Hoe de ‘natuurherstelmaffia’ oprukt in Overijssel

schepel
Lemselermaten, een Natura 2000-gebied in de Overijsselse gemeente Dinkelland, ten zuidoosten van het dorp Weerselo. Foto: provincie Overijssel.

In Wynia’s Week bracht ik vorige week in kaart hoe Nederland stuurt op een verlaging van de stikstofneerslag en een toename van het aantal bijzondere soorten in natuurgebieden zónder dat Europa dat van ons vraagt.

Deze keer wil ik het hebben over de vergroting van natuurgebieden. Ook hier wordt dankbaar gebruik gemaakt van het stikstof-frame. Als voorbeeld neem ik de gang van zaken in en rond het Natura2000-gebied Lemselermaten in Overijssel (56 hectare), maar een zelfde proces vindt ook plaats rond diverse andere Nederlandse natuurgebieden.

Op 2 juli werd door Provinciale Staten van Overijssel het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) Lemselermaten aangenomen. Volgens de toelichting van Gedeputeerde Staten ‘zijn er maatregelen nodig om de natuur in dit gebied te herstellen en te versterken. Dit komt voort uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en is een verplichte opgave’. Maar dat klopt niet. Verplicht is dat de natuur niet verslechtert – en dat is iets anders.

Grootschalige werkzaamheden

Onderdelen van het plan zijn een uitbreiding van het natuurgebied met 68 hectare en ingrijpende ‘natuurherstel’-werkzaamheden zoals het verondiepen en dempen van beken, greppels en sloten, het beperken van bemesting op gronden rondom het gebied, het afschrapen (plaggen) van de bovenste grondlaag en het verwijderen van bomen.

Dat voor deze grootschalige werkzaamheden de inzet van veel bulldozers en andere machines noodzakelijk is, spreekt voor zich. Daarbij moet echter worden bedacht dat de Lemselermaten een van de laatste stukjes ‘woeste grond’ in Nederland is. Als je daar met bulldozers en zware machines aan de gang gaat, weet je bij voorbaat zeker dat je veel kapot maakt. Het is vervolgens afwachten wat er voor in de plaats komt.

In 2017 was het pad voor de operatie al geëffend met een gebiedsanalyse en duurbetaalde rapporten van KWR Watercycle Research Institute, Witteveen & Bos en Royal Haskoning. Om het PIP verder te onderbouwen – maar ook en niet in de laatste plaats om eventueel verzet in de kiem te smoren – zijn daarna negentien rapporten over de Lemselermaten geproduceerd (in totaal 1279 pagina’s) door instellingen als Onderzoekscentrum B-ware, Ingenieursbureau Tauw, Ingenieursbureau Arcadis, Bureau Aequator Groen en Ruimte, Bureau Aveco de Bondt, Unie van Bosgroepen, Lycens, Eco Groen en Natuurbank Overijssel. Allemaal met min of meer dezelfde boodschap: er zou sprake zijn van te hoge stikstofdepositie, vermesting, verzuring en met nitraat belast grondwater.

Daarna zijn onder meer informatieavonden belegd en zijn door het gebiedsteam ‘keukentafelgesprekken’ gevoerd met alle grondeigenaren. De wetenschap had gesproken en de schop moest erin, in én rond de Lemselermaten.

Bij zo’n overwicht aan overheidsinformatie en -druk legden een aantal betrokkenen het hoofd in de schoot, ook de land- en tuinbouworganisatie LTO Noord. Toch zijn er een aantal moedigen die zich niet bij de gang van zaken willen neerleggen en overwegen tegen het PIP in beroep te gaan bij de Raad van State. Waarbij ze zich wel realiseren dat ze bij het begin van de wedstrijd al met 0-3 achterstaan.

Zo heeft de provincie een groot aantal goedbetaalde medewerkers in dienst – beleidsambtenaren, ecologen, juristen, gebiedsteams – die dag in dag met de materie bezig zijn. Misschien nog wel belangrijker is dat bestuurders niet graag terugkomen op eerder door hen genomen besluiten.

Eenzijdige focus

De provincie heeft bovendien hulptroepen: de eerder genoemde onderzoeksbureaus. Ook zij beschikken over een scala aan deskundigen, hydrologen en ecologen. Waarbij moet worden aangetekend dat geen van hen het zal wagen zich kritisch uit te laten over het stikstof-frame op straffe van verlies van lucratieve andere opdrachten. Een onafhankelijke ecoloog noemde deze brigade van hulptroepen spottend ‘de natuurherstelmaffia’. Ook moet de baantjescarrousel niet worden onderschat. Iemand die zich in dit wereldje kritisch uitlaat over het stikstof-frame, kan het wel vergeten als hij ergens anders wil solliciteren.

En dan is er nog de Raad van State. Het is algemeen bekend dat deze instelling geneigd is de stelling te betrekken ‘dat niet op voorhand is uit te sluiten dat de natuur verslechtert’. Wat moet je daar als eenvoudig burger tegenover stellen?

Er zijn een aantal lichtpuntjes. Allereerst bestaan er gepensioneerde ecologen en hydrologen die zich niets van de baantjescarrousel hoeven aan te trekken en die hun – dankzij lange ervaring – rijp gefundeerde oordeel kunnen geven. Ook zijn er ecologen die de eenzijdige focus op stikstof niet terecht vinden. Een advies van een gepensioneerde hydroloog leidde op 2 juli tot een door BBB ingediende en door de Staten aangenomen motie, waarin werd vastgelegd dat een commissie van drie zich over de hydrologische rapporten zal buigen: één hydroloog aangewezen door de provincie, één aangewezen door grondeigenaren en een door beide partijen aan te wijzen onafhankelijke hydroloog.

Deze commissie zal ook aandacht moeten besteden aan de waterwinning van Vitens die op een afstand van 700 meter ten zuiden van het Natura2000-gebied 1 miljoen kubieke drinkwater per jaar omhoog pompt. Vitens heeft geweigerd bij wijze van proef het oppompen gedurende twee weken stop te zetten en dan te onderzoeken wat de hydrologische gevolgen zijn.

Verder blijkt er sinds de referentiedatum van 2004 nooit een nulmeting van de staat van de natuur in het Natura2000-gebied te hebben plaats gevonden, lees: een exacte telling van aantallen te beschermen typische soorten. Ook heeft er tot nu toe nog nooit een bodemonderzoek plaatsgevonden om de abiotische condities van het gebied vast te stellen. Dag gaat binnenkort – beter laat dan nooit – alsnog gebeuren.

David versus Goliath

Tenslotte is in de rapporten een vaststelling uit het beheerplan van 2016 over het uit het oosten komende kwelwater in het Natura2000-gebied weggemoffeld: ‘Het vermestingsfront dat het sterkst was in de jaren tachtig, kan gezien de reistijd nog enkele decennia aanhouden wegens de verblijftijd van het regionale grondwater-systeem (ordegrootte zestig jaar)’. Met andere woorden: zelfs met grootschalig ‘natuurherstel’ valt te verwachten dat de komende twintig jaar nitraatrijk grondwater het gebied binnen zal stromen. Over vijf of tien jaar zal dus wel opnieuw de roep om verdere uitbreiding van het natuurgebied klinken. Om dat te voorkomen, zou de commissie van drie hydrologen ook daar goed naar moeten kijken.

Ondanks het overduidelijke overwicht van de provincie hoeft de zaak voor omwonenden niet hopeloos te zijn: ook David heeft destijds van Goliath gewonnen.

*Joost Schepel is gepensioneerd en had carrières in de reiswereld en de advocatuur. Hij stond bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2024 op de kandidatenlijst van de BBB.

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!