Hoe racistisch bent u zelf? Bomhoffs racismequiz.

BOMHOFF101222-racisme2
Stafleden van Amnesty International en enkele andere activisten poseren bij de Haagse rechtbank waar zij vanwege ‘etnisch profileren’ procedeerden tegen de Koninklijke Marechaussee, september 2021. (Beeld: ANP Lex van Lieshout)

‘Racisme’ is een zwaar verwijt. Onlangs nog in dagblad Trouw door Reza Kartosen-Wong die ‘institutioneel racisme’ roept omdat op Schiphol de marechaussee hem in 2006 als niet-witte man uit de groep reizigers pikte voor extra controle.  Als u met hem denkt dat het signaleren van verwerpelijk racistisch gedrag een simpele zaak is van wit en zwart, probeer dan deze quiz en zie of uw antwoorden met de mijne matchen.

  1. Japan heeft fantastische films, grafiek, poezie en parken, maar in de klassieke muziek is West-Europa superieur aan Japan.
    A: Mee eens, maar dat maakt mij nog niet tot een racist.
    B: Dom. Wie zo’n uitspraak doet is een racist.
  1. Een nuttige indicator van racisme is het percentage gemengde huwelijken in een land. Op die indicator waren de Nederlandse kolonisten in Nederlands-Indië minder racistisch dan de Engelsen in India en Maleisië.
    A: Naast alle racisme in Nederlands-Indië is dit inderdaad best een positief punt in de vergelijking met de Engelsen.
    B: Ik wil niets positiefs horen over het Nederlandse kolonialisme. Nu is de tijd om excuus te maken voor het kolonialisme en dat niet te vertroebelen met een klein positief detail.
  1. Research bevestigt dat in de Verenigde Staten immigranten (en hun kinderen) uit India veel vaker aan de top komen in grote ondernemingen dan immigranten uit Oost-Azië (Japan, Korea en China). Dat heeft een culturele achtergrond.
    A: Zo’n groot verschil moet een teken zijn van racisme en terecht een reden tot boosheid voor immigranten uit Oost-Azië.
    B: Een culturele verklaring hoeft niet discriminerend of racistisch te zijn.

  2. (Hier gebruik ik het scenario dat ik al jaren met mijn studenten bediscussieer in Kuala Lumpur. De grootste groep studenten bij Monash Malaysia zijn lokale, Maleisisch-Chinese studentes, zonder hakken meest niet langer dan 1.65 m.)

    UCSI University in Cheras (buitenwijk van Kuala Lumpur) had een paar jaar geleden een groot aantal mannelijke studenten ingeschreven uit Afrika beneden de Sahara. Als je ’s avonds alleen of met een vriendin door Cheras liep en een groep Afrikaanse studenten zag naderen, kwam je in verleiding om vlug over te steken naar de andere kant van de weg.
    A: Een racistische impuls en daar hoor je weerstand aan te bieden.
    B: Prudent, en heeft niets te maken met racisme.          

De goede antwoorden volgens uw columnist: 1A, 2A, 3B, 4B.   Daar gaan we dan:

  1. Tokyo is trots op professionele orkesten die Westerse klassieke muziek spelen (zie bij voorbeeld hier) Er is geen concertzaal in Londen of New York voor Japanse klassieke muziek.  Een zorgvuldige kwantitatieve studie door Charles Murray van muziek-encyclopedieën en andere metingen van culturele impact bevestigen dat er in Japan nog geen componist met de bekendheid en de populariteit van Bach of Beethoven is opgestaan.
  1. De Engelse kolonisten in India leefden in het begin samen met Indiase vrouwen. Pas in de 19e eeuw kwamen huwbare Engelse vrouwen naar India, of gingen officieren en ambtenaren met verlof naar Engeland om in twee maanden een blanke partner te vinden (lees Somerset Maugham voor racisme op de huwelijksmarkt in India en Maleisië). Toen de Japanners in 1941 Zuid-Oost Azie binnenvielen, lieten de Engelsen hun huispersoneel schandalig in de steek om liever hun huisdier te redden bij de vlucht voor de Japanners. Waarom niet een beetje blij dat de Nederlanders zich toen minder racistisch gedroegen?
  1. Richard Nisbett en co-auteurs vonden dat in de VS Indiase mensen een veel grotere kans maken op senior management-posities dan managers met een Chinese, Japanse of Koreaanse achtergrond. Dat heeft niets te maken met discriminatie, maar komt omdat de Amerikaanse stijl van managen vraagt om assertieve persoonlijkheden die snel en gedecideerd optreden. Dat is niet de cultuur van Oost-Azië.

    In één van hun vele experimenten gebruikten ze steeds drie identieke CV’s zonder foto maar met drie verzonnen voornamen ter identificatie: Jane, Indira en Kim. Dan was Kim de verliezer, omdat de Amerikaanse beoordelaars bang waren dat Kim in vergaderingen te zacht zou spreken en te vlug zou instemmen met de meerderheid.
  1. En nu de moeilijkste vraag. Zo dadelijk meer over mijn vrouwelijke studenten die vlug de straat oversteken, maar eerst nog even schrijver Kartozen-Wong, boos op Schiphol. Ik zou zeggen dat de marechaussee ‘statistische discriminatie’ toepaste, in zijn herinnering op een onbeschofte en vernederende manier – en daartegen past protest – maar op zich geen foute strategie.

Een beroemd voorbeeld was politiecommissaris Bill Bratton in New York die daar met succes de misdaad bestreed. Hij eiste in elk district een up-to-date stratenkaart met daarop duidelijk gesignaleerd waar inbraken, overlast, drugshandel, vandalisme hadden plaatsgevonden. De politie moest toezeggen om op de hot spots extra inspanning te leveren. Dat betekende in de praktijk ‘racial profiling’ [in Nederland ontwijkend als ‘etnisch profileren’ betiteld, red.]. Kartozen-Wong was daar kwaad over toen het hem op Schiphol overkwam.  

Jason Riley legt uit dat in vredige tijden ‘racial profiling’ als ongewenst wordt gezien, maar dat de publieke opinie in hoge nood snel omslaat . Na 9/11 leerde Amerika dat alle 19 zelfmoord-terroristen een Saoedisch paspoort hadden. Toen was in New York opeens ‘racial profiling’ gewenst.

71 % van de ondervraagde zwarte inwoners, eerder zelf slachtoffer van racial profiling, wilden nu op Kennedy Aiport de Arabische inkomende reizigers extra controleren. Terecht, want er is nooit genoeg personeel om alle reizigers zo grondig te checken. Dat geldt ook voor Nederland.

Vraag het maar aan de mannen en vrouwen van de politie die het moeilijke werk doen in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam en door de politiek worden gedwongen om af te zien van racial profiling. De marechaussee moest dat beloven voor Schiphol; de politie in Amsterdam. In contrast met gladpratende politici, willen de burgers meer veiligheid voor hun geld.  

Ik had dit semester Usama Hanif (uit Karachi, Pakistan) in de klas. Die bevestigde dat hij altijd en overal op het vliegveld wordt uitgepikt en extra wordt gecontroleerd. Zuur voor hem, maar deze Usama had begrip voor de situatie. Ik stem in met de filosoof Avishai Margalit die uitlegt dat Usama natuurlijk het volste recht heeft op een fatsoenlijke behandeling en niet mag worden vernederd wanneer de marechaussee met hem bezig is.

Een beschaafd land, volgens Margalit, is een land waar de douane, de politie (en in Nederland de belastingdienst, het UWV en nog een paar) burgers en bezoekers zo min mogelijk vernederen. Maar het is dom om te eisen – en onze student Usama doet dat ook niet – dat de douane en de politie altijd kleurenblind zijn. Dat klinkt sympathiek in vredige tijden, maar als we eerlijk zijn, weten we wanneer het niet meer kan, en dat punt is bereikt op Schiphol, in Amsterdam en in Ter Apel.

Wat wel, wat niet

Mijn Chinees-Maleisische studentes zijn prudent wanneer ze ‘statistische discriminatie’ plegen en uit voorzorg de straat oversteken om een ontmoeting met de Afrikaanse jonge mannen te vermijden. Hun gedrag mag pas racistisch heten wanneer ze over twintig jaar hun dochters absoluut verbieden om te gaan eten met een Afrikaanse vriend. Dat is racistisch discrimineren tegen een persoon.

Statistische discriminatie is pijnlijk voor de slachtoffers, maar valt soms niet te vermijden zonder grote schade aan veiligheid en welzijn. De afweging hangt af van de situatie, de urgentie, de vorm van de statistische discriminatie en de risico’s. Om dan maar altijd meteen ‘racisme’ te roepen is daarom veel te gemakkelijk.

Eduard Bomhoff is nog tot begin volgend jaar hoogleraar economie in Kuala Lumpur, Maleisië. Zijn columns over economie en overheidsbeleid – en een enkele keer over zijn persoonlijke belevenissen – verschijnen ook in 2023 weer in Wynia’s Week.

Wynia’s Week is er twee keer per week, 104 keer per jaar. De lezers, kijkers, luisteraars en donateurs maken dat mogelijk met hun financiële bijdragen – ook in het nieuwe jaar. Doet u mee? Hartelijk dank!