Afschot wolf is gelukkig geen taboe meer

OswinSchneeweisz 26-7-25-scaled
Beeld: agraaf.nl.

Woensdag 23 juli is de dag dat de rechter in Utrecht het bezwaar van Animal Rights en de Faunabescherming tegen afschot van de wolf die onlangs een vrouw beet op Landgoed Den Treek naar de prullenbak verwees. Dit is ook de dag dat in Vierhouten een wolf een Friese Stabij pakte, die met zijn baas aan het wandelen was, en meesleurde het bos in. Terwijl ik deze woorden schrijf ligt het dier zwaar gehavend op de operatietafel bij een dierenarts en wordt bekeken of er nog iets te redden valt.  

De twee pro-wolfclubs haalden eerder al bakzeil in de provincie Gelderland. Ook daar maakten ze bezwaar tegen afschot en verwees de rechter hun argumenten naar de schroothoop. En terecht, want zoals Wouter Roorda en ik in ons boek De Nederwolf al eerder schreven: zonder beheer gaat het in dit land niet lukken.  

Geen taboe meer 

Het is wellicht goed om een en ander eens in internationaal perspectief te bekijken. Gisteren was de dag dat in het Spaanse Cantabrië het Hooggerechtshof het beroep dat was aangespannen door dierenactivisten van tafel veegde. De afdeling Administratieve Rechtspraak van het Hooggerechtshof van Cantabrië (TSJC) verwierp een beroep tot heroverweging, ingediend door het Platform voor de Verdediging van het Cantabrische Gebergte en Ecologen in Actie, tegen een eerdere uitspraak van datzelfde hof. De gevraagde voorzorgs-opschorting van het quotum voor de jacht op wolven voor het seizoen 2025-2026 werd verworpen. Er mogen daar dus nu 41 wolven afgeschoten worden.  

In Duitsland riepen de deelstaten recentelijk de regering op om de wolf gemakkelijker en sneller te kunnen afschieten. Ze willen meer ruimte voor afschot. Het water staat boeren en schapenhouders inmiddels tot aan de lippen. Europabreed zien we dus eenzelfde tendens: de roep om ingrijpen wordt luider. Afschot is geen taboe meer.  

Ook in ons land beginnen steeds meer mensen te beseffen dat al die voorspellingen die zogenaamde wolvenkenners ooit in de media deden je reinste lariekoek zijn. Wolven zouden geen huisdieren aanvallen, wolven zouden zelden vee aanvallen enzovoort. Het is allemaal niet waar gebleken. De waarheid is dat niemand weet hoe wolven zich gedragen in een klein, volgebouwd landje als Nederland en dat we dus een experiment in zijn gerommeld waarvan niemand de uitkomst kent.  

Onlangs publiceerde de Zwitserse site Les Observateurs een artikel van de hand van de Engelse ‘natuurwetenschapper’ Lynda Brook waarin zij keihard stelling neemt tegen het huidige talmende beleid. Ze spreekt van een enorme desinformatiecampagne die tot op de dag van vandaag voortduurt. ‘Een desinformatiecampagne die opzettelijk in stand is gehouden door degenen die vreesden dat geldige informatie over de gevaren van de wolf de herintroductie- en beschermingsprojecten zou belemmeren.’ Een kritische kanttekening is op zijn plek, want bij navraag blijkt niemand te weten wie deze Brook is en aan welke instituten ze als ‘natuurwetenschapper’ verbonden is. Zelfs ChatGPT niet. Het is dus ook niet duidelijk welke agenda Brook op zak heeft.  

Verleiding 

Brook doet echter wel een aantal opmerkelijke uitspraken. Bijvoorbeeld dat aanvallen van wolven in de VS niet te wijten zijn aan een gebrek aan prooidieren ter plaatse, maar aan gunstige omstandigheden. Als de wolf te dicht bij huizen, huisdieren en mensen komt, of te dicht bij veehouderijen en herders, is hij vatbaar voor wat zij noemt ‘verleiding’. Dat geeft te denken over ons Wolvenplan 2025. Daarin staat dat ‘pas mag worden ingegrepen als een wolf meerdere keren binnen dertig meter van bewoonde huizen is gesignaleerd en er sprake is van verschillende incidenten binnen enkele weken in hetzelfde gebied’.  

Herhaalde blootstelling aan mensen heeft gewenning tot gevolg. Deze gewenning en de strenge beperkingen op afschot leiden uiteindelijk tot het verlies van angst bij de wolf. En dat is dan weer de voedingsbodem voor incidenten. Brook stelt dat het agressiepercentage van wolven in Noord-Amerika, dat vroeger erg laag was, de afgelopen jaren is gestegen. Ook in Europa zijn volgens Brook aanvallen van wolven niet te wijten aan een gebrek aan prooidieren ter plaatse, maar aan gunstige omstandigheden.  

Verder bekritiseert Brook de Franse vertaling van het wetenschappelijke rapport van Linnal et al. uit 2002. Zij stelt dat cruciale citaten of formuleringen zijn gecensureerd of aangepast, met als doel een minder alarmistisch beeld neer te zetten. Maar wie dat rapport (The fear of wolves: A review of wolf attacks on humans, 2002) er op naleest moet wel tot de conclusie komen dat het helemaal niet zo alarmistisch is. Weliswaar geven de onderzoekers een uitgebreid overzicht van aanvallen op mensen, kinderen en dieren in verschillende landen en in verschillende eeuwen, maar ze concluderen ook dat deze aanvallen vandaag de dag relatief weinig voorkomen. Het lijkt er dus op dat Brook zelf de data ietwat manipuleert.  

Radicaal afschotbeleid nog stap te ver  

De auteurs van het rapport concluderen dat de kans op wolvenaanvallen in Europa en Noord-Amerika erg laag is. Maar ze concluderen ook nog iets anders. Ze doen de aanbeveling dat elke wolf die zijn angst voor mensen lijkt te verliezen of zich op een agressieve manier gedraagt direct en onmiddellijk afgeschoten moet worden. Brook doet daar nog een schep bovenop. Zij stelt dat radicaal afschotbeleid, waarbij gehele roedels worden afgeschoten, de enige manier is om wolven in de buurt van vee en mensen te laten leven. Dat is wel even iets anders dan alleen ‘een probleemwolf afschieten na herhaalde incidenten binnen dertig meter van bewoonde huizen’.  

Voor Nederland lijkt die radicale aanpak (nog) een stap te ver. Voorlopig zou het al heel wat zijn als we in plaats van de overheidsdoctrine ‘samenleven met wolven’ ons meer zouden gaan focussen op hoe we beter niet kunnen samenleven met wolven.  

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk.Doet u mee? Hartelijk dank!