Nederland heeft nu Italiaans begrotingsbeleid

kaag
Sigrid Kaag (D66) tijdens haar eerste Algemene Financiële Beschouwingen als minister van Financiën. (Beeld: screenshot Tweede Kamer)

De euro is geen harde, Noord-Europese munt gebleken. Het is precies andersom gegaan: de harde Duitse mark en de gulden die met de mark meeliftte zijn opgegaan in een boterzachte, Italiaanse euro. De zuinige erfenis van minister van Financiën Gerrit Zalm (1994-2007) hangt in alle opzichten aan de wilgen.

Dat constateren PIM van GALEN en SYP WYNIA in hun maandelijkse videogesprek over de Nederlandse politiek. ‘De Europese Centrale Bank doet alles om Italië in de euro te houden. Een land als Nederland heeft inmiddels alle begrotingsregels losgelaten. En net als Italië altijd al deed, profiteert ook de Nederlandse staatsschuld van de inflatie. Schulden smelten immers weg door geldontwaarding.’

U kunt het videogesprek van Pim van Galen en Syp Wynia HIER bekijken. De podcast van hetzelfde gesprek vindt u HIER.

Op Prinsjesdag bleek de Miljoenennota nog niet klaar. Inmiddels is de begroting voor 2023 volledig over de kop gegooid, omdat het kabinet RutteVier uiteindelijk toch een miljardenplan – idee van PvdA en GroenLinks – heeft omarmd om volgend jaar de meerkosten van de modale energierekening voor rekening van de overheid te nemen. Afhankelijk van de prijs van olie en gas en van de duur van de compensatie zouden de kosten kunnen oplopen tot 40 miljard euro.

Tot enkele jaren geleden golden aan het Binnenhof de Zalmnorm en andere begrotingsregels. Bij begrotingsdebatten in de Tweede Kamer diende een partij die ergens meer aan uit wilde geven ook aan te geven hoe dat betaald moest worden (een bezuiniging elders, of een belastingverzwaring). Maar anno 2022 lijken alle remmen los.

Waar de minister van Financiën doorgaans de hand op de knip heeft kan minister Sigrid Kaag (D66) nu niet eens vertellen wat de energiecompensatie gaat kosten en hoe lang die gaat duren. De Miljoenennota staat dus op drijfzand. Dat is ongekend. En eigenlijk ook in strijd met een basisrecht van het parlement in een democratie: het budgetrecht. Nu moet de Tweede Kamer tekenen voor een blanco cheque.

De eerste kabinetten-Rutte waren in de jaren 2012-2016 juist heel streng op de overheidsfinanciën. Nederland dreigde in 2013 in het euro-strafbankje te belanden en met dat vooruitzicht vergaderde het eerste kabinet Rutte (VVD, CDA) in voorjaar 2012 wekenlang met gedoogpartner Geert Wilders in het Catshuis om een te groot begrotingstekort te voorkomen. Uiteindelijk weigerde Wilders aan het pakket van VVD en CDA mee te doen.

Het kabinet viel, maar D66, GroenLinks, ChristenUnie, SGP – en later dat jaar ook de PvdA – schoten te hulp. Er werd in die jaren voor zo’n 50 miljard bezuinigd en lasten verzwaard, met dramatische gevolgen voor de economie – en indirect ook voor de overheidsfinanciën, want er kwam door het afknijpen van de economie minder belastingen binnen, waardoor er door het kabinet RutteTwee nog weer verder bezuinigd moest worden.

Het gelijk van Wilders

De Nederlandse economie deed het door het afknijpbeleid in 2013 slechter dan enig ander euroland, op Portugal na. Hoewel inmiddels vrijwel alle Haagse politici – op Mark Rutte na – nu erkennen dat de ingrepen in de jaren 2012-2016 economisch schadelijk zijn geweest, krijgt Geert Wilders alleen achter de schermen, tot aan de PvdA toe, erkend dat hij het in 2012 bij het juiste eind had door niet overmatig aan de Brusselse normen mee te willen doen.

Sterker: Rutte en andere VVD’ers verwijten de PVV’er nog steeds dat hij in 2012 is ‘weggelopen’ uit het Catshuis. Een verwijt aan Rutte dat hij – die andere eurolanden immers graag financieel de maat nam – uit angst in Brussel weggehoond te worden de Nederlandse economie heeft afgeknepen zou meer op zijn plaats zijn.

Maar kijk dan nu!

Al minstens sinds 2019 hebben de kabinetten-Rutte alle remmen los gegooid. Hoezeer de tijden veranderd zijn bleek in de zomer van 2019, toen minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) als donderslag bij heldere hemel voorstelde om als staat tientallen extra miljarden te lenen: niet omdat het geld nodig was, maar omdat de rente zo laag was dat er geld mee verdiend kon worden of de economie er mee gestimuleerd kon worden. Het was een historisch unicum: de Nederlandse schatkistbeheerder die zonder noodzaak extra geld wilde lenen omdat de rente toch laag (of zelfs negatief) was. En toen moest Corona nog komen.

In 2020 gingen de remmen verder los, nu om banen te redden in de pandemiecrisis. Rekening: zo’n 80 miljard. Het fonds van Wiebes kwam er ook: twintig miljard. Toen RutteVier aantrad kwamen er nog twee fondsen: 35 miljard voor het klimaat en 25 miljard voor de stikstof.

Inmiddels was de Europese begroting in Brussel zo ongeveer verdubbeld met Corona als aanleiding. Rutte stribbelde nog wat tegen, maar er ging onder meer 200 miljard naar Italië, deels betaald uit via Brussel geleend geld. Italië was ook al minstens sinds 2012 vanuit Brussel en door de Europese Centrale Bank in Frankfurt met talloze honderden miljarden in de euro gehouden. Frankfurt had met dat doel de inflatie opgedreven, staatsobligaties opgekocht en de rente laag (of zelfs negatief) gehouden.

De euro werd zuidelijk

Voorlopige conclusie: na de bankencrisis, de eurocrisis, de Coronacrisis en de energiecrisis is er van de belofte in Duitsland en Nederland dat de euro een harde munt zou worden en dat de ECB de inflatie in toom zou houden niets uitgekomen. Duitsland ging twee jaar geleden zelf akkoord met Europese staatsleningen (eurobonds) die er inmiddels feitelijk zijn. En de begrotingsdiscipline van Berlijn en Den Haag is na Corona en energiecrisis zoek.

Enerzijds is de chaos compleet, omdat de ECB ondanks een dreigende recessie de rente wel omhoog moet gooien omdat de inflatie immers de pan uit rijst.

Anderzijds is de helderheid compleet: na ruim twee decennia euro zijn niet de zuidelijke eurolanden onder Duitse en Nederlandse handen gedisciplineerd, maar zijn Duitsland en Nederland qua begrotings- en staatsschuldbeleid Italiaans geworden. Zelfs het aangaan van schulden omdat die toch wel eroderen door inflatie – dankzij Poetin dan wel dankzij Frankfurt – is een aloude Italiaanse traditie.

In het zicht van de invoering van de girale euro per 1 januari 1999 waarschuwde VVD-leider Frits Bolkestein dat de nieuwe Europese munt net zo hard diende te zijn als de gulden tot dan toe was geweest. Dus geen munt die willens en wetens in waarde zou afbrokkelen om zo staatsschulden te laten wegsmelten. Bolkestein kreeg die garantie van toenmalig premier Wim Kok (PvdA). Waarop Bolkestein aankondigde die belofte van Kok in te zullen lijsten en boven zijn bed zou hangen.

Van de belofte van Kok is anno 2022 evenwel weinig terechtgekomen. Kok maakt het niet meer mee, maar Gerrit Zalm, de jarenlange VVD-minister van Financiën onder Kok (en Balkenende) wel. Zowel Bolkestein als Zalm hebben in de jaren 1996-1988 onder meer door bezoeken aan Duitsland nog pogingen gedaan om het financieel onbetrouwbare Italië buiten de euro te houden.

Duitse en Nederlandse financiële topambtenaren hadden eerder, in 1991, ook al geprobeerd om de euroregels zo op te stellen dat Italië niet – en misschien wel nooit – in de euro zou komen. Zij werden overtroefd door hun bazen in Bonn en Parijs en trouwens ook door Wim Kok die toen nog Nederlands minister van Financiën was.

De rollen omgedraaid

Alle pogingen de Italianen buiten de euro te houden mislukten destijds, niet in de laatste plaats omdat de Fransen de Italianen er koste wat kost bij wilden hebben en de Duitsers (bondskanselier Helmut Kohl, met name) de Fransen – en eigenlijk ook de Italianen – niet voor het hoofd wilde stoten. In Italië zelf was er een slimme topambtenaar, Mario Draghi, die de zaken zodanig bij elkaar sjoemelde dat het leek alsof Italië aan de voorwaarden voldeed om vanaf den beginnen aan de euro te voldoen. Zo geschiedde.

Mario Draghi was in 2012 opgeklommen tot president van de ECB in Frankfurt en beloofde in die hoedanigheid dat hij niets zou nalaten om de euro te redden (hij bedoelde: Italië in de euro te houden). Dat heeft hij gedaan. En de euro is geen harde munt, de euro is geen mark of gulden maar eerder de boterzachte Italiaanse lire. Italië heeft ook geen Duits of Nederlands begrotingsbeleid gekregen. Nederland en Duitsland hebben wel een Italiaans begrotingsbeleid.

Wynia’s Week is er 104 keer per jaar, vaak met video en podcast. Dat wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee? Hartelijk dank!