‘Criminele anarchie’ helpt drugsboeven om uit handen van justitie te blijven

WERDMOLDER291022-boekbespreking
In april 2021 werd in Rotterdam een drugsvangst ter waarde van 100 miljoen euro gedaan (Beeld: Openbaar Ministerie).

Strafzaken tegen bekende criminelen zijn grote mediagebeurtenissen. Zo’n twintig journalisten volgen dagelijks de zaken, hetgeen volgens NRC-journalist Marcel Haenen leidt tot ‘kluitjesvoetbaljournalistiek.’ Journalisten zien het liefst vuurwerk in de rechtszaal en willen graag een mooi citaat van Ridouan Taghi, Roger P. of Willem Holleeder boven hun artikel. Criminaliteit leidt tot ondermijning, corruptie en buitensporig geweld, maar het biedt ook amusementswaarde oftewel infotainment.

In Drugssmokkelland onderzoekt de Utrechtse historicus Stephen Snelders de geschiedenis van de drugssmokkelaars in de afgelopen honderd jaar. Het boek biedt behalve verhalen over hasjcomplotten ook amusement. Het zijn sterke verhalen over idealistische hippies,  Chinese opiumschuivers, de bende van brandkastkraker Witte Nelis, Dikke  Billy  en zijn underground laboratorium voor amfetamine, Hollandse smokkelaars die gammele viskotters volstouwen met Libanese hasj, het Brabantse smokkeldorp Sint Willebrord waarvan enkele bewoners de overstap maakten naar de productie en smokkel van XTC-pillen, Turkse en Koerdische transporteurs van het kostbare zwarte goud uit Afghanistan en Colombiaanse beroepscriminelen, die cocaïne per containers met fruit als ideale deklading organiseren vanuit Zuid-Amerika. Opmerkelijk gemis in dit overzicht is de betrokkenheid van Marokkaanse Nederlanders, de zogeheten Mocro-maffia, in de drugshandel. Met hun intensieve betrokkenheid is sinds begin jaren negentig ook het geweld explosief toegenomen.  

Het begon in de Sixties

De enorme groei van het illegaal drugsgebruik in Nederland begon aan het eind van de jaren zestig. In 1976 werd het gebruik en kleinschalige handel van hasj en cannabis gedoogd. Er kwam een gebruikersmarkt en zo’n 1500 tot 1700 coffeeshops in Nederland bedienden de lokale markt van hasj. Dit leidde tot een invasie van buitenlandse drugstoeristen. Begin jaren tachtig van de vorige eeuw was Amsterdam, tegen wil en dank, de heroïnehoofdstad van Europa.

Volgens Snelders hebben we niet te maken hebben met verticaal georganiseerde, hiërarchische maffiaorganisaties. Dat criminologen dit al dertig jaar zouden beweren, is naar mijn mening aperte onzin. De criminele netwerken zijn inderdaad plat georganiseerd, vaak tijdelijk van aard en lokaal verankerd. Hij noemt dit organisatiepatroon ‘criminele anarchie’. Een zeer effectief middel, aldus Snelders, om uit het zicht en de greep van de overheid te blijven.

Drugszaken zijn de grootste werkverschaffer voor recherche en justitie. Door het Openbaar Ministerie worden echter meer onderzoeken opgestart dan afgesloten. In 2019 werden 584 drugsonderzoeken opgestart, maar slechts 197 afgesloten. Daar zijn hoge directe en indirecte kosten aan verbonden. De Nationale Politie, op landelijk en regionaal niveau, besteedt jaarlijks 20 tot 30 procent van zijn budget, ongeveer 1,1 tot 1,6 miljard euro, aan de bestrijding van drugscriminaliteit en daaraan gerelateerde ondermijning. Deze informatie valt overigens niet in het boek te lezen.

De illegale drugssmokkel is in de afgelopen periode uitermate succesvol, maar dat heeft niet geleid tot multinationals die de smokkel zouden beheersen. De meeste smokkelaars kennen we omdat ze in de gevangenis zijn beland of met grof geweld zijn geliquideerd. Op een illegale markt is het geweld tegen personen, of de dreiging ermee, het laatste middel om zakelijke conflicten te beslechten. Je kunt als crimineel bij een geschil moeilijk een deurwaarder, advocaat of de politie erbij roepen.

Fout is Snelders’ bewering dat de opvolgers van de topcrimineel Klaas Bruinsma zou hebben bestaan uit Etienne Urka, John Engelsman en Charles Geerts, zoals ook werd verondersteld door de toenmalige officier van justitie. Recente bronnen noemen de meer voor de hand liggende namen van Stanley Hillis, Mink Kok en Jan Femer. De door Snelders genoemde criminoloog Koert Swietstra heet in werkelijkheid Swierstra.

De pillen begonnen ook als idealisme

Snelders beschrijving van de opkomst van LSD en XTC is het meest interessant. De in Nederland geproduceerde LSD werd niet alleen aangetroffen in andere West-Europese landen, maar ook in Zuid-Afrika en Nieuw Zeeland. Zo ging het ook met de productie en handel van XTC, Nederlands meest succesvolle exportproduct.

In eerste instantie waren het idealisten, die op zolder anderhalve kilo MDMA-olie produceerden, de grondstof voor de XTC-pillen. Later werd de winstgevende handel overgenomen door zware jongens als Mink Kok, Stanley Hillis en Jan Femer. Zeer succesvol was de productie en handel in XTC-pillen door initiatiefrijke ‘kampers’ oftewel de woonwagenbewoners. De provincie Brabant werd algauw de ‘pillenschuur’ van Europa.

De export van de geproduceerde XTC-pillen richtte zich in eerste instantie op Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Ook gingen de pillen naar landen in Azië en Australië. Daar valt het meest te verdienen. Volgens een Brabantse producent bedragen de productiekosten 0,20 eurocent voor één XTC-pil, terwijl de Australische gebruiker bereid is er 27 dollar voor te betalen.

Vanwege de zeer hoge straffen in landen als Singapore, Maleisië, Indonesië en Australië halen lokale handelaren het niet in hun hoofd om in hun eigen land illegale drugslaboratoria op te zetten. De bestrijders zitten echter ook niet stil. In 1999 werd bijna tien miljoen pillen in het buitenland in beslag genomen. In 2022 was dat al 38 miljoen.

Justitie en politie werden wel beter, maar verloor de oorlog

Stephen Snelders heeft zich voor zijn zeer lezenswaardige boek heel goed gedocumenteerd, maar naar mijn mening had hij zich beter op de afgelopen vijftig jaar kunnen concentreren.  Dat is de meest interessante periode. Ook is vanaf de jaren negentig pas systematisch empirisch onderzoek verricht naar de smokkel van drugs. In zijn overzicht krijgt de afgelopen 25 jaar slechts aandacht in een afsluitend, kort hoofdstuk. Deze tekortkoming valt te verklaren uit het feit dat het boek een bewerking is van zijn dissertatie, dat de periode bestrijkt van 1920-1995.

Justitie en politie hebben, aldus Snelders, hier en daar slagen gemaakt, maar de drugsoorlog hebben ze verloren. De reden hiervan is dat de netwerken verweven zijn met de maatschappij en daardoor ongrijpbaar. Dat gaat echter niet op voor het criminele netwerk van Ridouan Taghi, dat zich uitstrekt over veel landen en personen. Bovengenoemde bewering, die ook valt te lezen op de flaptekst, had hij in zijn boek echter beter moeten onderbouwen. Er zijn ook andere redenen voor hun ongrijpbaarheid.

Wat te denken van het milde strafklimaat, de matige prestaties van de recherche, hardnekkig zwijgende verdachten, ernstige bedreigingen door zware criminelen, goedbetaalde advocaten en de zeer hoge winsten van de lucratieve drugshandel in Nederland?

Stephen Snelders, Drugssmokkelland. Hoe Nederland een paradijs voor drugshandel werd. Uitgever Walburgpers, Zutphen 2022, 262 pp.