In het nieuwe Concert van Europa moet Nederland de Driebond van Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ondersteunen

De negenennegentig jaar tussen 1815 en 1914 vormden wellicht één van de meest vreedzame periodes ooit, althans in Europa. Op ons continent vonden opmerkelijk weinig oorlogen plaats en de geopolitieke status quo, zoals vastgelegd in Wenen na de val van Napoleon in 1815, bleef lang min of meer ongewijzigd.
Terwijl de twintigste eeuw in Europa werd gedomineerd door het ingrijpen van de Verenigde Staten in twee wereldoorlogen en hun leiderschap binnen de NAVO, hadden de Europese mogendheden in de negentiende eeuw geen hulp van buiten nodig. Het diplomatieke stelsel van die periode wordt ook wel het Concert van Europa genoemd. Gaan we dan, nu de Verenigde Staten hun bemoeienissen met Europa afschalen en waarschijnlijk minder hun stempel op de onderlinge verhoudingen zullen gaan drukken, terug naar een nieuw Concert van Europa?
Gericht op behoud
Tijdens het Congres van Wenen, dat werd gedomineerd door de monarchen (en hun diplomaten) van Rusland, Oostenrijk-Hongarije, Pruisen en het Verenigd Koninkrijk, werden de Europese verhoudingen voor lange tijd succesvol vastgelegd. Het verslagen Frankrijk werd juist niet buitengesloten, maar – met een nieuwe vorst op de troon – onmiddellijk weer opgenomen in het circuit.
De diplomatie was vanaf die tijd echter niet alleen gericht op het voorkomen van onderlinge oorlogen en het behouden van het ontstane machtsevenwicht, maar ook op het voortbestaan van de monarchieën in kwestie en het in het algemeen onderdrukken van democratie, liberalisme, nationalisme en allerlei revoluties.
Onder andere dankzij vaste diplomatieke contacten en het geregeld houden van topontmoetingen kreeg het ontstaan van grote oorlogen tussen Europese mogendheden onderling geen kans – dat wil zeggen tot aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog natuurlijk. Tot aan dat moment werd er, steeds als er een conflict dreigde, door de vorsten onderling een diplomatieke oplossing gevonden of kon het regionaal beperkt worden.
Bovendien werden nieuwe, opkomende machten in het systeem opgenomen, zoals het Koninkrijk Italië, dat pas in 1861 formeel ontstond. En ook het Ottomaanse Rijk zou uiteindelijk in de laatste decennia voor de Eerste Wereldoorlog zijn plekje in het Concert van Europa veroveren.
Afscheiding België werd toegestaan
Maar de zittende machten hielden samen ook nauwlettend toezicht op de politiek in andere landen van Europa. Dreigde er ergens een liberale of democratische beweging aan de macht te komen dan werden de lokale vorsten gesteund, zoals in Spanje en Italië. Maar de afscheiding van België werd tijdens de Conferentie van Londen in 1830 door de Europese grootmachten toegestaan, omdat meerdere mogendheden daar belang bij zagen.
Nederland had in het Concert van Europa nauwelijks iets in te brengen. Het nieuwe land werd vanzelfsprekend en per ommegaande een monarchie. De erkenning van de onafhankelijkheid van Griekenland rond datzelfde jaar, verliep volgens hetzelfde patroon.
Mondjesmaat wat democratie
Langzaam maar zeker ontstonden er echter scheurtjes in het stelsel. Zo moesten de grote mogendheden toestaan dat er mondjesmaat her en der wat democratie ontstond. Ook het nationalisme zorgde ervoor dat er grenzen gingen veranderen, soms ten koste van het machtsevenwicht. Dat was niet alleen bij de Italiaanse eenwording het geval, maar met name bij de Duitse, die ervoor zorgde dat er een wel erg grote en machtige moloch ontstond in Europa.
Daarnaast voer het Verenigd Koninkrijk, met haar beperkt stemrecht maar sterk parlement, vaak een eigen koers en hield zich grotendeels afzijdig van interventies. Uiteindelijk raakten Rusland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk eind negentiende eeuw meer en meer in conflict met elkaar in Zuidoost-Europa.
In de laatste decennia ontstonden er steeds meer onderlinge allianties (een Driebond, een Tweebond, et cetera), die uiteindelijk zouden leiden tot de Centrale- en Entente-mogendheden van de Eerste Wereldoorlog. Intussen hielden met name het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zich de laatste jaren van de negentiende eeuw bezig met het onderwerpen van die delen van de wereld die nog niet gekoloniseerd waren, een bloedige activiteit die achteraf wellicht een grote Europese oorlog heeft uitgesteld, omdat beide landen hun energie elders op richtten.
Succesvol was het Concert van Europa dus in het beperken van onderlinge oorlogen. De keerzijde hiervan was de onderdrukking van vrijheden en democratische tendensen. In die tijd was stemrecht iets voor een kleine elite, de gegoede burgerij. Door de negentiende eeuw heen groeide het aantal stemgerechtigden in Europa van enkele procenten weliswaar naar een substantieel deel van de mannelijke bevolking. Maar pas rond de Eerste Wereldoorlog verkregen de burgers van de meeste Europese landen stemrecht; eerst alle mannen en doorgaans iets later de vrouwen.
Toch diepgewortelde democratie
Is het toeval dat die periode van stabiliteit samenviel met een groot tekort aan democratie in Europa? Laten we hopen van niet. Maar feit blijft dat de vorsten onderling politieke zaken konden regelen buiten het zicht van en zonder bemoeienis door het volk, wat hen natuurlijk goed uitkwam. Aan de andere kant, die conservatieve en autoritaire monarchen hebben uiteindelijk wel moeten toestaan dat de democratie zich stapsgewijs kon ontwikkelen en diep heeft kunnen wortelen.
Dubbelzinnig tegenover Rusland
Terug naar het heden, waar we de spelers van toen nog altijd kunnen terugvinden. Rusland, nu zonder de Baltische Staten, Finland, Polen, Oekraïne en de zuidelijke Kaukasus, is nog steeds een grote actor op ons continent, maar openlijk vijandig en ook geïsoleerd sinds 2022 vanwege zijn oorlog tegen Oekraïne.
En hoewel Oostenrijk-Hongarije sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog niet meer bestaat, kunnen we wel een patroon ontdekken in zijn zogenaamde Nachfolger Staten: Oostenrijk, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Kroatië. Deze landen staan stuk voor stuk dubbelzinnig tegenover Rusland (Oostenrijk is niet eens lid van de NAVO). Tsjechië is op dit moment weliswaar één van de trouwste NAVO-bondgenoten, maar of dat zo zal blijven na de gedoodverfde verkiezingsoverwinning van oppositieleider Andrej Babiš dit weekend, is maar zeer de vraag.
Intern verdeeld
Ook het Ottomaanse Rijk bestaat niet meer sinds de Eerste Wereldoorlog, maar het Turkije van Erdogan is, als militaire en diplomatieke speler met grote internationale ambities, absoluut een waardig opvolger. Turkije is een land dat we af en toe hard nodig hebben, zeker als het gaat om de beteugeling van een agressief Rusland of het bewaken van de zuidoostelijke grens van ons continent. En Italië is nog altijd Italië: een middelgrote macht met focus op Noord-Afrika en het Middellandse Zee-gebied.
Frankrijk is op dit moment intern sterk verdeeld, maar als kernmacht en militaire actor cruciaal voor een nieuw veiligheidssysteem voor Europa. Het land kent sterke allianties met onder andere het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Duitsland is sinds de hereniging economisch gezien een kop groter dan alle andere Europese mogendheden, maar militair en diplomatiek gezien nog een dwerg. Daar komt nu dankzij de Zeitenwende op defensiegebied en onder druk van de oorlog in Oekraïne – en van de Amerikaanse president Trump – snel verandering in. Ook dat land is echter intern sterk verdeeld. Zo stemt in het voormalige Oost-Duitsland meer dan de helft van de lokale kiezers op populisten van links en rechts en geniet Rusland er zelfs een zekere sympathie.
Een Driebond
Rest het Verenigd Koninkrijk, Europa’s andere kernmacht. Sterk internationaal gericht gaat het land sinds de Brexit weer haar eigen gang. Maar het speelt nog steeds een grote rol in het Europese veiligheidsstelsel, binnen de NAVO.
In Europa, in de context van de NAVO en andere veiligheidszaken, zijn het vooral de grote drie – Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk – die de toon zetten. Deze landen, ook wel bekend als E3, sloten in de zomer van 2025 diverse extra bilaterale veiligheidsverdragen onderling, waardoor ze de facto een soort Driebond zijn gaan vormen. En zo’n samenwerking is precies wat ons continent nodig heeft, schreef de Amerikaanse strateeg en publicist Edward Luttwak. Bij gebrek aan één grote mogendheid in Europa en met het onvermogen van de EU om zelf uit te groeien tot een krachtige speler, is een tripartite alliantie van Europa’s grootste landen the way forward, zo stelde hij.
Chatham House, de Britse equivalent van ons Clingendael, ziet de E3 uitgroeien tot een centrale steunpilaar in Europa’s veiligheidsstelsel. Inderdaad, zolang deze Driebond van de eenentwintigste eeuw het onderling eens blijft, zal Europa zich redelijk overeind kunnen houden in een wereld die in toenemende mate wordt bewoond door grootmachten die niet het beste voorhebben met ons continent. Dat geldt niet alleen voor Rusland en China. Het is immers ook onduidelijk wat we in de toekomst zullen hebben aan de veiligheidsgaranties van de Verenigde Staten.
Zonder Rusland blijft de onrust
Europa moet alle zeilen bijzetten om de bestaande orde te handhaven en daarmee lijkt de huidige EU met haar reguliere toppen en voortdurende diplomatie een ideaal platform voor een Concert van Europa 2.0. Maar een verdere verdieping van die EU is niet aan de orde. Het zijn immers de grote landen die er de dienst uitmaken en daar zal Nederland het als kleine speler, net als in de negentiende eeuw, mee moeten doen. Wat ons land rest is niet het nodeloos najagen van verdere Europese integratie, maar ondersteuning bieden aan de E3, de nieuwe Driebond.
Het nieuwe Concert van Europa lijkt al begonnen, terwijl er nog een grote oorlog woedt op ons continent en één van de hoofdrolspelers (terecht) is geïsoleerd. Maar zolang Rusland geen deel uitmaakt van het orkest, zal de onrust in de zaal nooit verstommen.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!