Nederland is dichterbij een collectieve zenuwinzinking dan bij een burgeroorlog

sophie
Sophie Hilbrand in tranen vanwege de afwezigheid van haar voormalige co-presentator Khalid Kasem (29 januari 2024). Beeld: BNNVARA/YouTube.

Maar weinig woorden roepen in het Nederland van 2024 zoveel angst en afschuw op als het begrip ‘polarisatie’. Iedereen lijkt er het erover eens dat er steeds vaker en steeds heviger wordt gepolariseerd en ook hoor en lees je overal dat daar buitengewoon grote gevaren aan zijn verbonden.

Onlangs nog deed Andreas Kinneging een flinke duit in het zakje. De Leidse hoogleraar rechtsfilosofie, auteur van knappe boeken als De Onzichtbare Maat (2020) en Hercules op de tweesprong (2023), voorspelde in een radio-interview dat, indien de polarisatie niet snel een halt wordt toegeroepen, er in ons land een burgeroorlog zal uitbreken. ‘Ik ben heel somber,’ voegde hij er voor alle zekerheid aan toe.

De PvdA was trots op haar ‘polarisatiestrategie’

Het is interessant om te bedenken dat het begrip polarisatie ook vijftig jaar geleden op bijna ieders lip was. Toen was het nog een links toverwoord en kregen veel mensen er warme gevoelens van. Wilden de progressieve partijen in Nederland een meerderheid krijgen, zo luidde de bijbehorende gedachtegang, dat dienden de kiezers in het politieke midden gedwongen te worden tot een keuze voor links of voor rechts. Om zo’n tweedeling te bereiken, was het nodig de politieke tegenstellingen zo scherp mogelijk neer te zetten. Geestelijk vader van de zogenoemde ‘polarisatiestrategie’ was PvdA-coryfee Ed van Thijn.

De zaak werd bepaald niet op z’n beloop gelaten. Bij PvdA-leider Joop den Uyl ging de polarisatiestrategie zelfs door tot na zijn overlijden. Zo was oud-CDA-premier Dries van Agt in 1987 niet welkom op zijn herdenkingsbijeenkomst.

Opiniemakers die angstig zijn voor polarisatie hoor je ook vaak betogen dat het met de mores in onze Tweede Kamer van kwaad tot erger gaat. Was er in 2022 niet zelfs een volksvertegenwoordiger van Forum voor Democratie die met tribunalen dreigde?

Inderdaad. Maar in overgrootvaders tijd bakten politici ze echt heel veel bruiner. Neem de sociaaldemocratische fractievoorzitter Pieter Jelles Troelstra. Die riep op 12 november 1918 in de Tweede Kamer de revolutie uit. Verzet tegen de rode machtsovername was zinloos, hield Troelstra de ministersploeg voor, want de arbeidersklasse was veel sterker dan leger en politie: ‘Het zal u moeilijk vallen, wanneer gij geweld wilt gebruiken, iets anders uit te lokken dan een geweld dat sterker is dan het uwe.’

De regering stuurde troepen naar Amsterdam, Den Haag en Rotterdam om belangrijke gebouwen te bewaken, maar al snel werd de revolutie bij gebrek aan proletarische belangstelling door Troelstra afgelast.

Een knokpartij in de Tweede Kamer

Als we het hebben over de omgangsvormen in onze volksvertegenwoordiging mag ook de fameuze knokpartij van 1 maart 1939 niet onvermeld blijven. Die begon toen NSB-Tweede Kamerlid Meinoud Rost van Tonningen door een collega van de katholieke RKSP werd uitgemaakt voor ‘landverrader’.

Bleek van drift verliet de NSB’er het spreekgestoelte om verhaal te halen bij de rooms-katholieke fractie. Over en weer werden driftig vuistslagen uitgedeeld en ook sprong een van de bodes bovenop een tafel en van daaruit op de rug van NSB-Kamerlid Henk Woudenberg. Een free fight avant la lettre, in het hart van onze democratie.

Ook buiten de muren van de Tweede Kamer is Nederland niet bepaald onbekend met het verschijnsel politiek geweld. Gaan we – het is maar een voorbeeld – terug naar maart 1986, toen de rechtse Centrumpartij (CP) en de daarvan afgesplitste Centrumdemocraten (CD) een gezamenlijke bijeenkomst belegden in Hotel Cosmopolite in Kedichem, nabij Leerdam.

De vergadering was net begonnen toen de politie het woord nam. Er waren, zo luidde de mededeling, honderden linkse actievoerders op weg naar het hotel. ‘Wij kunnen u niet beschermen.’ Niet veel later vlogen tegels, stenen en rookbommen naar binnen en stond het hotel in lichterlaaie.

De meeste daders werden niet gepakt

Bij een wanhopige vluchtpoging belandde Wil Schuurman, de secretaresse van CD-Tweede Kamerlid Hans Janmaat, met haar been op een gesprongen ruit. Het been werd afgebonden om het bloeden te stelpen. Pas na lang wachten arriveerde een ambulance. Na een mislukte operatie in het ziekenhuis van Gorinchem werd Schuurman naar het Rotterdamse Dijkzigt-ziekenhuis gebracht. Deze artsen konden haar leven redden, maar moesten het gewonde been afzetten.

Zes activisten die bij de bestorming waren betrokken kregen een celstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De meeste van de echte daders werden niet gepakt. Die waren alweer op weg naar huis – lees: hun Amsterdamse kraakpanden – toen de Leerdamse politie ten langen leste besloot de toegangswegen naar het hotel af te zetten.

Niets nieuws onder de zon

Het is uiteraard nooit goed om actuele zorgen over het maatschappelijke klimaat kapot te relativeren. Maar als het gaat om polarisatie is er in Nederland echt niets nieuws onder de zon. Sterker nog: het risico op staatsgrepen, parlementaire vuistgevechten en het platbranden van partijcongressen zou in 2024 weleens minder groot kunnen zijn dan in de hoogtijdagen van Troelstra, Rost van Tonningen en de Amsterdamse kraakbeweging.

Wat er dan wél is veranderd? In een land waar aan talkshowtafels wordt gehuild over een afwezige presentator misschien wel vooral de belastbaarheid van ons collectieve zenuwstelsel.

Roelof Bouwman is columnist en adjunct-hoofdredacteur van Wynia’s Week. Hij schrijft over politiek, geschiedenis en media.

Wynia’s Week is jarig! Bent u al donateur? Doneren kan op verschillende manierenHartelijk dank!