Moordaanslag in Rotterdam: vroege opmaat van de oorlog om Oekraïne

JONGEDIJK050322-moordoekrainerdam
Graf van de Oekraïense vrijheidsleider Yevhen Konovalec in Rotterdam

Op grond van het scenario kan de moordaanslag van maandag 23 mei 1938 op de Oekraïense vrijheidsleider Yevhen Konovalec, op klaarlichte dag uitgevoerd in het centrum van Rotterdam, de proloog worden genoemd van de actuele oorlog tussen Rusland en Oekraïne. De dader bekende zelf decennia later in zijn memoires te hebben gehandeld in opdracht van de hoogste baas van het Kremlin. Daar trok in die jaren Jozef Stalin aan de touwtjes.

De on-Nederlandse aanslag kende hetzelfde raffinement waarmee Stalins huidige opvolger Vladimir Poetin verantwoordelijk wordt gehouden voor de net-niet gelukte moordaanslag op oppositieleider Aleksey Navalny, die heimelijk zwaar vergif in zijn thee kreeg toegediend toen hij op reis was. Snel medisch ingrijpen en levensreddende hulp in het Westen voorkwam erger. De herstelde Navalny verkoos hierna om zelf naar zijn vaderland terug te keren en belandde alras in een werkkamp.

Bon-bom-aanslag door middel van een presentje

Konovalec overleefde de aanslag op zijn leven niet. Hij had op die maandagmiddag in een Rotterdams hotel een afspraak gehad met een naar hij dacht te vertrouwen Russisch-Oekraïens contact. De relatie had voor hem een kleine attentie meegenomen: naar wordt verondersteld een doosje bonbons dat in zijn handen ontplofte toen Konovalec midden op de Coolsingel liep en dat hem zo zwaar verwondde dat er geen redding meer mogelijk was. De onfortuinlijke anticommunistische leider van de Oekraïne was speciaal en zonder argwaan voor de ontmoeting vanuit Rome, zijn verblijfplaats in ballingschap, naar Rotterdam gereisd. In sommige verslagen van destijds werd vanwege de veronderstelde aard van het presentje gesproken over een ‘bon-bom-aanslag’.

Enorme kluif voor de Rotterdamse recherche

Eind jaren dertig vergrootte dit ernstige incident in de aanloop naar wat uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog zou worden de splijtzwam tussen uiterst links – de communisten – en uiterst rechts – de fascisten – in het toch al onrustige politieke klimaat. De Rotterdamse recherche had een enorme kluif aan de bijzonder brute aanslag.

De Oekraïense leider van de illegale onafhankelijkheidsbeweging bleek in het bezit van een Tsjecho-Slowaaks paspoort dat op naam was gesteld van een zekere Josef Novac. Hoe zwaar de explosie was van het pakketje dat hij bij zich droeg blijkt uit de getuigenis van een Rotterdammer die het op korte afstand zag gebeuren.

Citaat uit het boek dat auteur/journalist Dave Datema over de zaak schreef: ‘Ik kwam uit de richting van de Bijenkorf en ging naar het Hofplein. Er kwam rechts van mij een man. In het voorbijgaan zag ik dat hij in zijn linkerhand een pakje droeg. Toen de man mij gepasseerd was, liep hij opvallend stevig door. Hij scheen gehaast als iemand die een bepaalde trein wilde halen. Even verderop ontplofte het pakje. Ik zag een blauwachtige vlam. Een deel van zijn been kwam voor mijn voeten terecht. Ik heb het lichaamsdeel opgepakt en netjes bij het lijk gelegd.’

Bewijs kwam er pas na tientallen jaren

Tot ver over de eigen grenzen deed de recherche internationaal onderzoek, waarbij politiekorpsen in tal van landen (Duitsland, Oostenrijk, Italië en Litouwen) werden ingeschakeld. Het zou echter tientallen jaren duren eer er concreet bewijs kwam voor het al die tijd reeds bij velen bestaande gevoel dat niemand minder dan Stalin achter het politieke geweld zat.

Halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw verschenen de memoires van de Russische geheim agent Pavel Soeraplatov, die daarin zonder enige schroom bekende de moordenaar te zijn van Konovalec. De geheim agent was 31 jaar, toen hij in 1938 de moordaanslag in Rotterdam pleegde en zou hier ruim een halve eeuw over zwijgen.

Weduwe Olga kwam over voor de begrafenis

Volgens het verhaal van Datema wist de politie de schuilnaam van de moordenaar te achterhalen. De man bleek twee dagen voorafgaand aan de moord per schip in de Maasstad te zijn aangekomen en bediende zich van de valse naam Walluch. Het is het meest waarschijnlijk dat de in werkelijkheid hetende Soeraplatov direct na de aanslag ons land met de trein heeft verlaten.

De begrafenis van Konovalec vond plaats op 28 mei 1938. Het stoffelijk overschot werd in het bijzijn van zijn uit Italië overgekomen weduwe Olga bijgezet op de algemene begraafplaats Crooswijk. De kleuren blauw en geel voerden bij de bloemen de boventoon, net zoals dat nu de kenmerkende kleuren zijn van het land in oorlog met Rusland.

In december van het jaar 1939 werd een zwart granieten kozakkenkruis als monument geplaatst op Crooswijk. Op het herdenkingsteken staan de naam van het slachtoffer en die van de Organisatie van Oekraïense nationalisten (OOeN).

Laatste grote herdenking, zestig jaar na de moord

De plek is een bedevaartsoord geworden voor ‘vrije’ Oekraïners. Uit publicaties van het Rotterdamse gemeentearchief en de site Dodenakkers – Funerair Erfgoed blijkt dat na het onafhankelijk worden van Oekraïne in de jaren negentig van de twintigste eeuw de aandacht voor het graf wat afnam. De laatste grote herdenking vond plaats in 1998, zestig jaar na de geruchtmakende moord op de Rotterdamse Coolsingel.

De oplopende spanningen aan de grens met Rusland van de laatste jaren en een groter nationaal bewustzijn hebben er inmiddels toe geleid dat de belangstelling voor vrijheidsstrijder Konovalec weer groeiende is. In het land zelf zijn de laatste jaren straten naar hem vernoemd. Van de plannen om zijn stoffelijke resten in eigen land te herbegraven is het echter niet gekomen.

Konovalec was in de ogen van Stalin een groot gevaar

De eerste keer dat Oekraïne een periode van zelfstandigheid kende was aan het begin van de vorige eeuw. Nadat de Sovjet-Unie zich terugtrok uit de strijd in de Eerste Wereldoorlog kwam het tot een treffen met Oekraïne. De Bolsjewisten grepen daar in een groot deel van het land de macht met als gevolg aansluiting in 1922 bij de Sovjet-Unie onder de naam Oekraïense Sovjet Socialistische Republiek.

In de ogen van Jozef Stalin vormde Jevhen Konovalec een te groot gevaar voor het voortbestaan daarvan en moest de man worden geliquideerd. Het lijkt erop de Vladimir Poetin – gezien het aantal liquidaties van tegenstanders de afgelopen jaren – er net zo niets ontziend lessen uit heeft geleerd.