Islam staat haaks op het westerse idee van de natiestaat

PaulFrentrop 4-11-23
Pericles houdt grafrede voor de gevallen strijders in de oorlog tegen Sparta. Schilderij van Philipp von Foltz (1805-1877).

Het is niet helemaal toevallig dat de terreuraanval van Hamas op Israëlische burgers plaatsvond in dezelfde maand dat Turkije zijn honderdjarig bestaan vierde als seculiere natie. Het verband tussen beide gebeurtenissen ligt erin dat de Europese liefde voor de natiestaat niet wordt gedeeld in het Midden-Oosten. Mede omdat de islam dit begrip niet kent.

Naties onderscheiden zich niet door hun grondgebied, niet door lijntjes op de kaart, maar door hun wetten. Ieder land heeft zijn eigen wet. Tenminste in de westerse cultuur.

Pericles: Voor een democratie is het waard te sneuvelen

Omdat we zulke goede wetten hebben is onze samenleving het waard om voor te sneuvelen, betoogde de Atheense staatsman Pericles in zijn befaamde grafrede voor de gevallen strijders in de oorlog tegen Sparta 431 jaar voor Christus: ‘Onze vorm van samenleven is namelijk niet een navolging van de gebruiken van onze buurlanden. Wij zijn eerder voorbeeld voor anderen dan dat wij hen imiteren. Wij heten een democratie, omdat het bestuur bij ons niet wordt uitgeoefend door een klein aantal mensen, maar bij een meerderheid berust. Voor de wet is bij geschillen tussen privé-personen ieder gelijkberechtigd. Mensen worden gewaardeerd naar wat ze presteren en een vooraanstaande positie in het openbare leven verkrijgt men bij ons niet omdat men aan de beurt is, maar vanwege verdienste. Armoede is geen bezwaar, want bij ons staat iedereen die op een of andere manier iets voor de gemeenschap kan betekenen in aanzien. Vrij en soeverein is onze vorm van samenleven. Zowel als het gaat om het behartigen van onze gemeenschappelijke belangen als intern: wij voelen geen ergernis over een buurman die het zich naar de zin maakt en wij voegen hem geen boze blikken toe die weliswaar geen schade berokkenen, maar toch kwetsend zijn. In onze onderlinge verhoudingen zijn wij verdraagzaam en in het openbare leven zijn we zeer wetsgetrouw, omdat wij gehoor geven aan wie op enig moment het bestuur vormt en aan de wetten, in het bijzonder die ter ondersteuning van slachtoffers van onrecht, en aan de ongeschreven wetten, waarvan het algemeen als schande geldt om ze te overtreden.’

Het Westen heeft momenteel dringend behoefte aan zo’n staatsman. Ton F. van Dijk schreef op 17 oktober in HP/De Tijd: ‘Welke waarden delen wij eigenlijk nog? Hoe kunnen we “samenleven” als we niet allemaal in staat zijn het terrorisme van Hamas te zien voor wat het is: middeleeuws barbarisme in de 21e eeuw. [..] Het is daarom de hoogste tijd om in kaart te brengen welke gedeelde waarden noodzakelijk zijn om weer een constructieve samenleving te vormen. [..] Alleen dan kunnen we ook in de toekomst in vrijheid samenleven. Het is van levensbelang dat we weten waar we gezamenlijk voor staan, wat ons bedreigt en waar we wél en niet de vlag voor willen hijsen.’

Veel mensen delen dat gevoel, vermoed ik. Maar volgens mij heeft Pericles al gezegd welke waarden wij delen. Die zijn door de geschiedenis heen in ieder land neergelegd in tradities, gewoonten en geschreven wetten.

Een stuk of tweehonderd naties

Dat is niet makkelijk geweest. De Griekse wereld is veroverd door de Romeinen, en christendom en islam hebben het grondgebied van het Romeinse rijk uiteindelijk verdeeld. In West-Europa hebben de pausen nog geprobeerd om het voor het zeggen te krijgen, maar ze verloren die strijd in de middeleeuwen van de adellijke families.

In de 19de eeuw raakten die families eerst in Frankrijk en Engeland hun macht kwijt aan de natiestaat en met de Eerste Wereldoorlog vielen ook de Duitse keizer, de Oostenrijkse keizer, de Russische keizer en de Ottomaanse sultan. Hun gebieden werden door de overwinnaars ook verdeeld in natiestaten met ieder een eigen wet. Na de Tweede Wereldoorlog volgde nog de dekolonisatie van overzeese gebieden en zo is de hele wereld inmiddels verdeeld in een stuk of tweehonderd naties, die met elkaar vergaderen als Verenigde Naties; een club met als hoofdregel: Je moet lid zijn, wil je jezelf natie kunnen noemen. Dan kun je je eigen wetten maken.

Islam staat haaks op natiestaat

In die mal van de natiestaat heeft het Midden-Oosten echter nooit goed gepast. Gedeeltelijk omdat er een eeuw geleden een flinke dosis Frans en Brits eigenbelang gemengd werd met het opbreken van het Ottomaanse imperium. Maar vooral vanwege de islam. Die staat haaks op het westerse idee van de natiestaat, gebaseerd op een gemeenschappelijk etnisch, cultureel, taalkundig erfgoed.

De islam is niet alleen maar een godsdienst voor individuen, maar ook een sociaal en politiek systeem. In zijn zuivere vorm is de islam de godsdienst van een rijk waarin godsdienstige minderheden worden getolereerd, maar waarin de eigenlijke burgers de moslims zijn.

Dat werkte al zo sinds anno 632 de Arabische heerschappij over het Midden-Oosten tot stand kwam. Negen eeuwen later – in dezelfde tijd dat de Europeanen begonnen aan hun koloniale expansie in Amerika en Azië – koloniseerden de Turkse Ottomanen het Midden-Oosten. Met hun verovering van Mekka en Medina in 1517 en Bagdad in1534 werden ze de feitelijke heersers van de voorheen Arabische wereld.

De sultan werd de nieuwe kalief: heerser over de gelovigen. Staat en religie waren en bleven één. Weer eeuwenlang. Geen wonder dat islamkenner Jan Brugman kon schrijven: ‘De moslim vereenzelvigt instinctief zijn staat met de islam; de staat is eigenlijk zijn kerk ook al is de staat zoals hij functioneert ver verwijderd van het godsdienstig ideaal.’

Wie moet er heersen over de gelovigen?

Na dertien eeuwen werd het kalifaat in 1924 plotseling afgeschaft door de Turkse leider Atatürk die zijn land omvormde tot een seculiere natiestaat. Dit veroorzaakte grote beroering in de Arabische wereld. Wie moest er voortaan heersen over de gelovigen? De regimes die de uit Turkse provincies nieuw gevormde natiestaten als Syrië en Irak bestuurden beschikten over weinig legitimiteit. Koning Hoessein van Hedjaz, liet zich meteen tot kalief uitroepen, maar zonder succes.

De familie Saoed, die net Mekka had veroverd, had ook wel oren naar de functie van kalief. En was sterker. Fransen en Britten stookten in het interbellum echter de ene partij op tegen de ander. Niemand won. De familie van Hoessein heeft nu alleen nog Jordanië in handen. De Moslimbroeders, in 1928 opgericht in Egypte, zetten zich buiten familie- en stamverbanden (en dus beter georganiseerd) in voor één pan-Arabische staat in het hele Midden-Oosten, met een kalief aan het hoofd en de sharia als wet. Zij breidden hun invloed gestaag uit.

Osama bin Laden

In de Pax Americana na de Tweede Wereldoorlog leken de kaarten in het Midden-Oosten echter geschud. Het gebied was in natiestaten verdeeld. Er kwam geen eigen land voor de Koerden. Een Syrische bezetting van Libanon werd teruggeduwd. Toen Saddam Hoessein Koeweit binnenviel, hielpen de Verenigde Staten de daar heersende familie hun natiestaat terug te krijgen.

Het verschijnen van legerbases van ongelovigen in het land van de gelovigen maakte Osama bin Laden boos en er volgden oorlogen in Afghanistan, Irak en Syrië. Maar de nieuwe heerser van Saoedi-Arabië had geen ambitie meer om kalief te worden. Met de moord op Jamal Khashoggi in 2018 nam hij een jaar na zijn aantreden duidelijk afstand van de Moslimbroeders en vijf jaar later leek er met Saoedische erkenning van de staat Israël alom overeenstemming te zijn bereikt dat ook het Midden-Oosten het beste bestuurd kan worden in de vorm van natiestaten met hun eigen wetten.

Dat wil de Moslimbroederschap kost wat kost voorkomen en daartoe werden vanuit Gaza raketten en sadisten afgevuurd. Een eeuw na de afschaffing van het kalifaat door Atatürk gaat de strijd tussen Israël en het islamitische Hamas niet over land maar over de wet. Daarom voelen moslims uit allerlei landen zich verbonden met de Palestijnen: Via de islamitische wet, niet op basis van nationaliteit.

Toen de terroristen uit Gaza aanvielen, vierde men in Israël net het feest van de Vreugde der Wet. Die traditie is in de Middeleeuwen ontstaan, toen de Joden zonder eigen grondgebied, slechts door hun wet als volk bij elkaar gehouden werden. Het is een vrolijke viering waarbij ieder zijn dank toont voor de Thora want Jood-zijn wil zeggen vrijwillig het juk van de Thora dragen. Het boek biedt leefregels voor iedere dag.

Islam en jodendom

Moslim zijn wil zeggen het juk van de Sharia dragen. Ook die biedt leefregels voor elke dag. In de woorden van Jan Brugman dertig jaar geleden: ‘Als iets het fundament van de islam is, dan is het de moslimse wet. In dit opzicht lijkt de islam op het jodendom – een gelijkenis die de aanhangers van beide godsdiensten nu misschien als hoogst onaangenaam ervaren. Ook de islam is een wettische godsdienst en het is voor een moslim uiterst belangrijk om het juiste te geloven, maar nog belangrijker om het juiste te doen.’

Hier in het Westen hebben wij gelukkig geen ‘wettische godsdienst’. In plaats daarvan hebben we al twee eeuwen natiestaten waarbinnen mensen zelf de wet bepalen. Westerse burgers volgen net als de Atheners van Pericles wetten die niet door God zijn opgelegd, maar in onderling overleg met respect voor elkaar worden afgesproken en waar nodig bijgevijld.

De gevaarlijkste gekken

Het heeft veel moeite gekost die situatie te bereiken en perfect zal het nooit worden. Maar het voorlopig resultaat van de westerse cultuur is evenzeer het verdedigen waard als de Atheense dat was. En vijanden liggen altijd op de loer. Niet alleen de beschaafde vijanden die de natiestaat willen oplossen in een Europese Unie. Verlichtingsdenker Denis Diderot schreef tweeëneenhalve eeuw geleden al: ‘De gevaarlijkste gekken zijn die, die door religie zijn geschapen. En mensen die de maatschappij willen ontwrichten weten, als het nodig is, altijd goed gebruik van hen te maken.’

We zijn met onze neus weer eens op die waarheid gedrukt.

Paul Frentrop was achtereenvolgens journalist, bankier, ondernemer, pensioenbeheerder, hoogleraar en politicus – tot juni 2023 als zelfstandig lid van de Eerste Kamer.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!