Mona Keijzer, 5 jaar na corona: ‘Wat we onze jeugd hebben aangedaan, vind ik onvergeeflijk’
‘Laten we varen op de deskundigheid’, zei premier Mark Rutte in 2020 over het coronavirus. Vijf jaar later blikt journalist Eva Munnik in een reeks interviews kritisch terug op de crisis in Nederland. Met deskundigen, maar niet de deskundigen die we toen steeds in talkshows zagen. Dit keer politica Mona Keijzer: ‘De bedoeling was het virus stukhameren, maar feitelijk werden de samenleving en het vertrouwen in de overheid stukgemaakt.’
Het is campagnetijd en Mona Keijzer – nummer twee op de kandidatenlijst van de BoerBurgerBeweging (BBB) – heeft het druk. Daarom doen we het interview telefonisch. Als ze belt, is ze net klaar met een interview in het televisieprogramma WNL op Zondag, waar ze vertelde over de door BBB gepresenteerde ‘visie voor een vrij Nederland, een antwoord op islamitisch extremisme’. ‘Spannend’, noemt Keijzer het optreden, dat haar ogenschijnlijk makkelijk afging. Het is een gevoelig onderwerp en wie zich erover uitspreekt, kan op de nodige – soms onterechte en vergaande – stempels rekenen. Keijzer ziet een link met corona, toen tegengeluid verdacht werd gemaakt.
Dat verguizen van tegengeluid komt ook terug in de interviews die ik tot nu toe in deze serie deed. Een duidelijke rode draad in die gesprekken is dat er in coronatijd door de beleidsmakers geen tegenspraak is uitgenodigd en slechts een beperkte groep deskundigen meepraatte. U was in de eerste coronajaren staatssecretaris. Hoe kijkt u daar tegenaan?
‘Er was inderdaad te weinig tegenspraak en dat zie je nu nog steeds. Bijvoorbeeld in het stikstofdossier, maar ook als het gaat over klimaat of – waar ik net voor bij WNL zat – islamitisch extremisme. Tegengeluid wordt verdacht gemaakt en daarnaast is er sprake van systeemwerkelijkheid. In coronatijd zijn mij de schellen van de ogen gevallen, toen zag ik dat namelijk voor het eerst.
‘Je belt eigenlijk op een fantastisch moment, want ik heb net het besloten voorgesprek gehad met de parlementaire enquêtecommissie Corona. Dus het zit allemaal weer vers in mijn hoofd. Neem de avondklok. Die was gebaseerd op literatuuronderzoek en op de Franse situatie. Wat hier het effect zou zijn, wist niemand. De Franse situatie was niet met de Nederlandse te vergelijken, de scholen waren daar bijvoorbeeld nog open. Toch werd dat als argument genomen en moesten we de avondklok invoeren. Dat zou voor heel kort zijn, maar het duurde steeds langer. En het kon niet afgeschaald worden. Want opeens was het effect op de R [van Reproductie, de verspreiding van het virus door besmetting – red.] 10 procent. Dus toen de avondklok ingevoerd werd, wisten ze het effect niet zeker. Daarna was hij onderdeel van het systeem en kon niet meer afgeschaald worden. Dat de jeugd om 20.45 uur naar feestjes ging en tot 4.30 uur bleef zitten en dat hun oude lui de verjaardagen, de borrels en de etentjes voor 20.30 uur deden, daar had men het niet over. Complete systeemwerkelijkheid.
‘Als je in coronatijd over maatregelen vroeg “is dit nou allemaal wel nodig?”, dan was je harteloos, dan vond je het geen probleem dat oude mensen doodgingen. Op een gegeven moment is het woord “wappie” geboren. Je mocht mensen met een andere mening volledig belachelijk maken, want dat waren toch maar wappies. Datzelfde zie je nu op veel meer dossiers. Klimaat, dito. Als jij zegt “jongens, moet dit wel op deze manier?”, dan ben je ook harteloos, want je gunt je kinderen geen wereld. En als je het hebt over islamitisch extremisme, dan ben je een racist en in sommige kringen een fascist.’
U zegt dat u de schellen van de ogen vielen in coronatijd. Waar werd u wijzer in?
‘Daarvoor had ik de veronderstelling dat bij politieke besluitvorming alle feiten en omstandigheden worden gewogen. Dat bleek niet helemaal zo te zijn. Maatregelen moesten ook om te laten zien dat er controle was over de situatie. Terwijl het eerlijke verhaal was dat je bij dit virus maar beperkt invloed had.
‘Bovendien wisten we al heel snel dat corona vooral ouderen en mensen met obesitas ernstig raakte, maar het beleid werd daar niet op gericht. Verderop in de pandemie wisten we dat vaccinatie weinig deed tegen transmissie. Maar dat legde onvoldoende gewicht in de schaal. Blijkbaar was vanaf een bepaalde leeftijd iedereen een vaccin aanbieden makkelijker te communiceren.’
Waarom wilde ons landsbestuur niet gewoon de beste maatregelen?
‘Andere Europese landen deden het ook zo, dus daar moesten we bij aansluiten. Ongeacht de consequenties en trouwens ook ongeacht of het haaks stond op je politieke overtuiging. De VVD is immers een liberale partij voor de ondernemer, maar dat deed er weinig toe. Het CDA liet zich altijd voorstaan op het bewaken van lichamelijke integriteit en de kracht van gemeenschappen van mensen. Nu veel minder. De bedoeling was het virus stukhameren, maar feitelijk werden de samenleving en het vertrouwen in de overheid stukgemaakt. Ik zie de effecten daar nog steeds van.’
Hoe komt dat toch dat ook een liberale partij zoals de VVD daar helemaal in meeging?
‘Ik denk omdat er amper ruimte was voor tegengeluid. Dat geluid werd namelijk verdacht gemaakt en weggezet als asociaal. Daardoor was het voor politieke partijen lastig om er iets van te zeggen. Wie dat wel deed, werd immers verguisd. Het hielp daarbij niet dat ook veel media ervoor kozen niet al te kritisch te zijn “omdat het crisis is”’.
Hoe zorg je ervoor dat die ruimte voor tegenspraak er een volgende keer wel is?
‘Door er scherp op te zijn. En dat is waarom ik volhoud, nu ook met islamitisch extremisme. Als jij gewoon beschaafd, onderbouwd en redelijk iets uitspreekt, moet het onbestaanbaar zijn dat dat weggezet wordt als onrechtvaardig, discriminerend en soms zelfs fascistisch. Daar moeten we scherp op zijn, want mede daardoor is het zo misgegaan in coronatijd. Je durfde je niet meer uit te spreken en dat gaf die eenzijdige blik. In een crisisstructuur moet je echte tegendenkers opnemen, dat moet je organiseren.’
U zat tijdens de eerste coronajaren in het kabinet. Dat eindigde met uw ontslag in september 2021 omdat u zich in De Telegraaf uitsprak tegen het coronatoegangsbewijs terwijl kabinetsleden geacht worden eenheid van beleid uit te dragen. Hoe lang liep u toen al rond met deze inzichten over coronabeleid?
‘De inzichten die ik nu verwoord, had ik niet meteen al. De eerste maanden van de pandemie wisten we natuurlijk allemaal nog niks. Maar in het najaar van 2020 ben ik heel veel informatie gaan verzamelen bij onder meer IC-artsen, en andere voorstellen gaan bedenken die niet de maatschappij, maar het virus zouden raken. Want ik begreep niet waarom het op deze manier ging.’
Uw collega’s in het kabinet hadden geen interesse in die voorstellen?
‘Ik kan niet vertellen over kabinetsvergaderingen, dat mag niet. Dat ga ik ook niet doen. Wat ik kan zeggen is: uiteindelijk werden de besluiten genomen zoals ze genomen werden.’
En kunt u wel vertellen of u de enige in het kabinet was die kritisch was?
‘Nee. Kijk, het feit is dat uiteindelijk de besluiten waren zoals ze waren.’
Heel frustrerend lijkt me dat.
‘Absoluut, want ik moest al die besluiten aan ondernemers uitleggen [Keijzer was staatssecretaris van Economische zaken en Klimaat – red.]. Winkeliers, mensen die evenementen organiseerden, pretparken en horecaondernemers. Ik moest uitleggen dat ze weer dichtgingen of deels dichtbleven, terwijl: de logica was zoek. Wat we onze jeugd hebben aangedaan vind ik overigens onvergeeflijk. Tot de dag van vandaag hebben veel jongeren daar last van. Vooral de jongeren die al achterstand hadden.
‘Er was natuurlijk wel een probleem: de ziekenhuizen lagen vol en IC’s waren overbelast. Maar het overgrote deel van de mensen had geen tot weinig klachten, vooral jongeren niet. Dus je had het anders kunnen doen, dat hebben ze in Zweden ook gedaan [in Zweden sloten basis- en middelbare scholen niet en waren er geen lockdowns – red.]. Uiteindelijk zijn daar niet meer mensen overleden.
‘Maar daar was niet over te praten, want er moesten maatregelen komen en we gingen dat virus stukslaan. Terwijl het eerlijke verhaal was: dat kun je in een vrije samenleving niet stukslaan.’
Zoals u net zei: de VVD ging erin mee en het CDA – waar u destijds bij zat – ook. Nu zit u bij BBB. Waarom moeten we nu geloven dat jullie het anders zouden doen?
‘Omdat ik – politiek gezien – de hoogste tol heb betaald. Dat is één. En twee: Caroline van der Plas zat in de kamer sinds 2021 en heeft altijd tegen de extreme coronamaatregelen geageerd. Bij ons gaat het om het menselijke niveau, en het gezonde verstand.’
Er waren maatregelen zoals de QR-code die – zo heeft u zelf gezegd – enorm ingreep op grond- en mensenrechten. Speelt dat ook mee bij uw overtuiging?
‘Absoluut. Iedereen heeft op dit moment weer de mond vol van de rechtsstaat, maar destijds is dat allemaal met voeten getreden. En was dat proportioneel? Dus je begrijpt dat als weer eens iemand over de rechtsstaat begint, ik daar zo mijn gedachtes bij heb. Trouwens, ook interessant om even te kijken in de tijdlijn op X, destijds Twitter, wat zo iemand destijds zei over het coronatoegangsbewijs, vaccinatieplicht, scholen en winkels sluiten. Want waar heb je een rechtsstaat voor? Waar heb je grondrechten voor? Om juist in tijden van crisis burgers te beschermen tegen de overheid.’
U heeft ook gezegd dat u een surveillancemaatschappij zag ontstaan.
‘Ja, en dat is iets om alert op te zijn. Door de voortschrijdende digitalisering zijn mensen te volgen tot in hun bed. In die tijd was er de coronamelder-app. Als iemand positief was, kreeg jij een melding als je bij die persoon in de buurt was geweest. Daarna kwam het coronatoegangsbewijs en werd je gezondheidsinformatie – de informatie die de hoogste bescherming geniet – in een app gezet en een andere burger ging controleren of jij wel gezond genoeg was om ergens binnen te komen. Dus niet alleen de overheid controleerde, de ene burger surveilleerde de andere burger.
‘Dit soort ingrijpende bevoegdheden – dat leert de geschiedenis ons – worden zelden tot nooit meer teruggenomen. Dat zie je aan de digitale euro en in alles wat steeds verder digitaliseert. Elke keer zet je een stap waarbij de overheid verder binnentreedt in waar jij bent en wat jij doet.’
Wat mij in coronatijd opviel, is hoe makkelijk bewindslieden eerst het een toezegden en kort daarna het tegenovergestelde deden. Hugo de Jonge zei bijvoorbeeld dat hij nooit een vaccinatiepas zou invoeren, zeker niet als zou blijken dat je na vaccinatie ook nog besmettelijk kon zijn. Toch kwam die pas er, het CTB, terwijl we toen wisten dat je na vaccinatie nog steeds besmettelijk kon zijn. Mark Rutte zei bij invoering van het coronatoegangsbewijs voor de camera dat niemand dit wilde en dat ze dit echt zo kort mogelijk zouden doen. Maar daarna is hij alleen maar bezig geweest met uitbreiden en verlengen. Politici deden telkens een paar weken later het tegenovergestelde van wat ze beloofden.
‘Dat had te maken met die constante paniek en het waren natuurlijk ook wel mannen die graag maatregelen namen, het was heel erg een mannenclub.’
Denkt u dat er een kans is dat vrouwen het anders hadden gedaan?
‘Ik denk dat diversiteit in die groep had geholpen. Het waren toch Mark Rutte, Hugo de Jonge en Fred Grapperhaus die het kernclubje vormden.’
Allemaal mannen en wat hebben zij nog meer gemeen?
‘Dat ze erg graag daadkracht uitstralen.’
Ik interviewde voor deze serie arts Jona Walk. Zij werkte tijdens corona in een ziekenhuis, en zag daar dat er echt een crisis was, maar ze dacht ook meteen: we moeten nu heel waakzaam zijn op wat de overheid gaat doen, hoeveel macht die grijpt.
‘Ik kom uit een vissersgemeenschap en dat zit in de genen van vissers. Op je boot ben je als schipper zelf de baas, daar heeft de overheid niets te zoeken. Het is wat mij politiek – en bijna spiritueel, zou ik zeggen – drijft. Daarnaast ben ik afgestudeerd in staatsrecht, bestuursrecht en grondrechten. Dat zit, zeg maar, in mijn standaardbepakking.
‘Kijk, in het begin van een crisis geldt all bets are off. Eerst kijken: wat voor virus is het precies en wat is het risico. Maar als je dat op een gegeven moment weet, dan pak je het met gezond verstand aan. En met een overheid die zich niet bemoeit met het leven van mensen, daar waar ze dat zelf kunnen. Ik ben de enige in Nederland die hier de hoogste politieke prijs voor betaald heeft. Dus ik heb recht van spreken. En ik zou het trouwens zo weer doen.’
Mona Keijzer (1968) is jurist, bestuurskundige en politica. Ze is getrouwd en moeder van vijf zonen die bij de start van corona tussen de 16 en 25 jaar waren. In coronatijd was Keijzer tot september 2021 staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat voor het CDA. Momenteel is Keijzer demissionair minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en demissionair minister voor Asiel en Migratie voor de BoerBurgerBeweging (BBB).
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!












