Waarom NL beter samen met Noorwegen en Zwitserland in een vrijhandelszone kan

BATEN-coverfoto Europees Verval

Als oprichtende lidstaat van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in 1952 kent Nederland al een lange geschiedenis binnen de Europese integratie. Een optimale samenwerking is het nooit geweest, de kritiek wordt dan ook steeds groter de afgelopen jaren.Toch wordt kritiek vaak weggezet als ‘doemdenken’ en ‘extreemrechts’. Waarom is er geen ruimte voor een maatschappelijk debat over het Nederlandse lidmaatschap van de Europese Unie?

Euroscepsis

Sinds de crisis van 2008 zien we een groeiend eurosceptisch geluid binnen de EU-lidstaten. Er zijn verschillende soorten euroscepsis te vinden alleen al in Nederland, zo kennen we bijvoorbeeld het Deense opt-out model, een ‘harde’ Nexit en een lidmaatschap aan de Europese Vrijhandelsassociatie

Het euroscepsis is dan ook niet te zien als een eenheidsworst, er is veel onderlinge verdeeldheid te vinden. De euroscepsis is in te delen op basis van een vier categorieën met ieder eigen kenmerken.

1. Het federalistische protest richt zich op de structuur van de Europese Unie. Deze structuur wordt wel erkend, maar de kritiek is tegen meer Europese integratie op het federalistische model.
2. Euro-revisionisme of een eurokritische positie komt overeen met de wens om Europese verdragen te herschikken en vormt daarom op zichzelf geen afwijzing van de Europese constructie.
3. Eurosceptisch pragmatisme is theoretisch tegengesteld aan het Europese idee, maar werkt samen met de huidige Europese Unie door er vanuit een soeverein perspectief het beste van te maken.
Ten slotte verwerpt alleen radicale euroscepsis zowel het Europese idee in zijn ontstaan als de resulterende Europese Unie.

Binnen de Nederlandse politiek zien we veelal dat het eurosceptisch geluid vertolkt wordt volgens de vierde categorie, neem als voorbeeld de PVV van Geert Wilders. Al jaren staat een ‘harde’ Nexit prominent op het verkiezingsprogramma van de PVV, in het Europees Parlement zit de PVV niet voor niets bij de partijen van Salvini en Le Pen in de fel-eurosceptische fractie Identity and Democracy.

Europese Vrijhandelsassociatie

Al jaren vertellen politici ons dat we zonder een lidmaatschap van de Europese Unie geen handel meer kunnen bedrijven zoals we dat nu doen. De Europese interne markt is dan ook van groot belang voor Nederland, zo’n 71% van de Nederlandse export gaat naar landen binnen de zogenaamde Europese Economische Ruimte. Wanneer we geen toegang meer hebben tot deze interne markt gaan we als doorvoerland een groot deel van onze export verliezen, het is noodzakelijk om toegang te houden.

Hoe kunnen we een positie afdwingen waarbij we de Europese Unie afstoten maar wel toegang tot de interne markt behouden? Dat is mogelijk door een uitzondering die opgenomen is in de overeenkomst van de Europese Economische Ruimte. Lidstaten van de Europese Unie hebben automatisch toegang tot de Europese Economische Ruimte. Echter, krachtens artikel 2, lid 1, sub b, van de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte hebben de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie ook toegang tot de Europese Economische Ruimte.

Deze uitzondering opent de deur voor een betere positionering voor Nederland binnen een Europees samenwerkingsverband waarbij de grootste nadelen vervallen en de grootste voordelen behouden blijven. Door toe te treden tot de Europese Vrijhandelsassociatie vervallen de volgende beleidsterreinen ten opzichte van het huidige EU-lidmaatschap:

  • Gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid (hoewel de overeenkomst bepalingen bevat over verschillende aspecten van de handel in landbouw- en visproducten)
  • Douane-unie
  • Gemeenschappelijk handelsbeleid
  • Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
  • Raad Justitie en Binnenlandse zaken
  • Monetaire Unie (EMU)

Een lidmaatschap aan de Europese Vrijhandelsassociatie zorgt er dan ook voor dat Nederland de handel behoudt maar tevens de grootste nadelen afstoot. Geen staatssteun meer naar Zuid-Europa door middel van het ESM, geen Nederlands geld meer naar Italiaanse banken en geen directe doorwerking meer van het EU-recht.

Een samenwerkingsverband op basis van handel met Noorwegen, Zwitserland, IJsland en Liechtenstein is voor Nederland veel voordeliger. Deze landen hebben ongeveer hetzelfde bbp per capita als Nederland, hebben een soortgelijke cultuur en werken alleen samen om handel te drijven.

De Europese Vrijhandelsassociatie is dan ook een goed voorbeeld van de derde categorie van het euroscepsis: Wel tegen de EU, maar toch samenwerken met de huidige Europese Unie om er vanuit een soeverein perspectief het beste van te maken. Nederland kan dan ook gewoon lid worden van deze club, misschien zijn de Britten ons binnenkort nog wel voor. Dan resteert er nog maar één vraag: Welke politieke partij neemt de Europese Vrijhandelsassociatie in haar verkiezingsprogramma op voor de komende verkiezingen?

Over dit onderwerp heb ik een boek geschreven: ‘Europees Verval’. In dit boek worden de grootste problemen van de huidige Europese Unie voor Nederland benoemt en uitgewerkt, verder wordt het Europese Vrijhandelsassociatie idee tot in de puntjes verhelderd. ‘Europees Verval’ is te koop via Europeesverval.nl en in de boekhandel. Met een voorwoord van Syp Wynia!