De Verenigde Staten van Europa wordt steeds onwaarschijnlijker

timmerfrans
Verkiezingsaffiche van de PvdA bij de Europees parlementsverkiezingen van 2019. (Beeld: pvda.nl)

Was de samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie lange tijd vooral intergouvernementeel, de laatste jaren krijgt het steeds meer federale karaktertrekken. Op veel terreinen zien we communautair beleid, met de Europese Commissie in de ‘driving seat’.

Zet dit proces van federalisering door, laten de lidstaten het gebeuren dat de Commissie het habijt van een heuse EU-regering aantrekt of krijgen tegenkrachten de overhand en keert de EU terug naar een vooral economisch samenwerkingsverband, zoals voorheen de Europese Economische Gemeenschap (EEG)? Het antwoord staat in de sterren, maar de roep om een ’pas op de plaats’ klinkt steeds vaker.

De EU lijkt steeds machtiger te worden

Kijken we naar de agenda van de EU op het gebied van regelgeving en met name naar het klimaatbeleid (‘FitFor55’), de zich ontwikkelende industriepolitiek als reactie op de Inflation Reduction Act (IRA) van de VS, de diep in het nationale beleid van de lidstaten ingrijpende Habitat- en Vogelrichtlijnen en de Verordening Natuurherstel https://twitter.com/diplo_jv/status/1658527036598517790?s=61&t=MDb4juL42m0OhVces8Yj0g , dan zien we een Europese Unie die het wel en wee van de burgers in de lidstaten steeds meer beïnvloedt. Dat gaat gepaard met ‘communautaire’ besluitvorming, want ‘milieubeleid’ omvat alle zaken waarvoor de EU-lidstaten bevoegdheden hebben overgedragen aan de Europese Unie. Als een onderwerp onder het communautair recht valt, heeft de Europese Unie de bevoegdheid hierover te beslissen en kunnen individuele lidstaten de besluiten daarover niet tegenhouden. Volgens oud-vicevoorzitter van de Europese Commissie Viviane Reding komt zo’n 80 procent van alle regelgeving inmiddels uit Brussel.

Voorbeelden te over. Zonder de EU-richtlijnen hadden we nu in Nederland geen ‘stikstoffuik’ gehad, en was ons land op niet slot. Vergunningen voor woningbouw worden niet meer afgegeven, terwijl er een enorm woningtekort is. Dankzij de EU wordt de visserijsector de nek omgedraaid. Omwille van de Green Deal van PvdA’er Frans Timmermans, eerste vicevoorzitter van de Europese Commissie, moeten we van het gas af en zijn de elektriciteitsprijzen vanwege dure wiebelstroom (zonne- en windenergie) tot astronomische hoogte gestegen.

En – last but not least – is als consequentie van al dat EU-beleid de regel- en belastingdruk zodanig toegenomen dat het bedrijfsleven óf ons land verlaat en zich buiten de EU vestigt (Shell, Unilever, DSM) óf failliet gaat. Langzaam maar zeker verdwijnt zo het verdienmodel van Nederland.

Van Macron mag het wel een tandje minder

Maar niet alleen Nederland is het slachtoffer. Alle lidstaten worden getroffen door het rigoureuze klimaatbeleid en de toenemende regel- en belastingdruk uit Brussel. Zozeer zelfs dat ‘superfederalist’ Emmanuel Macron, president van Frankrijk, zich afvraagt of het niet een tandje minder kan met de EU-regelgeving.

Want Timmermans cum suis denderen door, zonder zich rekenschap te geven van de consequenties voor de economie en de welvaart van de lidstaten. In concreto pleit Macron voor een ‘Green Pause’, met voor de voorzienbare toekomst géén nieuwe EU-regels.

Niet alleen inhoudelijk zien we oppositie tegen de regeldruk en het rigoureuze klimaatbeleid van de Europese Commissie. Het is niet onopgemerkt gebleven dat de Commissie het klimaatbeleid gebruikt als breekijzer voor de eigen federale ambities. Met de door de Commissie voorgestelde CO2-belasting krijgt de Commissie (meer) eigen inkomsten. Het is een opmaat voor eigen belastingheffingen. En als er één schaap over de dam is…

Al langer verzetten de Oost-Europese lidstaten – Polen en Hongarije voorop – zich tegen de toenemende macht en opstelling van de Commissie. Ook Zweden en Italië zijn na hun recente verkiezingen in dat kamp beland. Een sprekend voorbeeld is de principiële discussie tussen de Commissie en Polen over voorrang van Europees Recht. Volgens de Commissie heeft het Europees Hof in Luxemburg altijd het laatste woord. Polen houdt vast aan het eigen nationale recht, in ieder geval op terreinen waar de EU geen communautaire bevoegdheid heeft.

Veel ongenoegen is er ook over het eigenmachtige optreden van de Duitse Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Ze sprak zich uit voor toetreding van Oekraïne tot de EU, kwam in opspraak dankzij een vaccin-deal met medicijnfabrikant Pfizer tijdens de coronapandemie (inclusief verloren sms-jes) en veroorzaakte tijdens haar recente bezoek aan China een ‘public relations disaster .

Tevens pleegt zij haar medecommissarissen te overrulen en is haar relatie met de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, volgens ingewijden ‘dysfunctional’.

Spanje wordt op 1 juli EU-voorzitter

Niettemin zou onder het Spaanse voorzitterschap dat op 1 juli van start gaat een duw in de federalistische richting gegeven kunnen worden. De socialistische regering van premier Pedro Sánchez steekt haar voorkeur voor een dergelijke ontwikkeling, vooral op sociaal gebied, niet onder stoelen of banken. Hoewel de bij het voorzitterschap behorende prioriteitennota nog niet is gepubliceerd, gaan er sterke geruchten dat Spanje een poging wil doen om een Conventie te organiseren. Want voor meer federale besluitvorming is verdragswijziging nodig, die alleen met een Conventie kan worden gerealiseerd.

Indien – zoals de huidige Spaanse regering wil – de EU meer te zeggen krijgt op sociaal gebied, zullen de lidstaten bevoegdheden op dit gebied (deels) naar Brussel moeten overhevelen.

Voor het bijeenroepen van een Conventie – die een follow-up zou zijn van de ‘Conferentie over de Toekomst van de EU’ die vorig jaar werd gehouden – is een gewone meerderheid voldoende. Wellicht krijgt Spanje dat voor elkaar. Voor een verdragswijziging is echter unanimiteit nodig en die is minder vanzelfsprekend.

Een belangrijk signaal omtrent de toekomst van de EU zal ook uitgaan van de verkiezingen voor het Europees Parlement, die in juni 2024 worden gehouden. De voorzitter van de grootste fractie in het parlement –  Manfred Weber van de christendemocratische EVP – heeft al een schot voor de boeg gelost. Hij verzet zich tegen voorstellen van de Commissie, wil net als Macron een pauze in de Europese regelgeving en beschuldigt het uitvoerende orgaan van de EU van partijpolitiek.

De messen worden dus al geslepen voor de verkiezingen van volgend jaar. Op het spel staat niet alleen de samenstelling van het Europees Parlement. De gekozen Spitzenkandidaten maken namelijk kans benoemd te worden tot voorzitter van de Europese Commissie. Weber zelf is (wederom) daarvoor in de race. De andere Spitzenkandidat van de vorige Europese verkiezingen, sociaaldemocraat Frans Timmermans, mag niet meedoen. Hij heeft er straks twee termijnen opzitten en dat is het maximum. Hij wordt getipt als nieuwe leider van de PvdA/GroenLinks-combinatie.

Steeds meer centrumrechtse regeringsleiders

Hoewel de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie niet noodzakelijkerwijs één van de Spitzenkandidaten van het Europees Parlement zal zijn, zal de kleur van de nieuwe voorzitter mede worden bepaald door de uitslag van de verkiezingen in juni 2024. Daarnaast zijn ook de krachtsverhoudingen in de Europese Raad van groot belang. Nu er méér regeringsleiders zijn van centrumrechtse signatuur dan ten tijde van de benoeming van Von der Leyen, lijkt het niet waarschijnlijk dat haar opvolger opnieuw iemand wordt met een federalistische agenda. De regeringsleiders van Italië, Zweden, Finland en de Oost-Europese lidstaten zullen dat vermoedelijk verhinderen.

Tegen de toenemende regeldruk uit Brussel komt steeds meer weerstand. We zien dat in Nederland met de uitslag van de recente verkiezing van de Provinciale Staten. De afstraffing van Rutte IV komt voor een belangrijk op het conto van het stringente, op het conto van de EU geschreven stikstofbeleid dat door een meerderheid van de Nederlandse bevolking wordt afgewezen.

Mijn inschatting is derhalve dat het met de federalisering van de Europese Unie zo’n vaart niet zal lopen.

Fundamenteel debat

De bevolking in de lidstaten wil het niet en het institutionele kader van de EU kan slechts met een Conventie en een aansluitende (tot mislukking gedoemde) verdragswijziging verder worden gefederaliseerd.

Met de huidige EU-regelgeving – conform de wens van Macron – in de pauzestand zou wel eens een fundamenteel debat van start kunnen gaan over de richting van het Europese project. Wordt voortgegaan op het pad van de ‘Ever Closer Union’, zoals de grondleggers van de Europese samenwerking Robert Schuman en Jean Monet hebben bedacht, of omarmt een meerderheid van de lidstaten het subsidiariteitsbeginsel en stopt de EU met het najagen van het onhaalbare en onwenselijke hersenspinsel van de Verenigde Staten van Europa?

Johannes Vervloed was gedurende bijna vier decennia verbonden aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, met als standplaatsen onder meer Jakarta, Sint-Petersburg en Parijs.

Wynia’s Week verschijnt twee keer per week, 104 keer per jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!