Rutte regeert gewoon door, dwars tegen de nieuwe werkelijkheid in

BartJanSpruyt 9-3-24
Mark Rutte met de Oekraïense president Volodymyr Zelensky, na het tekenen van een tienjarige veiligheidsovereenkomst met Oekraïne. Beeld: president.gov.ua

De situatie in politiek Den Haag begint zo langzamerhand bizarre trekken aan te nemen. En dat moet niet te lang blijven voortduren. Neem de stemmingen eerder deze week over de Europese Natuurherstelwet. Een Kamermeerderheid steunde een motie van BBB en NSC waarin de Nederlandse regering wordt opgeroepen om zich tegen deze nieuwe verordening te keren. Ook de VVD stemde voor die motie, inclusief het Kamerlid Christianne van der Wal. Zij is echter ook demissionair minister voor Natuur en Stikstof en in die hoedanigheid verdedigt zij juist deze nieuwe wet.

Vorige week schreef zij als minister een brief aan de Kamer dat de Nederlandse regering vóór de nieuwe verordening zal stemmen omdat Nederland geen ‘onbetrouwbare onderhandelingspartner’ wil zijn: in eerdere stadia van de besluitvorming zijn andere lidstaten Nederland flink tegemoet gekomen. En een tegenstem van Nederland maakt toch ook geen verschil omdat een meerderheid van de lidstaten de verordening volgende maand in Brussel toch wel zal goedkeuren. Nu staat Van der Wal voor de taak om de Kamer binnen een week te laten weten of het kabinet de door haar en haar partij gesteunde motie zal uitvoeren of niet.

Drastisch veranderde verhoudingen

De gang van zaken roept herinneringen op aan het debat over de zogeheten Spreidingswet in december vorig jaar. Een demissionaire minister die evenals Van der Wal sinds november tevens Kamerlid is, Dilan Yesilgöz, diende toen een motie in tegen haar collega-bewindspersoon (en fractiegenoot) Eric van der Burg. In de fase waarin we ons nu dus bevinden keren Kamerleden zich tegen hun eigen wetsvoorstellen en wordt zwaar gezondigd tegen een van de belangrijkste principes van collegiaal bestuur: dat het kabinet met één mond spreekt.

De oorzaak van deze verwarring is gemakkelijk aan te wijzen. Sinds november vorig jaar zijn de verhoudingen in de Tweede Kamer drastisch veranderd. De kiezer wil over rechts en heeft nadrukkelijk afgerekend met de zittende coalitie van VVD-D66-CDA-CU. Maar die oude regering draait gewoon door, officieel in ‘demissionaire status’, wat zoveel betekent als: op de winkel passen en geen nieuwe, grote beslissingen meer nemen, maar neemt ondertussen besluiten waaraan het predicaat ‘groot’ en ‘ingrijpend’ niet te ontzeggen valt.

Eind vorige maand besloot dit kabinet, dat niet meer over een meerderheid in de Kamer beschikt, om voor de komende tien jaar een veiligheidsovereenkomst met Oekraïne te sluiten. Bij het zetten van zijn handtekening onder die overeenkomst beloofde Mark Rutte Oekraïne, zo tussen neus en lippen door, nog eens 150 miljoen extra aan steun.

Hoezeer de dingen op een verwarrende wijze door elkaar lopen, bleek van de week uit de commotie die een raar wetsvoorstel van demissionair minister Hugo de Jonge opriep: daarin stond het voorstel om het woord ‘moeder’ te schrappen en te vervangen door ‘ouder uit wie het kind is geboren’. Een oud cadeautje van demissionair staatssecretaris Xandra van Huffelen.

Oude trein dendert door

En het vragenuurtje werd afgelopen dinsdag luidruchtig onderbroken door een sit-in en anti-Joodse protesten vanaf de publieke tribune, georganiseerd door pro-Palestina-activisten – en dat terwijl de nieuwe Kamer eerder al uitsprak dat de daarbij geschreeuwde leuzen strafbaar zijn. De Kamer zet ook gewoon de behandeling voort van een initiatiefwetsvoorstel over ‘conversietherapie’, waarover ik hier vorige week schreef.

Terwijl de verhoudingen al lang gewijzigd zijn, dendert de oude trein gewoon door. Er is een ongemakkelijke discrepantie tussen de nieuwe werkelijkheid en de oude die voor de belanghebbenden zo lang mogelijk mag duren.

Carte blanche

Mark Rutte schijnt zich in ieder geval als een vis in het water te voelen in deze situatie. Aan het einde van zijn vorige, derde kabinet, stelde hij gewoon een avondklok in – omdat hij immers had bedongen dat hij na de val van zijn kabinet alle nodige maatregelen wilde kunnen nemen in de strijd tegen corona.

En nu is het het dossier-Oekraïne dat niet controversieel is verklaard en claimt hij een soort carte blanche: als het de Kamer niet bevalt, moet die hem maar wegsturen. ‘Demissionair ben ik machtiger dan missionair, omdat ik nu niet meer kan worden weggestuurd’, zei Rutte drie jaar geleden. Het was een grapje. Maar toch ook weer niet.

Het demissionaire kabinet lijkt het er dus nog even van te nemen en vooral een oude agenda af te werken. Nu zouden we kunnen zeggen dat deze hoogst ongewenste situatie de schuld is van rechts zelf. Rechts won de verkiezingen, maar de vier partijen draaien nu al maanden als de spreekwoordelijke egeltjes hoogst voorzichtig om elkaar heen. Die besluiteloosheid veroorzaakt de bestendiging en de ruimte van dit demissionaire kabinet.

De formatie van een nieuw kabinet is natuurlijk ook zeer complex. En dat komt door de positie van de PVV, de winnaar van de verkiezingen. Is het populisme een probleem of een symptoom van een dieper liggend probleem? Dat laatste natuurlijk. Er wordt sinds 22 november wat af gepsychologiseerd over de geest van de PVV-stemmer, maar daarbij blijft steevast onvermeld dat allerlei zeer concrete problemen – de migratie (was het kabinet daar niet over gevallen?), de woningnood, de bestaanszekerheid – de belangrijkste oorzaak waren van de keuze voor de PVV.

Byzantijnse fase

Nu kan daarover weer worden gezegd dat de manier waarop de PVV deze problemen heeft geadresseerd, op z’n minst problematisch is. En dat de concessies die de PVV inmiddels heeft gedaan (de zeven punten uit het verslag van Ronald Plasterk) geen garantie bieden voor een blijvende en constructieve steun aan rechtsstatelijke beginselen. Het ongemak van Pieter Omtzigt is niet zo vreemd, zo niet begrijpelijk en gerechtvaardigd.

We verkeren nu dus in een hoogst byzantijnse fase (heel fascinerend, wat mij betreft), waarin ondoorgrondelijke gesprekspartners in een mysterieuze ‘informatieruimte’ van het Kamergebouw rustig en omzichtig voortmodderen door de ene na de andere regeringsvorm weg te strepen. Een rode streep is al door de optie van een gewoon meerderheidskabinet getrokken, een gedoogconstructie blijkt evenmin haalbaar zolang twee van de vier (NSC en VVD) alleen maar willen gedogen, en nu gaat het dus over een soort extraparlementaire constructie maar we weten nog niet zo goed wat dat is.

Maar het moet lukken – de hemel beware ons voor een scenario waarin het initiatief bij Frans Timmermans komt te liggen – en nu ook graag een beetje snel, want aan de ondoorzichtige en constitutioneel hoogst kwestieuze fase waarin we ons nu bevinden, moet spoedig een einde komen.

Bart Jan Spruyt is historicus en journalist. Zijn columns over politiek en samenleving verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.

Wynia’s Week verschijnt altijd, twee keer per week. Het zijn de donateurs die dat mogelijk maken. Nog geen donateur? Kijk HIER. Hartelijk dank!