Doorbreek vertragingstrucs universiteiten: beperk de toestroom van buitenlandse studenten

BennodeJongh 23-12-23
Beeld: magazines.rijksoverheid.nl

Canada, het Verenigd Koninkrijk en Australië hebben de afgelopen periode maatregelen aangekondigd om de instroom van internationale studenten fors te beperken. Toen deze landen internationale studenten gingen aantrekken, volgde Nederland ze na. Doet ons land dat ook nu er sprake is van een omgekeerde beweging?

In populaire studentensteden in binnen- en buitenland heerst kamernood en zijn de collegezalen overvol. Er zijn zorgen over de gebrekkige integratie van studenten en in Angelsaksische landen over het teruglopende niveau van het Engels op universiteiten. Ook in ons land is het taalniveau een probleem: de kwaliteit van het onderwijs holt mede door de ‘verengelsing’ snel achteruit.

Vertragingstactiek

Ook de taalvaardigheid van toekomstige studenten biedt weinig reden tot optimisme. Onlangs bleek uit onderzoek van PISA dat Nederlandse scholieren van vijftien jaar slechter lezen dan hun leeftijdgenoten in ander Europese landen, op Griekenland na. 

Een meerderheid van de Tweede Kamer – zowel de huidige als de vorige – is voorstander van de beperking van het aantal internationale studenten en het Engelstalig onderwijs. Toch is het maar de vraag of er op korte termijn efficiënte maatregelen komen. Het hoger onderwijs, met name de universiteiten, is niet van plan om zonder slag of stoot aan de politieke wensen te voldoen. Universiteiten kiezen steeds nadrukkelijker voor de tactiek van de vertraging. Demissionair minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs zegt de zorgen van de Kamer te delen, maar maakt tegelijkertijd weinig haast met maatregelen.

Het laatste hoofdstuk in de vertragingstactiek is het besluit van Dijkgraaf om een wetsvoorstel over meer grip op internationalisering niet meer dit kalenderjaar naar de Kamer te sturen. De D66-bewindsman heeft de Onderwijsraad, het hoogste adviesorgaan voor de regering op het gebied van onderwijs, gevraagd om advies, dat medio januari moet verschijnen. Criticasters als Beter Onderwijs Nederland zetten vraagtekens bij de onafhankelijkheid van de Onderwijsraad, die vooral bestaat uit medewerkers van ‘verengelste’ universiteiten als Tilburg, Maastricht en Utrecht. 

Dijkgraaf doet ook een beroep op universiteiten en hogescholen om zelf met een voorstel te komen voor beheersing en sturing van het aantal internationale studenten. Het is niet de eerste keer dat de minister het hoger onderwijs vraagt om ‘zelfregie’. Medio 2022 sloot Dijkgraaf al een bestuursakkoord met onder meer de Vereniging Universiteiten van Nederland, de koepelorganisatie van de veertien publieke universiteiten. Daarin werd afgesproken dat de universiteiten de actieve werving van internationale studenten en de toename van Engelstalig onderwijs zouden beperken.

‘Niet rücksichtslos doorvoeren’  

De universiteiten hielden zich niet aan de eigen afspraken, waarna Dijkgraaf onder druk van de Kamer een conceptwetsvoorstel indiende om de instroom van internationale studenten te beperken. Maar ook in dit nieuwe wetsvoorstel, waarvan de definitieve versie dus nog moet verschijnen, biedt Dijkgraaf de universiteiten ruimte voor zelfregie.

De universiteiten schuiven niet onder stoelen of banken maar weinig op te hebben met de wensen van de Tweede Kamer. Jouke de Vries, interim-voorzitter van Universiteiten van Nederland, schreef onlangs in een open brief in Trouw dat ‘de politiek de ruiten van universiteiten ingooit door zich terug te trekken achter de dijken’. De Vries vindt dat de terugkeer van het Nederlandstalige onderwijs en de inperking van het aantal buitenlandse studenten vooral niet te rücksichtslos doorgevoerd moet worden. Een van zijn belangrijkste argumenten is dat buitenlandse studenten nodig zijn om de tekorten in bepaalde sectoren op te vangen.

Hoger onderwijs als exportproduct

De Vries is als voorzitter van de Universiteiten van Nederland de opvolger van Pieter Duisenberg, die tijdens Rutte II en Rutte III een cruciale rol speelde in het beleid van de verregaande internationalisering. Het kon niet op. Er lag volgens het toenmalig VVD-Kamerlid een hele markt open van internationale studenten, waarvan onze universiteiten konden profiteren. Buitenlands talent moest onze welvaart vasthouden. De universiteiten en hogescholen moesten een topsector en exportproduct worden.

Voor Duisenberg gold Canada als lichtend voorbeeld. Hij zei de plannen van dat land ‘lineair te willen vertalen’ naar de Nederlandse situatie. Zo moest het aantal internationale studenten omhoog van 75.000 in 2017 naar 225.000 in 2025. Zo’n vaart zal het niet lopen; op dit moment studeren ruim 120.000 internationale studenten in Nederland. De groei van het aantal internationale studenten houdt aan, maar vlakt sinds een paar jaar wel iets af.

Gebeurt er dan helemaal niets om de internationale studentenpopulatie in te dammen? Jawel, demissionair minister Dijkgraaf heeft aangekondigd dat vanaf het collegejaar 2025-2026 Nederlands de voertaal moet worden bij minimaal twee op de drie vakken van een opleiding in de bachelorfase. Dit klinkt als een helder en ferm voorstel, maar de crux zit ’m vooral in de details. Zo zijn er in de voorlopige plannen allerlei uitzonderingen mogelijk, zoals ‘specifieke regionale of economische omstandigheden, de beschikbaarheid van onderwijzend personeel, de internationale positionering van een specifieke opleiding’. Deze formuleringen zijn dusdanig vaag dat de verwachting is dat veel opleidingen een beroep zullen doen op de uitzonderingsgronden.

De vraag is of de centrumrechtse meerderheid in de Tweede Kamer de universiteiten de ruimte wil bieden voor deze uitzonderingsgronden. PVV, VVD, NSC en BBB zullen het tijdens de coalitieonderhandelingen vermoedelijk sneller eens worden over studentenmigratie dan over arbeids- en asielmigratie. Internationale verdragen spelen een kleinere rol en bovendien is er de ‘taalknop’ waaraan kan worden gedraaid.

Significante vermindering van Engelachtige vakken zal, naast de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, zo goed als zeker leiden tot minder interesse voor het studeren aan universiteiten als de Universiteit van Amsterdam, de Rijkuniversiteit Groningen en de Universiteit Utrecht. Bij buitenlandse studenten die wel bereid zijn Nederlands te leren, is de kans groter dat zij beter integreren en na hun studie langer in ons land blijven.

Angelsaksische landen nemen maatregelen

NSC heeft de duidelijkste ideeën over het onderwerp. Het is nog lang niet zover, maar het zou niet verbazen als de partij van Pieter Omtzigt het voortouw neemt bij het opstellen van deze paragraaf in het regeerakkoord. NSC wil de toestroom van buitenlandse studenten fors omlaag brengen, met enkele duidelijk geformuleerde uitzonderingen per regio en sector.

Canada, het Verenigd Koninkrijk en Australië hebben vanzelfsprekend niet de mogelijkheid om het Engels terug te schroeven om zo studeren aan hun universiteiten minder aantrekkelijk te maken. Dus neemt de politiek in die landen andere maatregelen. In Canada moeten studenten vanaf januari een studievisum aanvragen en bewijzen over voldoende financiële middelen te beschikken. Ze moeten aantonen dat ze ruim 20.000 dollar beschikbaar hebben voor levensonderhoud. De druk op de huizenmarkt is ook in Canada een belangrijke reden om strengere eisen aan internationale studenten te stellen.

Het Verenigd Koninkrijk schort het tweejarig post-studie werkvisum op en verscherpt de regels voor internationale studenten die gezinsleden willen meebrengen. Het Britse kabinet wil zo misbruik voorkomen en de kwaliteit van het hoger onderwijs beschermen.

In Australië gaan strengere visumvoorschriften en verhoogde toelatingseisen gelden voor buitenlandse studenten. Australië wil dat studenten de Engelse taal goed onder de knie hebben, omdat dat de kans op een positief aandeel in de maatschappij aanzienlijk vergroot. Deze landen willen met de nieuwe wetgeving ook het welzijn van de internationale studenten zelf waarborgen. Nu worden buitenlandse studenten vaak nog uitgebuit. Zo betalen ze vaak veel te veel voor woonruimte, iets dat ook in Nederland speelt.

Nog steeds wervende teksten en zonnige plaatjes

Bestuurders van universiteiten in Angelsaksische landen zijn in toenemende mate doordrongen van het besef dat een hoog percentage buitenlandse studenten leidt tot maatschappelijke problemen en een lagere kwaliteit van onderwijs. Op de Nederlandse universiteiten moet dat kwartje nog vallen. Zoals wel vaker is de volgeling fanatieker dan de voorganger.

Nu Canada, het Verenigd Koninkrijk en Australië afvallen als aantrekkelijk land om te gaan studeren, zal Nederland voor sommige studenten in beeld komen als alternatief. Op de Engelstalige websites van onze grootste universiteiten is de waarschuwing dat woonruimte lastig te vinden is, nog steeds weggestopt achter zonnige plaatjes en wervende teksten. Desalniettemin lijkt het onomkeerbaar dat de instroom van het aantal internationale studenten beperkt gaat worden. Tot die tijd zullen Kamer en kabinet weerstand moeten bieden aan de vertragingstactieken van universiteiten, die maar geen afscheid kunnen nemen van de international classroom.

Benno de Jongh is freelance journalist te Groningen en hij publiceert onder meer over sport, politiek en cultuur.

Wynia’s Week is er het hele jaar door. Met onafhankelijke, verrassende berichtgeving. Wynia’s Week is wel gratis, maar niet goedkoop. De lezers, kijkers en luisteraars maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u mee? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!