Minister Kaag is een slechte, egoïstische onderhandelaar

kaag
Minister Sigrid Kaag (D66) hield een pro-Europa-speech in Maastricht terwijl ze eigenlijk in de Tweede Kamer werd verwacht.

Minister Kaag van Financiën (D66) spijbelde bij het vragenuur in de Tweede Kamer, hield liever op dat moment een toespraak in Maastricht en herhaalde daar één harde belofte:  ‘Wij willen in Europa nummer 1 zijn. Wij gaan verder dan de plannen van de Europese Commissie en zetten in op 60 procent minder CO2 in 2030’.

Dat deed Kaag om een paaltje te slaan voor de nog komende discussies in het kabinet – deze harde uitspraak valt op als het enige concrete cijfer tussen haar nietszeggende (maar wel prachtig in het Engels gedeclameerde) gemeenplaatsen over Europa.

De minister wilde een week voor een verkiezing de activisten van D66 blij maken, maar is kennelijk onverschillig dat zo’n claim helemaal fout is voor een minister van Financiën. In mijn eigen drie maanden in de Trêveszaal twintig jaar geleden zag ik minister van Financiën Hans Hoogervorst aan het werk.

Hoogervorst luisterde naar de diverse claims voor meer geld van de collega’s, tastte af hoeveel steun die kregen van de ministers van andere partijen en beloofde dan dat hij ‘er goed naar zou kijken’, of (sterker) ‘iets aan zou doen’, of (nog sterker) ‘zou meenemen’. Dat was bekwaam en collegiaal.

Kaags keiharde claim

Kaag doet het andersom. Terwijl deze week alle collega’s nog voorzichtig zijn met beloftes over de benzine, de energierekening, het verlies aan koopkracht, en zelfs over de omvang van de defensiebegroting, wetend dat vier coalitiepartijen nog hun afwegingen moeten maken, komt de minister van Financiën als enige met een keiharde claim voor haar D66 -stokpaard.

Als andere ministers hun wensen toelichten, en Kaag dan beweert dat er geen geld voor is, kan dat zijn omdat zij egoïstisch de D66-wens om nummer één te zijn in Europa met CO2 alvast aan de vergadertafel heeft vastgenageld. Zo bouw je niet aan cohesie in het kabinet.

De claim van Kaag om ondanks de oorlog, de inflatie en de energiecrisis niettemin vast te houden aan record-uitgaven tegen CO2 is giftig voor de verhoudingen in Den Haag en ook helemaal fout en ondoordacht voor het bedrijfsleven en de economie.

Acht jaar onzekerheid

Niemand heeft enig idee hoeveel kosten, nieuwe regels en verboden Kaags belofte gaat inhouden voor Schiphol en de KLM, voor de kassen in het Westland en voor alle bedrijven die dan moeten uitwijken naar het buitenland omdat Nederland voor hen te duur wordt.

Ergens in West-Europa zullen we aluminium willen maken; met zo’n extreme doelstelling voor minder CO2 creëert de minister acht jaar onzekerheid of dat economisch nog kan in Delfzijl of niet. (Zie ook de fundamentele kritiek van Maarten van Andel hier in Wynia’s Week) .

Minister of partijleider?

Als minister Kaag wat minder kon denken aan haar positie in D66 en wat meer aan het bedrijfsleven en de ‘gewone’ mensen, dan zou zij zien dat CO2-beleid met Nederland als koploper – toch al controversieel – ten minste moet proberen om zo min mogelijk onzekerheid te scheppen voor de economie.

Een tijdpad voor de beprijzing van CO2 tot het jaar 2030 bij voorbeeld is iets waar bedrijven mee kunnen rekenen en wat niet onnodige schade aanricht wanneer het parallel loopt met de buurlanden. Bij een belofte over de totale uitstoot, waarbij niemand kan weten wat dat inhoudt aan concrete maatregelen, speciaal wanneer 2030 dichterbij komt, is de onzekerheid en dus de schade voor het bedrijfsleven veel groter.

Zelfde benzineprijs als in de buurlanden

Een goed uitgangspunt voor energiebeleid is om serieuze maatregelen aan te kondigen, maar die zo te formuleren dat de schade voor bedrijfsleven en economie zo gering mogelijk blijft. Kaag kan bijvoorbeeld overwegen om de benzine en de diesel hier in Nederland te kalibreren op een gemiddelde van onze twee buurlanden België en Duitsland. Dat zou nu een verlaging inhouden van zo’n 0.15 euro per liter. Een prijs in lijn met de buurlanden vermindert het risico op smokkel, tanken over de grens, en bedrijfsbeslissingen om het in Nederland maar op te geven.

Harmonisering met de buurlanden kost geld, want onze benzineprijs is nu nog de hoogste, en de minister kan niet van te voren weten hoeveel geld. Maar zij kan makkelijk omgaan met die onzekerheid want de benzineaccijns is slechts drie procent van de totale ontvangsten van de overheid. Zo’n simpele regel – benzine niet duurder dan in België en Duitsland – kunnen we tot 2030 volhouden. Een prijsplafond of een prijsgarantie zullen altijd tijdelijk zijn en kunnen bezwijken wanneer de prijs van energie nog meer stijgt.

Maatwerk kan hier niet

Ook suggesties om de gemeenten te laten beoordelen wie in aanmerking komt voor een tijdelijke subsidie voor de energiekosten zijn fout vanuit het perspectief dat de overheid zo min mogelijk extra onzekerheid moet creëren. Hebben de gemeenten genoeg ambtenaren? Moet de Belastingdienst helpen?

Gaat de steun van 200 euro naar 0 als iemand net iets meer gaat verdienen? Moeten mensen de steun terugbetalen als ze een financiële meevaller hebben? Veel te riskant om na de schandalen met de Belastingdienst toch weer de ambtenaren individueel maatwerk op te dragen.

Liever een eenvoudige maatregel die geen uitvoeringkosten heeft. Het kabinet zou alle energiebedrijven kunnen opdragen om hun maandelijkse voorschotten te verminderen in ruil voor een bijdrage van het Rijk. Een uniforme afspraak met 38 energiebedrijven lijkt makkelijker dan afspraken op het gemeentehuis voor twee miljoen Nederlanders met een laag inkomen maar hoge uitgaven aan energie.

Oorlog in Oekraïne. Kinderen die niet goed kunnen lezen na twee jaar gebrekkig onderwijs vanwege covid. Een benzineprijs naar euro 2.50 per liter. Energie die 200 (straks 400?) euro per maand meer gaat kosten. Lange wachtlijsten in de zorg door te weinig personeel.

En dan olifant Kaag in de porseleinkast aan de Hofvijver. Laat ze Hans Hoogervorst vragen om haar uit te leggen hoe je als minister van Financiën behoort om te gaan met je collega’s.

Iedere week verschijnt er een nieuwe, scherpe column van Eduard Bomhoff in Wynia’s Week. Steunt u ook de broodnodige, onafhankelijke berichtgeving van Wynia’s Week? Graag! Doneren kan HIER. Hartelijk dank!