Ophouden naïef te zijn: Italiaanse lessen voor Nederlandse misdaadbestrijders

WERDMOLDER080423-Italië
De ministers Yeşilgöz en Weerwind op bezoek bij een Italiaanse collega. (Beeld: ministerie J &V)

Nederland begint steeds meer te lijken op Italië, met clans van machtige, niets ontziende criminelen. Zij hebben een mentaliteit die te vergelijken is met die van de Italiaanse maffia. Dit soort criminelen, onder wie Willem Holleeder en Ridouan Taghi, zet alles in het werk om tegenstanders,  concurrenten en getuigen te intimideren en desnoods fysiek uit te schakelen.

Dit type crimineel beschikt zelfs over invloed en slagkracht als hij gevangen zit in een Extra Beveiligde Inrichting (EBI), zoals die in Vught. Er bestaat een redelijk vermoeden dat Taghi vanuit  de gevangenis opdracht heeft gegeven tot de moorden op de broer van de kroongetuige Nabil B., op zijn advocaat Derk Wiersum en de vertrouwenspersoon Peter R. de Vries.  

De broer

‘Als ze me niet te pakken krijgen, pakken ze een broer’, zo laat Nabil B. aan justitie weten als hij in 2017 besluit om kroongetuige te worden in het grote Marengoproces. Het Openbaar Ministerie wijst Nabil B. twee gesprekspartners toe. Met de ene officier van justitie moet hij zijn kroongetuigendeal sluiten, met de ander een overeenkomst over de bescherming van hemzelf en zijn familie. Dat heeft geleid tot onwerkbare afspraken. Zo heeft ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) onlangs in een snoeihard rapport vastgesteld.

Na de moord op de broer van de kroongetuige hebben de Nederlandse opsporingsautoriteiten, en ook de huidige minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz, diverse keren advies gevraagd aan hun Italiaanse collega’s, te beginnen na de moord op Redouan B., de broer van kroongetuige Nabil B.

Volgens de Italiaanse onderzoeksrechter Nicola Gratteri moest Nederland speciale wetten aannemen en daar geen tijd mee verspillen. Minister Yeşilgöz kwam met het voorstel om de kring van kroongetuigen uit te breiden.  Dat kwam haar op harde kritiek te staan van advocaten.

Na de moorden op Derk Wiersum en Peter R. de Vries krijgt Nederland wederom veel kritiek over zich heen. ‘Nederland onderschat de maffia,’ aldus boevenvanger Gratteri. Zwaardere straffen, een betere toe- en uitrusting van de recherche, verdergaande regelgeving, complete isolering van de gevangengenomen maffiosi en meer mankracht zijn ‘de Italiaanse lessen’.

Pas na de moordaanslag op Peter R. de Vries krijgt het hogere kader van het OM in de gaten dat we in ons land te maken hebben met een ander type crimineel. Er zijn maatregelen genomen, zo meldt de hoogste baas van het OM, Gerrit van der Burg. Het OM zegt dat kroongetuigen voortaan streng worden gescreend op zaken als motivatie, psychische weerbaarheid, gedrag, toekomstmogelijkheden en beveiliging.

Bij de ‘intake’ wordt ook gekeken naar de kring rond de kroongetuige. Zo kunnen personen uit de omgeving van de getuige worden weggehaald voor de deal kan beginnen. Wie in Italië bescherming nodig heeft, kan en mag dat niet weigeren. Er wordt een zwaar advies- en toetsingstraject doorlopen voordat een deal met een kroongetuige tot stand komt.

Waarom werd beveiliging geweigerd?

Blijft de vraag waarom de dringende verzoeken van Nabil B. om persoonsbeveiliging van zijn familie tot twee keer toe zijn afgewezen. Na de moord op zijn broer zou het OM spreken over ‘een verkeerde inschatting’. Maar wat zijn toezeggingen aan een kroongetuige waard als de staat een kroongetuige, zijn familie en vertrouwenspersonen niet kan of wil beschermen?              

De Nederlandse misdaadbestrijders zouden van de Italiaanse misdaadbestrijding veel kunnen leren. De belangrijkste les is om je als misdaadbestrijder in hun positie te verplaatsen. Dat vereist grondige kennis over het functioneren van de georganiseerde misdaad en de maffia. Daar gaat het al mis, die kennis is er niet. Als officier van justitie op je vakantie het boekje Gommorra van Roberto Saviono lezen, zet geen zoden aan de dijk.

Naïviteit en onderschatting

Lange tijd was ook sprake van complete naïviteit en onderschatting. Dat blijkt wel uit de reactie van procureur-generaal Theo Hofstee in zijn afscheidsinterview in NRC (9 november 2022): ‘De dood van de broer van Nabil B. was een mokerslag voor iedereen die bij zijn deal en de totstandkoming daarvan betrokken is geweest. Wij kennen dit helemaal niet in ons professionele handelen: iemand die naar we aannemen wordt vermoord omdat hij de broer van een kroongetuige is. Het is vreselijk voor zijn familie. En het heeft grote gevolgen gehad voor onze manier van werken.’ Wat precies die gevolgen zijn komen we niet te weten.

Het OM heeft ook weinig zicht en controle op de beveiliging van getuigen en advocaten. In het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) wordt opgemerkt dat door miscommunicatie en geblunder cruciale signalen niet tijdig op de goede plek terecht kwamen. In Nederland wilden zowel Derk Wiersum als Peter R. de Vries hun eigen bescherming regelen. Zij stoorden zich aan de amateuristische fouten van de beveiligers. De Vries wilde ook geen bodyguards om zich heen omdat hij dan zijn confidentiële werk niet kon doen.

In De Volkskrant meldde De Vries dat structureel sprake is geweest van ‘escalerende tegenwerking van OM-medewerkers’. Zo was het niet mogelijk om tot basale afspraken te komen. Vanuit het oogpunt van zijn eigen veiligheid, en het feit dat De Vries geen bodyguards om zich heen duldde, had het OM moeten concluderen dat De Vries niet zou mogen optreden als vertrouwenspersoon van de kroongetuige. Wederom een blunder. En van voortschrijdend inzicht is tot nu toe weinig gebleken.

Hans Werdmölder is criminoloog en antropoloog. Hij publiceert regelmatig in Wynia’s Week. Zijn jongste boek is De Ongelijke Strijd tegen de Misdaad.

Wynia’s Week heeft een unieke formule. Iedereen kan kennis nemen van de inhoud. Dat wordt mogelijk gemaakt door de betalende abonnees, lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee? Hartelijk dank!