omroep en vond uiteindelijk de website LiveLeak bereid de film te publiceren. Het leverde miljoenen kijkers en een hoop commotie op, zowel in Nederland als daarbuiten.
In het filmpje van Denk-Kamerlid Ergin naar aanleiding van de Nekschot-cartoons, krijgt ook demissionair premier Dick Schoof ervan langs. Ergin roept in herinnering dat hij in 2018 in zijn rol als Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid de Mohammed-cartoonwedstrijd van Wilders niet had verboden.
Wilders zag zich genoodzaakt om de cartoonwedstrijd af te blazen na protesten in Pakistan en ernstige bedreigingen aan zijn adres en ook richting Nederland. Dat het geen loze dreigementen waren, bleek enkele maanden toen de Pakistaan Junaid I. werd opgepakt nadat hij naar Nederland was gekomen met als doel om Wilders te vermoorden. Hij werd veroordeeld tot een celstraf van tien jaar.
Selectieve verontwaardiging
Een jaar later, in 2019, schreef Wilders opnieuw een cartoonwedstrijd uit, om de volgende dag op Twitter direct de winnende tekening te publiceren. Wilders wilde naar eigen zeggen vooral het punt maken dat een Pakistaanse geestelijke die twee fatwa’s uitsprak om hem te vermoorden daarmee te gemakkelijk wegkomt, omdat er nauwelijks druk was vanuit de Nederlandse regering op Pakistan.
Het zedenpreken over de cartoons van Gregorius Nekschot na de val van het kabinet Schoof kwam niet uitsluitend van moslims. Ook vanuit zelfverklaard progressieve hoek was kritiek te horen. De online activist, actrice en fotograaf Nienke ‘s Gravemade diende zelfs een officiële klacht in bij de Tweede Kamer. Ze schreef op haar Instagrampagina: ‘Vooropgesteld: vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Wel vraag ik me af wat de regels zijn in Den Haag over het exposeren van dit soort haatdragende beelden door Wilders in de gang van een overheidsgebouw.’
‘s Gravemade doet zich in haar uitingen voor als een moderne feminist die de strijd aanbindt met ‘toxic masculinity’, dat zoiets betekent als het cultiveren van traditionele rolpatronen door mannen. De activiste zegt zich te verzetten tegen ‘het sluimerende conservatisme dat zich terug in de maatschappij nestelt’. Ze bedoelt hier kennelijk niet de orthodoxe islam mee, want een kritische noot over deze religie is haar uitingen niet te vinden.
Deze lenigheid van geest is exemplarisch voor degenen die zichzelf links, progressief en ruimdenkend noemen. Sinds de jaren ‘70 zijn er talloze kunstenaars die het christendom op de korrel nemen. Tegelijkertijd wordt er consequent gezwegen over de islam, die als het gaat om conservatisme, intolerantie en vrouw- en homo-onvriendelijkheid veel slechtere papieren heeft. Het is in progressieve kringen nog steeds taboe om te zeggen dat moslims oververtegenwoordigd zijn in politiestatistieken, bijvoorbeeld als het gaat over geweld tegen homo’s. Sterker nog: in de ogen van de links-progressieve elite behoren moslims net als homo’s tot de groep van kwetsbare minderheden.
Aanstootgevend naakt
Het zijn niet alleen cartoons die op speciale aandacht van orthodoxe moslims mogen rekenen. In die paar jaar dat de Vrijdenkersruimte bestond, waren ook de schilderijen Piano Woman en Danseuses Exotiques van Ellen Vroegh te bewonderen. In 2008 exposeerde zij op de afdeling Burgerzaken in het gemeentehuis van Huizen. Na klachten van enkele bezoekers en personeelsleden, onder wie moslims, die de schilderijen – met naakte vrouwen – aanstootgevend vonden, besloot de gemeente deze te verhangen naar een achterafkamer.
In 2013 verwijderde een medewerker van de Radboud Universiteit in Nijmegen een schilderij van kunstenaar Elmer de Gruijl uit het Huygensgebouw. Een islamitische schoonmaakster had een klacht ingediend over het schilderij met de titel Saat kulesi, waarop een dame met hoofddoek te zien is die naar de erectie van een naakte man grijpt.
In 2022 wilde de gemeente Purmerend een deel van de kunstwerken van de expositie met de titel ‘Ode aan de Beemstervrouw’ van Jeroen Hermkens in het gemeentehuis weghalen. Op de vier litho’s en vier tekeningen zijn blote borsten te zien. Hermkens besloot daarop alle schilderijen te verwijderen. De kunstschilder schrijft de kritiek toe aan ‘politieke correctheid die ver is doorgeslagen’ en heeft geen goed woord over voor ‘de verpreutsing en de vertrutting’.
Het verbod op het afbeelden van de profeet staat volgens veel kenners niet in de koran en wordt in de verschillende islamitische tradities niet consequent toegepast. Alleen idolatrie, oftewel het aanbidden van afgoden, zou verboden zijn. Ondanks de verschillende zienswijzen is er weinig debat over deze kwestie onder moslims in West-Europa. Mocht er wel sprake van discussie zijn, dan zijn het de islamisten die aan het langste eind trekken, zoals zo vaak. De heersende moraal is hoe dan ook dat het afbeelden van Mohammed ten strengste is verboden.
Wie daar nog over twijfelde, deed dat vermoedelijk niet meer na 7 januari 2015. Dat is de dag van de moordaanslag door moslimterroristen op de cartoonisten en redactieleden van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo. Onder het motto ‘Je suis Charlie’ kwam een internationale solidariteitsbeweging op gang, maar dat sentiment werd al snel ingeruild voor zelfcensuur vermomd als tolerantie. ‘Niet alles wat we mogen zeggen, hoeven we ook te zeggen’ (of woorden van gelijke strekking) werd het credo.
Toen de publiciste Caroline Fourest zeven dagen na de aanslag de cover van het eerste nieuwe nummer van Charlie Hebdo wilde laten zien op de Britse nieuwszender Sky News, werd ze abrupt afgebroken. De presentatrice excuseerde zich meteen tegenover alle moslims die zich beledigd zouden kunnen voelen. Kranten weigerden massaal cartoons over de islam te publiceren, laat staan met de profeet Mohammed. Hoofdredacteuren zeiden geen mensenlevens op het spel te willen zetten door de prenten uit Charlie Hebdo opnieuw te tonen. Begrijpelijk wellicht, maar het betekende tegelijkertijd dat extremisten de norm waren gaan bepalen. Was het landschap van de vrijheid van meningsuiting voor 2015 nog niet volledig gedefinieerd, sindsdien regeren de politieke correctheid en angst, in de kunst en ver daarbuiten.
Einde van vrije kunst
Het geschiedenis van Gregorius Nekschot, met al z’n zijpaden, vertelt de moeizame relatie van cartoons, film en beeldende kunst met zowel moslims als de Nederlandse culturele en politieke elite. In 2019 droeg Nekschot in zijn laatste cartoon voor de website GeenStijl de vrijheid van meningsuiting ten grave. Vermoedelijk had zelfs hij niet kunnen bevroeden dat zes jaar nadat hij z’n pen aan de wilgen hing de ene Tweede Kamerfractie een serieus pleidooi zou houden voor het verwijderen van kunst uit de gang van een andere Tweede Kamerfractie.
Wat Nekschot vermoedelijk wel zag aankomen, is dat de kunst steeds meer onder druk komt te staan van orthodoxe religieuze krachten en van (zelf)censuur. Nadat het kunstenaars bijna een eeuw heeft gekost zich aan orthodoxe stemmen te ontworstelen, zou de omgekeerde beweging weleens een stuk sneller kunnen gaan.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!