Verslechterde verhouding Frankrijk–Duitsland verlamt Europese Unie

macronscholz
Emmanuel Macron en Olaf Scholz. Bron: Censor.net

Er zijn barsten gekomen in het verstandshuwelijk tussen Frankrijk en Duitsland. Liefde tussen beide landen is er nooit geweest, maar sinds het door De Gaulle en Adenauer gesloten verstandshuwelijk, het Elysée-Verdrag, waren er weinig haperingen in de Frans-Duitse as, de spil van de Europese samenwerking. Duitsland ging meestal wel akkoord met de Franse ideeën. Voornamelijk uit schuldgevoel over de Tweede Wereldoorlog en de wens de Europese samenwerking tot een succes te maken.

Met bondskanselier Scholz lijkt daar verandering in opgetreden. Duitsland is weer zelfbewust en ziet voor zichzelf een leidende rol in Europa weggelegd, inclusief op defensiegebied. Ook op andere gebieden botert het niet tussen de twee landen.

Weten de leiders van de Frans-Duitse as het bij te leggen en hun verschillen met compromisbereidheid te overbruggen of zetten zij de hakken in het zand en is met de hapering van de Frans-Duitse as ook meteen de EU verlamd?

De lakmoesproef is de EU-top van 9-11 februari a.s. Dan zullen er beslissingen genomen moeten worden over de EU-opstelling en wapenleveranties aan Oekraïne, over de relatie met China en over wel of geen EU-industriepolitiek.

Scholz

Anders dan met Merkel heft Macron geen klik met Scholz. Scholtz is van een andere partij en zijn coalitie kent een andere samenstelling dan de Grote Coalitie van Merkel. Vooral (de opstelling van) de Groenen maakt een verschil. Maar ook karakter en achtergrond van Scholz spelen een rol. Dat werd al duidelijk toen voor de eerste keer sinds WO II de jaarlijkse Elysée-Verdragbijeenkomst van Duitsland en Frankrijk werd afgelast en beide leiders fundamenteel anders bleken te denken over defensie, energiepolitiek en uitbreiding van de EU.

Defensie

Er is dus meer aan de hand dan dat de persoonlijke band tussen Macron en Scholz minder sterk is dan die tussen Macron en Merkel. De posities op diverse gebieden tussen Duitland en Frankrijk lopen steeds verder uiteen.

Een belangrijk conflictthema is defensie. Nu het wapengekletter in Europa weer hoorbaar wordt en de Oekraïne-oorlog herbewapening actueel maakt, blijkt Scholz niets te zien in de gekoesterde droom van Macron: een Europees leger onder leiding van Frankrijk. Scholz sprak vlak na de Russische inval in Oekraïne in Praag (Tjechië had het halfjaarlijkse voorzitterschap van de EU) van een Zeitenwende.

Duitsland herbewapent zelfstandig en ziet voor zichzelf in Europa een leidende rol op defensiegebied weggelegd. Een rol die tot voor kort nog volledig taboe was. Herbewapening van Duitsland, dat was toch uit den boze, de Duitse grondwet verbood het zelfs?

Tot groot ongenoegen van de Fransen herbewapent Duitsland zich bovendien met Amerikaanse systemen (waaronder ‘missile defense system’ Sky Shield) en niet met Franse of Italiaanse alternatieven als het SAMP/T Air Defense System.

Energiepolitiek

De Duitse industrie draait grotendeels op gas. Met de sancties tegen Rusland en de Russische reactie daarop kwam daar in sneltreinvaart een einde aan. Uit Rusland komt bijna geen gas meer en Noorwegen en Nederland kunnen dat gat niet volledig vullen. Spanje moest uitkomst bieden. Premier Sanchez bleek daar ook toe bereid. De twee landen sloten een overeenkomst om een pijpleiding vanuit Spanje naar Duitsland te bouwen.

Daar begonnen de strubbelingen tussen Scholz en Macron. Macron weigerde toestemming te verlenen de pijpleiding over Frans grondgebied te laten lopen. Zogenaamd omdat (fossiel) gas niet past in het Fit-For-55-klimaatplan van de EU. In werkelijkheid omdat het de (lucratieve) levering aan Duitsland van Franse atoomstroom zou verminderen.

Uiteindelijk werd wel een compromis bereikt. De pijpleiding komt er, maar niet over land. Hij moet door de zee, van Barcelona naar Marseille. In eerste instantie voor het transport van gas, maar later van waterstof. De bouw van de onderzeepijplijn duurt langer, waarmee Macron tijd koopt voor de Franse nucleaire energie. Een Europese energiepolitiek lijkt er met de tegenstelling tussen Duitsland (niet-nucleair) en Frankrijk (nucleair) echter niet in te zitten.

Uitbreiding EU

Daarnaast bleken Scholz en Macron van mening te verschillen over de uitbreiding van de EU. Duitsland wil alle 8 potentiële kandidaten (naast Oekraïne en Moldavië ook Noord-Macedonië, Albanië, Montenegro, Bosnië-Herzegovina, Servië en Kosovo) een EU-lidmaatschap in het vooruitzicht stellen. Frankrijk wil dat niet, omdat het bang is de regie te verliezen met zoveel lidstaten. Macron stelt een politieke schil rond de EU voor, een losser samenwerkingsverband met deze landen.

Afgelasting jaarlijkse bijeenkomst

Niet dat het hardop werd gezegd, maar de afzegging – later bleek het uitstel – van de jaarlijkse bijeenkomt in het kader van het Elysée-Verdrag was duidelijk debet aan de strubbelingen over deze thema’s.

Het 60-jarig jubileum van het verdrag werd overigens afgelopen zondag alsnog gevierd. De voltallige Duitse ministersploeg reisde af naar Frankrijk. Een definitieve afzegging wilde Scholz niet op z’n geweten hebben. Beide landen moeten tenslotte samen weer verder. Zonder de Frans-Duitse ‘compromismachine’, zoals Scholz de onderlinge samenwerking betitelde, komen de 27 lidstaten van de EU niet tot overeenstemming.

Macron probeerde van zijn kant ook een positieve toon aan te slaan. Met een referentie aan de beroemde uitspraak van Goethe (in Faust) sprak hij over de Frans-Duitse relatie als ‘Zwei seelen in einer Brust’.

China

Niet lang na de afzegging van de Elysée-bijeenkomst bracht Scholz een bezoek aan China. Macron had aangeboden mee te gaan, maar dat werd vriendelijk afgewezen. De EU-houding tegenover China, inclusief die van Frankrijk, was verslechterd. Men zag in China niet langer de gedroomde handelspartner. Evenals de VS wordt China steeds meer als een ‘systemic rival’ gezien.

China is voor Duitsland echter een zeer belangrijke afzetmarkt. Scholz wilde die niet op het spel zetten en toog naar China. Hij nam de kou uit de lucht en stond zelfs toe dat China een aandeel nam in de haven van Hamburg.

Deze Duitse alleingang werd door Macron niet bepaald op prijs gesteld.

Industriepolitiek

Waar beide landen elkaar beter vinden is op het gebied van de industriepolitiek. De ambitie van de EU om op gebieden waar de Amerikaanse multinationals in Europa de dienst uitmaken eigen firma’s te bevoordelen (Europe First) is groot. Men wil voorkomen dat Amerikaanse bedrijven, gesteund door het recente IRA-hulppakket van Biden (America First), Europese firma’s wegconcurreren. Duitsland en Frankrijk zullen als grote landen relatief het meest van een EU-industriepolitiek profiteren.

Maar ook hier lopen de belangen uiteen. Zo lazen we in het FD dat er een Duits-Amerikaanse chipsfabriek van 3 miljard euro komt. Macron had ongetwijfeld graag een dergelijke fabriek gezien in een Frans-Duitse samenwerking.

Over het toestaan in de EU van industriepolitiek – van subsidies aan bedrijven – zijn beide landen het echter volledig eens. Zij pleiten er allebei voor de mededingingswetgeving aan te passen. Volgens de EU-verdragen is staatssteun verboden.

Begrotingsunie

Minder enthousiast is Duitsland over de wens van Frankrijk om van de EU een begrotingsunie te maken. Macron pleit daar al voor sinds zijn Sorbonne-rede, maar Duitland gaat dat te ver. Ten eerste dient Duitsland de rekening te betalen voor een dergelijke transferunie – en Duitsland is al de grootste netto-bijdrager aan de EU – maar tevens is men beducht dat een begrotingsunie een werktuig wordt van Frankrijk om zijn regisserende rol in de EU te versterken. De beoogde minister van financiën van de begrotingsunie zou ongetwijfeld een Fransman worden en in het bestuur hebben de netto-ontvangers een meerderheid (er zijn meer landen netto-ontvanger dan netto-bijdrager). Omdat elke lidstaat 1 stem heft, kunnen de netto-ontvangers de facto beslissen over de Duitse portemonee.

Consequenties voor de EU

Zonder een goed functionerende Frans-Duitse as is de EU verlamd. Als de twee grote landen het met elkaar eens zijn, volgt meestal de rest. Kunnen zij het niet met elkaar eens worden, dan gebeurt er niets.

De haperende as zal betekenen dat de federalisten pas op de plaats zullen moeten maken. Een Europees leger met een eigen Europese wapenindustrie is niet in zicht, een Europese energiepolitiek, zoals Commissie-voorzitster Von der Leyen promoot komt er evenmin, met als resultaat dat ook het EU-klimaatbeleid weinig effect zal sorteren, en een begrotingsunie is ver weg. Alleen een EU-industriepolitiek maakt een kans om handen en voeten te krijgen, hoewel Duitsland niet in zal stemmen met het door de Commissie voorgestelde EU-sovereignty fund.

De steeds nauwere Europese samenwerking, de ‘Ever Closer Union’, lijkt in de wacht te worden gezet. Bij het begin van de Oekraïne-oorlog leek het er even op dat de EU-lidstaten als gevolg van de oorlog nader tot elkaar kwamen. De strubbelingen tussen Duitsland en Frankrijk hebben echter roet in het eten (van de federalisten) gegooid.

Consequenties voor de NAVO

Voor de NAVO betekenen de Frans-Duitse strubbelingen juist een versterking. Duitsland gaat niet mee met de Franse wens een EU-alternatief (onder Franse leiding) voor de NAVO te ontwikkelen en houdt vast aan de Atlantische band. De meeste lidstaten, Duitsland incluis, halen vanwege de Oekraïne-oorlog eindelijk de in NAVO-verband afgesproken 2% BNP-defensieuitgave.

De Nederlandse regering heeft onder Rutte IV (met D66 voor wat betreft het EU-beleid in de ‘driving seat’) de neiging zich aan te sluiten bij de Frans-Duitse as en kijkt vooral naar Frankrijk. Rutte en Macron lijken dikke vrienden.

Het initiatief van de Hanze 8 van voormalig minister van Financiën Wopke Hoekstra is een stille dood gestorven en van de ‘zuinige 4’ met Nederland in de voortrekkersstoel wordt evenmin meer iets vernomen.

Nu de Frans-Duitse as hapert zal de Nederlandse regering z’n ‘mind’ moeten opmaken. Een voor de hand liggende modus operandi zou zijn andere bondgenoten zoeken om de Nederlandse belangen te behartigen. Met de huidige (D66) regering zie ik dat echter niet gebeuren, maar wellicht met de volgende …

Johannes Vervloed was gedurende bijna vier decennia verbonden aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, met als standplaatsen onder meer Jakarta, Sint-Petersburg en Parijs.

Wynia’s Week verschijnt twee keer per week, 104 keer per jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!