Boris Johnson: Een Geboren Gokker. Voor wie écht niet kan wachten op de ‘officiële’ biografie

boris-johnson-in-1990-in-brussel
Boris Johnson in 1990 in Brussel, als correspondent van The Daily Telegraph.

De biografie ‘Boris Johnson: Een Geboren Gokker’ door Tom Bower leest meer als een karakterschets dan als grondige historische beoordeling. Het kan ook niet anders, omdat Johnson pas recent is aangetreden. Hoe kun je een politicus beoordelen voordat hij er zijn eerste ambt op heeft zitten, behalve met een prognose: wat weten van de man, hoe is zijn karakter, wat kunnen we van hem verwachten?

Normaliter staat Bower bekend als de ‘huurmoordenaar’ omdat zijn ongeautoriseerde biografieën fel zijn en uitkomen op het meest ongunstigste moment voor het onderwerp. Zijn biografie van ‘BoJo’ is anders, misschien omdat Bower’s vrouw goed met Johnson bevriend is. Hoewel hij Johnson’s karakterfouten en misstappen erkent, presenteert hij hem in een positief licht. Alsof hij wil zeggen: ‘ondanks’ deze onbenullige foutjes, doet Johnson het uitstekend.

Dit begint al met de vergelijking tussen Boris Johnson en zijn vader Stanley. Veel slechte karaktereigenschappen heeft Boris Johnson van zijn vader overgenomen: rokkenjagen, tomeloze ambitie gecombineerd met onwilligheid om hard te werken. Zijn anti-EU houding zou zelfs een diepe psychologische oorzaak hebben omdat zijn jeugd in Brussel, waar zijn vader voor de Europese Commissie werkte, ontzettend ongelukkig was. De merkwaardige jeugd die Boris Johnson heeft gehad, blijft hem als een donkere wolk zijn hele leven lang achtervolgen – maar in tegenstelling tot zijn vader boekt hij wel grote successen.

Een schelmenroman

Het boek bestaat uit vier delen: Johnson’s jeugd en carrière als journalist; zijn rol als burgemeester van Londen; zijn periode in het kabinet; en zijn premierschap tot aan – ongeveer – medio-2020 met Covid-19 als centraal onderwerp.

Het eerste deel leest als een schelmenroman: met sympathieke brutaliteit banjert Boris Johnson door Eton en Oxford, wint en verliest hij zijn eerste baan als Times-journalist, en rapporteert daarna voor de Telegraph over de EU. Zijn stijl van EU-rapportages slaat aan: een anders droog onderwerp wordt sappig en humoristisch, hij karakteriseert de EU als een schertsbureaucratie die wil reguleren hoe krom bananen precies mogen zijn.

Johnson raakt er enorm bekend door, alsook door zijn felle tegenstand tegen het Verdrag van Maastricht. Het deert hem niet dat hij vaak een loopje nam met de waarheid om zijn verhalen wat pit te geven. Johnson’s bekendheid geeft hem wind in de zeilen: hij wordt hoofdredacteur van het tijdschrift the Spectator, verkozen in het Lagerhuis, en kandidaat voor het burgemeesterschap van Londen.

Terugkerende thema’s

In dit eerste deel krijgen we een inkijkje in vier belangrijke thema’s in het leven van Johnson: zijn euroscepticisme, zijn behaagzieke doch tegendraadse karakter, zijn gebrek aan organisatie, en de vrouwen in zijn leven.

De discussies lopen hoog op als het op Johnson’s euroscepticisme aankomt: was hij altijd al eurosceptisch, of werd hij dat in 2016 pas toen het hem de beste kans bood om een gooi naar het premierschap te doen? Tom Bower zegt het niet expliciet, maar lijkt te suggeren dat Johnson’s euroscepticisme oprecht is. Hij identificeert kantelpunten waar Johnson de centraliserende tendens van de EU voorziet en er van schrikt.

Deze tijd als EU-correspondent in Brussel is ook typerend voor Johnson: enerzijds leeft hij voor de adoratie van zijn fans, anderzijds wordt hij omschreven als een ‘acteur… [en die] herinneren zich altijd die ene persoon in het publiek die níét klapte.’ Het probleem van Johnson lijkt eerder te zijn dat hij een cabaretier is, die alleen ten koste van één deel van zijn publiek grapjes kan maken. Na afloop van de show rent hij dan op de geschoffeerde toeschouwers af om alles met een grapje goed te praten.

Ten derde wordt Johnson omschreven als een man met een chaotische, ongedisciplineerde werkstijl. Als hij het leuk vindt, kan hij hard werken en op de details letten – maar anders niet. Deadlines worden niet gehaald, zijn eerste baan bij consultancy LEK vindt hij na een week al niet leuk want hij viel in slaap van het kijken naar grafieken. Niet voor niets heet het tweede deel van het boek ‘de eerste keer in zijn leven dat hij moest werken’.

En als vierde punt: Johnson’s complexe relatie met vrouwen. In het eerste deel scheidt hij van Allegra Mostyn-Owens, zijn eerste vrouw, om met jeugdvriendin Marina Wheeler te trouwen. Zij is de moeder van zijn kinderen, maar het duurt niet lang voor hij wéér aan een affaire begint. Affaires, het goedmaken, en nog meer affaires is een terugkerend thema in het leven van Johnson.

Burgemeester, minister, premier: delen twee tot en met vier

Johnson wint nipt de verkiezingen van de omstreden Ken Livingstone en begint in 2008 als burgemeester van Londen. Een aantal onderwerpen zullen zijn burgemeesterschap definiëren: de Olympische Spelen; criminaliteit en het functioneren van de politie; woningnood.

Dankzij goede adjudanten blijft de schade van Johnson’s chaotische managementstijl beperkt. De wissel van burgemeesters werkt ook heilzaam voor het functioneren van stadhuis: onder Livingstone ontstond er een disfunctionele cultuur die te veel op vriendjespolitiek dan beleid afging.

Het interessantste onderdeel is Johnson’s relatie met de rest van de Conservatieve partij, in het bijzonder David Cameron. Johnson’s populariteit en bekendheid worden gestut door zijn ongrijpbaarheid. Hij is populair omdat hij tegen de orthodoxie van de Conservatieve partij ingaat. De partij maakt dankbaar gebruik van die populariteit om in 2010 de verkiezingen nipt te winnen, maar ergert zich aan zijn stellingname en onvoorspelbare gedrag.

Het besef dat Johnson niet én populair kan zijn én naar hun pijpen kan dansen, lijkt de partijtop te ontgaan. Bower beeldt Cameron af als een managementconsultant die op basis van peilinguitkomsten beslissingen neemt, Johnson als een man die gevoel heeft voor wat er onder de mensen leeft.

Ditzelfde gevoel zou Johnson er toe hebben geleid om in 2016 zijn gewicht te werpen achter Vote Leave, de campagne om bij het Brexit-referendum in te stemmen met het verlaten van de EU. Bower presenteert dit als een principiële keuze van Johnson, gedreven door zijn oprechte euroscepticisme dat in het eerste deel al wordt aangevoerd.

Bower leidt ons langs de domino’s die achter elkaar omvallen na het referendum: de machtsstrijd die ontstaat als Cameron zijn ontslag indient; Johnson’s beslissing zich niet kandidaat te stellen.

Vanaf deel drie: zijn periode als minister van Buitenlandse Zaken; zijn rebelse houding ten opzichte van Theresa May en haar soft Brexit-beleid; en zijn succesvolle greep naar het hoogste ambt.

Uiteraard blijven zijn meerdere affaires en de scheiding van zijn vrouw Marina Wheeler niet onbenoemd. In het laatste deel van het boek worden in twee hoofdstukken, ‘Covid I’ en ‘Covid II’ zijn leiderschap bij het uitbreken van de Covid-crisis behandeld.

Moeilijk een oordeel te vellen

De laatste drie delen van het boek lezen soms als een serie krantenkoppen die na elkaar worden voorgelezen. Het zou gemakkelijker te volgen zijn geweest als Tom Bower overkoepelende thema’s identificeerde om de lezer door het boek te loodsen. Ook is het boek duidelijk voor een Brits publiek geschreven: zo wordt uitgelegd dat Berlusconi die bunga-bunga Italiaanse premier is (je mag toch verwachten dat men dit weet), maar wordt er verwacht dat de lezer al bekend is met meerdere Britse personages.

Pas over drie jaar zijn er weer verkiezing voor het Britse Lagerhuis en Bower weerhoudt zich ervan een duidelijk negatief of positief oordeel te vellen over Johnson. Het is duidelijk dat hij neigt naar positief: Johnson’s miskleunen als (eerste) minister worden geweten aan zijn misplaatst vertrouwen in experts binnen de regering. Hij heeft er duidelijk ontzag voor dat Johnson het aandurfde stelling te nemen voor Brexit. Hierdoor vraag je je soms af: worden beide kanten van het verhaal wel gepresenteerd?

Een sobere beoordeling van Johnson zal pas over decennia mogelijk zijn, als de gevolgen van Brexit goed in te schatten zijn. Die biograaf zal, waarschijnlijk met een klein legertje aan assistenten, ruim de tijd kunnen nemen om Johnson te analyseren. Wie een historisch verantwoorde biografie van Johnson wil lezen, zal hier op moeten wachten. Wie een journalistische biografie zoekt, die ondanks wat schoonheidsfoutjes wel lekker weg leest, is met ‘Boris Johnson: Een Geboren Gokker’ aan het goede adres.