Nog even en de Vlamingen spreken over ‘die Ollanders’ uit medeleven

Vakantiegangers zeggen vaak dat ze op reis gaan om land en volk te leren kennen, maar in de praktijk komt daar meestal niets van terecht. Wynia’s Week vroeg een aantal auteurs te schrijven over het land dat zij goed kennen. Vandaag aflevering 3: België.
Met zonnige dagen voor de boeg ontstaat een merkwaardig ritueel: Nederlandse jongeren vermaken zich in België, eigenlijk Vlaamse steden, onder begeleiding van Nederlandse politieagenten. Het lijkt alsof de agenten enkele tekortkomingen in de opvoeding van Nederlandse jongeren moeten compenseren. Bij ‘ongepast gedrag’ moeten zij de jongeren vermanend toespreken. Naar de Belgische politie luisteren ze niet, totdat de wapenstok voor de dag wordt gehaald. Dan is het ‘pats boem’. Het omgekeerde met Vlaamse jongeren in Nederland is onbekend. Zij zijn immers ‘braver’ dan Hollandse leeftijdgenoten. Stiller, maar effectiever. Dat is niet tot jongeren beperkt.
Ooit was Nederland het voorbeeld waar Vlaanderen naar opkeek. Franstalig België kijkt naar Frankrijk en vooral de Franse televisie en weet niets van ‘les Hollandais’. Nederlandse toeristen komen er doorgaans om te kamperen in de Ardennen of om er snel door te rijden naar Frankrijk of verder zuidwaarts. Nederlanders bedoelen met ‘die Belgen’ vooral Vlamingen, want die kunnen ze ten minste verstaan.
Verdwenen voorbeeldrol
Het waren vooral Vlaamse toppolitici, zoals de ex-premiers Wilfried Martens, Jean Luc Dehaene, Guy Verhofstadt, die in Nederland een ‘model’ zagen dat Vlaanderen voorging. Maar de voorbeeldrol verdween zodra er zich politieke botsingen voordeden. Speelde Martens, die in zijn vakantie ging fietsen in de Achterhoek, nog een vaderrol in de Europese christen-democratische familie, Dehaene botste begin jaren negentig met premier Ruud Lubbers in zijn ambitie voorzitter te worden van de Europese Commissie. Verhofstadt verwees vaak naar Nederland, maar kon het niet goed vinden met VVD-leider Frits Bolkestein die in hem een verkapte D66’er zag. Bijna een fatwa. Een Waalse premier, zoals Elio Di Rupo, zag Nederland niet staan. Voor hem was Frankrijk referentieland, en natuurlijk veel invloedrijker in de EU. België werd, zoals vaak, een aanhangwagen van Frankrijk.
De voorbeeldrol is nu volledig verdwenen want niemand in Vlaanderen, ook niet de meest getrouwe flaminganten, noemen Nederland nog als ‘model’. Nederland struikelt voor de zoveelste keer over de eigen benen, deze keer met de ‘meest rechtse regering ooit’ (althans sinds de Tweede Wereldoorlog), geleid door een ex-topambtenaar van de Nederlandse veiligheidsdienst als premier. België heeft met Bart De Wever een federaal premier, de eerste ‘Vlaamse nationalist ooit’ die in nachtelijke uren een ‘zomerakkoord’ met Franstalige liberalen en Vlaamse socialisten uit de wacht sleepte, om zich daarna zonder enige slaap te voegen naast de Belgische koning tijdens het nationaal defilé op 21 juli. ‘Il faut le faire’. En: ‘du jamais vu’.
Eigenlijk moeten de Nederlanders met Vlaamse bescheidenheid naar België op vakantie want een Nederlandse versie van De Wever moet nog worden geboren. De Wever spreekt vloeiend Frans (vrij gebruikelijk onder Vlaamse nationalisten), Duits, Engels en een goed mondje Baskisch uit de tijd dat Baskenland nog een zielige regio was. Intussen behoort Baskenland tot de rijkste regio’s van Spanje.
In Nederland weten de meeste politici niet meer hoe het verder moet, en weten kiezers steeds minder op wie ze moeten stemmen. Straks is er misschien een Tweede Kamer met twintig partijen waarvan er vijf meer dan tien zetels hebben. In combinatie met onderlinge uitsluitingen dobbert het land op de golven van het ongewisse. Hoe meer Hollandse bestuurders alles beter weten, des te slechter het bestuur. Nog even en de Vlamingen spreken over ‘die Ollanders’ uit medeleven.
Het grote verschil is dat Nederlanders alles willen reguleren en Belgen dermate zijn gedwongen tot arrangeren dat het is terechtgekomen in hun politieke genen. Dertig jaar geleden maakte ik mijn overstap van NRC Handelsblad (de Haagse redactie) naar de Vlaamse krant De Standaard (motto: ‘Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus’) om er de Belgische politiek te beschrijven. Dat was een fantastisch avontuur, zo’n kijkje in de politieke keuken van de buren.
Nederlandse pers overgenomen
Essentieel is de werkwijze van politici en ondernemers die elkaar blindelings weten te vinden, zonder al te veel te reguleren. Hier en daar ‘open terreinen’ biedt kansen. Dertig jaar later is vrijwel de hele Nederlandse pers overgenomen door Vlaamse mediabedrijven, zonder dat de ‘Ollanders’ ook maar iets in de gaten hadden. Als Tweede Kamerlid stelde ik er ooit schriftelijk vragen over, maar die werden door de minister weggewimpeld. Van ‘mediaconcentratie’ was geen sprake.
Nu is het een feit. De families Leysen en Van Thillo hadden de Hollanders vakkundig ‘bij de piet’. Mijn vroegere hoofdredacteur bij De Standaard, Peter Vandermeersch, werd zelfs hoofdredacteur bij NRC Handelsblad, het vlaggenschip van intellectueel Nederland. Deze zoon van een Rijkswachter wist raad met tegenstribbelende redacteuren. Hij spaarde de ‘wapenstok’ niet.
België, in het bijzonder Vlaanderen, heeft mij veel geleerd. Zodra ik de grens passeer, draai ik een mentale knop om: van reguleren naar arrangeren en andersom op de terugweg. Ik ben zelfs nog terechtgekomen in de Belgische politiek, als Europarlementariër, wat onmogelijk zou zijn zonder de politieke cultuur te kennen en daarin te kunnen laveren. ‘When in Rome, do as the Romans do’.
Het aanpassingsvermogen van Den Haag is echter beperkt. Onlangs bepaalde de Nederlandse Raad van State, opgericht in 1531 en een instelling die Nederland, België en Luxemburg nog altijd hebben, dat een asielzoeker die vanuit België naar Nederland kwam niet kon worden teruggestuurd naar België wegens ‘de slechte omstandigheden’.
Een vreemde redenering, alsof België een dictatuur is. België is gewoon wat strenger dan Nederland, wat onvermijdelijk is. Wie de snelle neergang van Brussel ziet, het stiefkind van België, beseft maar al te goed hoe snel overmatige immigratie met grote culturele verschillen een stad de afgrond induwt. Een vijftal Brusselse gemeenten wordt al de facto bestuurd door de Moslimbroederschap. Dat is dan de hoofdstad van Vlaanderen, België én Europa. Een kwart van de Waalse gemeenten staat onder financiële curatele. Vlaanderen behoort tot de rijkste regio’s, niet alleen in Europa maar in de wereld, alleen overtroffen door de regio Oberösterreich. België drijft dus op Vlaanderen, een gegeven dat ook de Koning der Belgen niet onbekend is. Hij koestert een Vlaamse nationalist als premier.
Hoge ogen in Europa
Met De Wever kan België nog hoge ogen gooien in Europa. Hij onderschreef ook meteen de brief van de Deense premier Mette Frederiksen, sociaaldemocraat, voor een strenger asielbeleid in Europa. Voor de Nederlandse premier, achterin het Europese peloton, was dat een ‘brug te ver’. Dat was meteen einde ‘rechts kabinet’.
Advies: een beetje voorzichtiger met de vakantie bij ‘die Belgen’. Het omgekeerde kan zo maar luiden: ‘Allez, daar komen die onnozele Ollanders weer af’.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!