In Oekraïne maakt het Russische leger dezelfde fouten als de Wehrmacht in 1941

tank
De beelden van 2022 lijken op die van de Duitse inval in Oekraïne in 1941. Hier: 1941, Duitse verliezen in een hinderlaag.

Poetins invasie van Oekraïne is vastgelopen. Het aantal Russische gesneuvelden stijgt tot boven de tienduizend, honderden tanks zijn vernietigd in hinderlagen, vrachtwagens met voorraden zakken weg in de modder of worden buitgemaakt door plots opduikende groepjes Oekraïners. Precies zoals in 1941.

Ook Hitler en zijn Wehrmacht verslikten zich toen in de onmetelijke Sovjet-Unie en in de verbeten tegenstand van het Rode Leger. Poetin en zijn generaals herhalen oude fouten en lijken geen lering te hebben getrokken uit de eigen krijgsgeschiedenis. Dat is verbazingwekkend.

Jan-Jaap van den Berg schreef dit artikel naar aanleiding van een belangrijk nieuw boek over de Duitse aanval op de Sovjet-Unie in 1941:  Frans ten Kate, Hitlers aanval op Rusland. Duitsland verloor de Tweede Wereldoorlog al in 1941, uitgeverij Walburg Pers, Amsterdam 2022, 428 blz., ISBN  9789462498440, prijs 39,99 euro. Verkrijgbaar in de boekhandel en te bestellen via www.walburgpers.nl

Mariupol, Kiev, Charkov en Cherson – de brandhaarden van 2022 – zijn ook de oude slagvelden van 1941. Vanuit de historische optiek van de Tweede Wereldoorlog is het huidige conflict tussen Rusland en Oekraïne in feite een burgeroorlog. Beide landen waren toen immers deel van de Sovjet-Unie en vochten gezamenlijk tegen de nazi’s.

Op 24 februari dit jaar viel het Russische leger Oekraïne binnen vanuit het noorden, het oosten en het zuidoosten. De invasie leek te zijn gericht op de omverwerping van Zelensky’s regering door een bliksemaanval op de hoofdstad Kiev en op het bezetten van de oostelijke Donbasregio. Daarnaast leken de Russische strijdkrachten de gehele Oekraïense kust te willen bezetten, om een ‘landbrug’ te krijgen naar de al in 2014 geannexeerde Krim, en wellicht zelfs nog verder westelijk via Odessa naar Transnistrië, dat zich eerder van Moldavië afscheidde en waar Russische troepen zijn gelegerd.

Poetin herhaalt de fouten van Hitler

Na twee maanden van zware gevechten zijn deze militaire doelen nog lang niet bereikt. De Russische strijdkrachten rond Kiev hebben zich zelfs moeten terugtrekken. Vernederend voor Poetin was ook de spectaculaire Oekraïense helikopteraanval op een olie-installatie in het Russische Belgorod en de ondergang van de ‘Moskwa’, het vlaggenschip van zijn Zwarte Zeevloot.

Belgorod: voor geïnteresseerden in de Tweede Wereldoorlog is dat niet zomaar een plaatsnaam. Zomer 1943 vond daar een reusachtige tankslag plaats tussen het Rode Leger en de Wehrmacht (als onderdeel van de ‘slag om Koersk’). Het is de moeite waard om de huidige Russische inval in Oekraïne te vergelijken met de eerdere Duitse invasie in ditzelfde gebied. Dan blijkt opmerkelijk genoeg dat Poetins eenheden fouten herhalen die de Wehrmacht tachtig jaar geleden ook al maakte.

Falen van Barbarossa

Op 22 juni 1941 begon ‘operatie Barbarossa’, Hitlers invasie van de Sovjet-Unie. In veel publicaties over de Tweede Wereldoorlog valt te lezen dat de Duitse veldtocht op het nippertje is mislukt. De Wehrmacht rukte immers op tot aan de poorten van Moskou. Van dat gangbare beeld klopt weinig. Deze veldtocht had nooit kans van slagen. De Duitse aanvalsplannen waren ondeugdelijk en de indrukwekkend ogende troepenmacht was in werkelijkheid te zwak om de onmetelijke Sovjet-Unie onder het juk te brengen.

Het overmoedige Duitse opperbevel had veel te weinig reservetroepen en vervangend materieel beschikbaar. De nazi’s verslikten zich in het ruige terrein en in de taaie tegenstand van het Rode Leger. Het falen van Barbarossa betekende dat het lot van Hitlers Derde Rijk niet pas werd bezegeld bij Stalingrad (rond de jaarwisseling 1942/1943). Al tijdens die ogenschijnlijk zo succesvolle zomermaanden van 1941 had nazi-Duitsland de Tweede Wereldoorlog verloren.

Dit zijn intrigerende conclusies. Ze werden al decennia geleden getrokken door een Nederlandse historicus. Frans ten Kate was een leraar geschiedenis en aardrijkskunde die in 1968 promoveerde op een diepgravend onderzoek waarvoor hij – als een van de weinige historici – bekende Duitse oud-bevelhebbers als Halder, Kesselring en Von Manstein wist te interviewen.

Zijn Nederlandstalige boek bleef onopgemerkt, maar later onderzoek (van onder meer David Stahel, wiens werk vorig jaar in Wynia’s Week werd besproken) bevestigt de these van Ten Kate. Diens boek is nu in een herziene en aangevulde versie opnieuw uitgegeven door uitgeverij Walburg Pers, in een fraaie editie met zo’n driehonderd nooit eerder gepubliceerde foto’s.

Herhaling van oude fouten

In de krijgswetenschap wordt onderscheid gemaakt tussen het ‘tactische’ en het ‘strategische’ niveau, aangevuld door de ‘grand strategy’, waarbij het gaat om (internationale) politieke verhoudingen en doelstellingen voor de langere termijn. Hitler en zijn legertop hebben op elk van deze niveaus akelige vergissingen gemaakt. Dat lijkt voor Poetin en zijn generaals eveneens het geval.

Ten aanzien van de grand strategy gaat het bijvoorbeeld om de relaties tussen staten, bondgenootschappen en de internationale krachtsverhoudingen. Adolf Hitler viel de Sovjet-Unie niet alleen binnen vanuit nazistische ideologische motieven (de vernietiging van het ‘judeobolsjewistisme’) maar ook als middel om daarmee Engeland aan te pakken. Zijn gedachte was dat Engeland uiteindelijk wel vrede zou sluiten, wanneer ook de laatste mogelijke bondgenoot op het Europese continent eenmaal door Duitsland was verslagen.

Ten Kate betoogt dat dit uitgangspunt in een aantal opzichten ondeugdelijk was, bijvoorbeeld omdat die onvoldoende rekening hield met een mogelijke oorlogsdeelname van de VS. De hoop daarop maakte het twijfelachtig of Winston Churchill zelfs na een Duitse zege op de Sovjet-Unie vrede zou willen sluiten.

Poetin verkeek zich op het Westen

Het is aannemelijk dat ook Vladimir Poetin zich heeft misrekend ten aanzien van het te verwachten gedrag van andere landen en bondgenootschappen. In 2014 kon hij nog tamelijk ongestraft de Krim annexeren, en ook zaken als de schemeroorlog in de Donbas en het neerhalen van MH-17 leverden Rusland weinig daadwerkelijke schade op.

Vermoedelijk had Poetin er niet op gerekend dat de EU plots zoveel eenheid en vastberadenheid ten toon zou spreiden bij het (ook militair) ondersteunen van Oekraïne en het financieel straffen van Rusland. Het is ook zeer de vraag of Rusland verwacht had dat Finland en Zweden vanwege de Russische agressie in sneltreinvaart tot de NAVO zouden willen toetreden.

Overmoedige ambities

Niet alleen in het domein van de internationale politiek, maar ook in de militaire strategie en in de tactische oorlogvoering lijkt Rusland op dit strijdtoneel oude Duitse fouten te herhalen.

Ten Kate beschrijft hoe Hitler en zijn Generale Staf zich bij het voorbereiden van de Russische veldtocht weinig zorgen maakten over de te verwachten tegenstand van het Rode Leger. De strijd bij de grenzen zou weliswaar zwaar zijn, maar wanneer de linies dankzij de beproefde ‘Blitzkrieg’-tactiek eenmaal doorbroken zouden zijn, zouden de infanteriedivisies van de Wehrmacht de gedesorganiseerde Russische legers makkelijk kunnen omsingelen. De Duitse tankspitsen konden dan verder naar het oosten doorstoten, voorbij Moskou helemaal tot aan de Oeral.

De overmoedige Duitse strategen vergisten zich in de vastberadenheid van hun tegenstander. En niet alleen daarin. Ze onderschatten ook de bepalende invloed van geografische en klimatologische omstandigheden. En dat terwijl diverse Duitse generaals uit eigen ervaring bekend waren met het Russische operatieterrein, omdat zij er tijdens de Eerste Wereldoorlog zelf nog hadden gevochten.

Het was bekend dat Russische winters doorgaans bitter koud waren, de zomers flink heet konden zijn, en dat de rivieren gedurende de halfjaarlijkse regenperiode uit hun oevers traden, de weinige wegen omvormend in zuigende modderpoelen. Ten Kate wijst er op dat een invasie van Rusland daarom alleen mogelijk is gedurende de vijf maanden tussen half mei en half oktober. Daarvoor en daarna komt elke opmars onvermijdelijk vast te zitten in de modder.

In Berlijn wist men ook dat de Russische verdedigers geholpen werden door de lastig doordringbare Pripjetmoerassen, die elke aanvaller dwingt zijn leger in tweeën te splitsen. Bevoorrading werd bovendien nog bemoeilijkt door de afwijkende Russische spoorbreedte.

Ook Poetins leger lijkt zichzelf in de voet te hebben geschoten met overmoedige ambities die veel te weinig rekening hielden met de Oekraïense vastberadenheid, het operatieterrein en met logistieke complicaties.

Zo massaal was de Russische strijdmacht niet

De totale Russische strijdmacht die op 24 februari Oekraïne binnentrok vanuit Wit-Rusland, de Donbas en vanuit de Krim, was niet groter dan 190.000 manschappen. Deze toch niet reusachtige legermacht zou drie nogal ver uiteen gelegen doelen moeten bereiken. Niet alleen zou de hele Donbasregio in oost-Oekraïne bezet moeten worden, maar ook wilde men in het zuiden de gehele Zwarte Zeekust veroveren, om zodoende een landbrug tot stand te brengen tussen de Donbas en de Krim.

Daarnaast bevatte het strijdplan nog een bliksemaanval van parachutisten op de hoofdstad Kiev. Daarbij was het kennelijk de verwachting dat door een snelle bezetting van het regeringscentrum en de televisiestudio’s de georganiseerde tegenstand wel zou verkruimelen, terwijl de burgerbevolking een en ander apathisch zou gadeslaan.

Op de Krim hadden de ‘groene mannetjes’ in 2014 zoiets al eens voor elkaar gekregen. Maar voor de zekerheid ontrolde de Russische legerleiding tegelijkertijd nog een tweede aanval op Kiev. Dat bestond uit de opmars van een tankmacht, die vanuit Wit-Rusland in zuidelijke richting zou optrekken naar Kiev, om die stad te omsingelen.

De tankmacht haalde Kiev niet

Zoals bekend heeft deze kilometers lange optocht van legervoertuigen Kiev nooit bereikt. Alle Russische troepen hebben zich teruggetrokken uit de omgeving van de Oekraïense hoofdstad. Die mislukking staat niet op zichzelf. Na ruim twee maanden vechten hebben de Russische troepen nog geen van hun doelen behaald, al wordt de landverbinding naar de Krim na de val van Mariupol een feit. In die inmiddels totaal verwoeste stad hebben de Russen echter enorme verliezen geleden. Ook de opmars in de Donbas verloopt moeizaam.

Anno 2022 zorgen satellieten en smartphones ervoor dat van verrassing geen sprake kan zijn. Het Oekraïense leger was dus voorbereid. Dat de houding van de Oekraïense bevolking veel minder pro-Russisch is dan die van de burgers op de Krim, kan evenmin een verrassing zijn geweest. De vraag is echter of iemand dat ook aan president Poetin heeft durven vertellen.

Kwetsbare tanks

De ervaringen uit 1941 hebben geleerd dat je met een relatief kleine strijdmacht van tanks geen uitgestrekt landelijk gebied onder controle kunt brengen en houden. Op 22 juni ’41 waren het in feite twee Duitse legers die de Sovjet-Unie waren binnengevallen. Er was een ijzersterk, maar relatief klein tankleger dat zich krachtig een weg baande dwars door de Sovjetverdediging, plus een veel groter infanterieleger dat te voet moest volgen.

In de zomerse hitte marcheerden de uitgeput rakende soldaten tot wel vijftig kilometer per dag. Desondanks raakten ze hopeloos achterop bij de voortrazende tankeenheden. Daardoor moesten die pantserdivisies vaak zonder infanteriesteun het gevecht aangaan. Doorgaans werd het Rode Leger met enorme verliezen teruggeslagen, maar de zo cruciale Duitse tankeenheden incasseerden zelf ook telkens schade.

Militaire optocht bleek ook toen kwetsbaar

Uiteengeslagen groepen Sovjet-strijders hielden zich schuil in de bossen en moerassen, van waaruit ze verrassingsaanvallen uitvoerden op de langzame Duitse infanterie-eenheden en de begeleidende paardenkarren en vrachtwagens met bevoorrading. Alleen al in de ogenschijnlijk succesvolle maand juli ’41 sneuvelden 63.000 Duitse soldaten aan het Oostfront: meer dan de totale Amerikaanse verliezen in de hele Vietnamoorlog.      

Iets vergelijkbaars is de afgelopen weken gebeurd met het Russische leger. De Russische tanks opereerden zonder voldoende bescherming van infanterie-eenheden en bleken daardoor zeer kwetsbaar voor hinderlagen van groepjes Oekraïners. Met hulp van drones hebben die vanuit het struikgewas met raketwerpers honderden Russische tanks aan gort geschoten. Behalve tanks verliest het Russische leger ook talloze vrachtwagens met voorraden. Niet zelden komen die vast te zitten in de modder, waarna ze buitgemaakt worden door dankbare Oekraïense soldaten. De logistieke situatie van de Russische troepen verslechtert met de dag.

Inferieur materieel

De Duitse soldaten die de Sovjet-Unie blakend van zelfvertrouwen binnenmarcheerden, kwamen er ook tijdens de eerste succesvolle weken al op pijnlijke wijze achter dat het Rode Leger lang niet in alle opzichten een inferieure strijdmacht was. Soms was het Russische materieel gewoon beter. Zo bleek geen enkele Duitse ‘panzer’ het te kunnen opnemen tegen de zware KV-tank en de T-34.

Ook de Duitse antitankkanonnen voldeden niet: ze bleken de dikke bepantsering van deze Russische tanks niet te kunnen doorboren. Dankzij tactische vindingrijkheid en improvisatievermogen (het omturnen van het luchtdoelkanon Flak-88 tot antitankkanon) wisten de Duitse eenheden alsnog een oplossing te verzinnen.

In de jaren daarna zouden Duitse technici hoogwaardige tanks, vliegtuigen en geweren ontwerpen, maar de Duitse oorlogsindustrie slaagde er nooit in om daarvan voldoende aantallen te produceren. De Sovjet-industrie was veel beter toegerust op massaproductie. Bovendien begon er vanaf het einde van 1941 ook nog steeds meer Engels en Amerikaans materieel aan het Oostfront te verschijnen.

Iets dergelijks zien we ook nu. Tactisch lijken de Oekraïners wendbaarder en slimmer dan de op papier sterkere Russische tegenstander. Delen van het Oekraïense leger zijn al sinds 2014 door Amerikaanse en Britse instructeurs getraind en blijken nu succesvol in de omgang met drones, het voeren van nachtgevechten en het leggen van hinderlagen.

De Oekraïense eenheden vechten ook met moderner materieel van Amerikaanse en Europese makelij, dat in steeds grotere aantallen Oekraïne binnenstroomt. En waar die militaire hulp aanvankelijk nog beperkt bleef tot helmen, scherfvesten, kogels en raketwerpers, worden inmiddels ook zware artillerie en tanks geleverd. Net als in 1941 wordt de verdediger elke dag sterker, terwijl de aanvaller steeds meer verzwakt raakt. 

Geen uitweg

Historicus Ten Kate betoogt dat Hitler met operatie Barbarossa alles op een kaart zette, en de ondergang van zijn Derde Rijk in feite bezegeld was toen de Sovjet-Unie – tegen de Duitse verwachtingen in – op de been bleef. Daarmee veranderde de Blitzkrieg in een langdurige slijtageslag, waarop Hitler en de zijnen niet voorbereid waren en die voor nazi-Duitsland niet te winnen viel.

Iets dergelijks zou ook kunnen gebeuren met Poetin en zijn regime. De Russische president had gehoopt met bluf en machtsvertoon een snelle overwinning te boeken, maar is nu in een uitputtingsslag verstrikt geraakt. Welke uitweg is er voor hem, wanneer Oekraïne, met de volle militair-economische hulp van de Westerse landen, standvastig overeind blijft en de Russische troepen zware verliezen blijft toebrengen? Een oorlog beëindigen is een stuk lastiger dan een oorlog beginnen.

Historicus Jan-Jaap van den Berg schrijft voor Wynia’s Week over – en naar aanleiding van – nieuwe geschiedenisboeken. Hij is ook een van de auteurs van het nieuwe boek ‘De Linkse Kerk. Hoe Calvinistisch Nederland steeds dezelfde afslag neemt’. Dat boek verschijnt op 20 mei bij Uitgeverij Blauwburgwal. Media die nadere informatie willen kunnen nu al terecht op info@blauwburgwal.nl  

Wynia’s Week wordt gedragen door de donateurs. Bent u al donateur voor Wynia’s Week? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!