CDA-minister Karien van Gennip faalt – en tienduizenden arbeidsongeschikten zijn de dupe

gennip
Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) (Beeld YouTube/UWV)

Tienduizenden arbeidsongeschikte Nederlanders zijn vorig jaar in de problemen gekomen door het disfunctioneren van het UWV en de minister van Sociale Zaken. Het is het zoveelste voorbeeld van een overheid die wel wetten maakt, maar ze niet kan en wil uitvoeren.

In ons land zijn er ruim 800.000 mensen die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen. Een enorm aantal, maar er zijn nog meer arbeidsongeschikten. Die zitten in de bijstand of krijgen helemaal geen uitkering. Hoeveel het er precies zijn, weten we niet, maar we kunnen veilig uitgaan van 1 miljoen arbeidsongeschikten.

1 miljoen op 17 miljoen inwoners of beter, 1 miljoen op een bestand van 10 miljoen werkenden. En o ja, de aantallen stijgen nog.

Groot probleem

Arbeidsongeschiktheid is een groot probleem. In de eerste plaats voor de (meeste) betrokkenen die zich met pijn en moeite in hun lot moeten schikken.

Maar ook de maatschappij heeft er veel last van. De arbeidsmarkt is overspannen, dagelijks worden we geconfronteerd met de gevolgen van personeelstekorten. We hebben ze nodig, de arbeidsongeschikten.  Arbeidsongeschiktheid kost bovendien veel geld, dat moet worden opgebracht door de belastingbetalers en premiebetalende werknemers en -werkgevers.

Ongeveer de helft van de mensen die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt, valt onder de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, de WIA. Dat is een bijzonder ingewikkelde wet die is ingebed in een minstens zo complex juridische omgeving als de Wet verbetering poortwachter en de Ziektewet (bent u er nog?).

De uitvoering van de WIA is ondergebracht bij het UWV, een kolossale organisatie die wel valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Sociale Zaken, Karin van Gennip, maar met haar toch een tamelijk ondoorzichtige relatie onderhoudt. Dat ligt ongetwijfeld aan de formele status van het UWV – het is een zelfstandig bestuursorgaan – , maar men verschuilt zich er ook wel erg gemakkelijk achter. Het UWV vertelt de minister niet wat ze moet weten en de minister vraagt niet door. Dat is niet mijn mening, maar het oordeel van de Algemene Rekenkamer, dat verderop ter sprake komt.

Verzekeringsartsen

Sleutelspelers in het WIA-proces zijn 650 verzekeringsartsen (wat neerkomt op 525 manjaarequivalenten). Dat aantal is voor de huidige workload te weinig. De toekomst ziet er niet rooskleurig uit, want er komen steeds minder verzekeringsartsen op de markt en er vertrekken er ook nogal wat uit het UWV.

Elk jaar worden er meer aanvragen gedaan voor een WIA-uitkering. Het gaat inmiddels om tienduizenden per jaar. Die moeten allemaal beoordeeld worden door verzekeringsartsen. Dat is kennelijk niet eenvoudig, want de dagproductie per arts is (slechts) twee.

Dit werk komt boven op de periodieke herbeoordelingen die van bestaande ‘gevallen’ moet worden gedaan om te bepalen of de arbeidsongeschiktheid is verminderd of verbeterd, met alle financiële gevolgen van dien. Ook hier majeure aantallen.

De begane grond

Op de begane grond van de samenleving was al jaar en dag duidelijk dat de uitvoering van de WIA aan het vastlopen was. Eindeloze wachttijden, boze cliënten, nijdige werkgevers, weglopende verzekeringsartsen, gefrustreerde bedrijfsartsen en arbodiensten (zie verderop), dwangsommen, noem maar op.

Op de bovenste etage van de samenleving zag de wereld er nog lang roze uit. De Raad van Bestuur van het UWV zag weliswaar een zekere ‘mismatch’ tussen het werkaanbod en de verwerkingscapaciteit, maar was optimistisch. Ook over de interne bedrijfsvoering was men best tevreden. Adviesbureau Berenschot gaf het UWV in 2020 zelfs ‘een ruime voldoende’. Ook de Algemene Rekenkamer was complimenteus en sprak van een ‘adequate uitvoering’ van de opgedragen taken (2017).

De Rekenkamer

En de Rekenkamer? Die heeft vorige week toch verklaard dat de WIA ‘onuitvoerbaar’ is. En dat het UWV zelfs in strijd met de wet handelt, bijvoorbeeld door voorlopige uitkeringen toe te kennen die niet worden teruggevorderd als de begunstigde uiteindelijk niet formeel arbeidsongeschikt wordt verklaard. Dat zei de Rekenkamer die kennelijk het licht (en de cijfers) heeft gezien!

Hou je vast. Er is een wachtrij van 17.000 mensen van wie de zogeheten eerste aanvrage beoordeeld moet worden. Wachttijd 18 weken. Verder is er een wachtrij van 20.000 arbeidsongeschikten die een herbeoordeling moeten krijgen. Wachttijd gemiddeld zes maanden. Tot slot nog een wachtrij van 18.000 personen in het kader van de Ziektewet.  55.000 mensen in de wacht, 55000!

Noteer: er is volgens de Rekenkamer geen enkel uitzicht op verbetering.

Overigens, ter voorkoming van misverstand. Wie eindelijk wordt gekeurd of herkeurd en voor meer dan 35 procent arbeidsongeschikt wordt bevonden, komt niet in een uitkeringshemel. Je inkomen gaat er fors op achteruit, je kans op het vinden van werk is – zo blijkt uit cijfers – 50 procent en dan praten we nog niet over de grote groep die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is. Die gaat vaak down the drain: bijstand, geen of slecht betaald en rechtspositioneel onzeker werk.

Ik bespaar u de precieze kritiek van dit Hoge College van Staat, maar geloof me, ondanks de keurige toon, blijft er geen spaan heel van de performance van het UWV en de minister.

Op de begane grond van de samenleving wreven allerlei lieden zich in de handen van genoegen. Eat that! De arbeidsongeschikten mogen Schadenfreude voelen, maar vele anderen past bescheidenheid.

Zo is er een betonnen muur en een diepe slotgracht tussen bedrijfsartsen en verzekeringsartsen die de verkokering enorm heeft versterkt. Ik weet waar ik het over heb, want ik ben directeur van een van de grootste arbodiensten geweest. Het UWV was voor ons een soort afleveradres. Je leverde daar de werknemers in die na twee jaar ziekte (en doorbetaald door de werkgever) nog niet waren hersteld. Bij het UWV begon het leven geheel opnieuw. Onze kant en klare dossiers, kennis van betrokken werknemers, alles wat we aan informatie hadden, was voor het UWV van geen betekenis.

Geen oplossingen

Sommige idealisten probeerden de slotgracht nog wel te dempen en de muur te slechten, maar de ene beroepsgroep vond zich altijd een stuk beter dan de andere en vice versa. En ja, als je zuiver naar formele posities keek, dan heeft een bedrijfsarts een andere rol dan een verzekeringsarts, maar als de beide beroepsorganisaties hadden gewild, dan was dit oplosbaar geweest.

Zo werd er meer gemillimeterd. Vakbonden die bedrijfsartsen zetbaasjes van werkgevers vonden/vinden. Het UWV dat niemand vertrouwt en de kleinste misstap van een werkgever of arbodienst keihard afstraft.

Verzekeringsartsen die ruzie maken met het management van het UWV en omgekeerd. Een overheid die verzekeringsartsen tot het draaipunt van de WIA maakt, maar niet hun opleiding niet wil bekostigen (wat trouwens ook voor bedrijfsartsen geldt).

Koe gaf nog melk

Dit zijn niet de begeleidende verschijnselen van een vastgelopen stelsel in zijn laatste dagen. Dit speelt al jaren en iedereen weet en wist het. Niemand die echt wat deed, omdat – zoals iemand een keer opmerkte – de koe nog melk gaf. Anders gezegd, niemand van de actoren zat ooit op de blaren van de puinhoop die ze ervan maakten. Integendeel, je kon eraan verdienen, prestige verwerven, je baan behouden of tenminste de sores voor je uitschuiven.

De sores voor je uitschuiven, dat deden achtereenvolgende ministers.

Minister Lodewijk Asscher (PvdA) was de eerste die wat had kunnen doen. Hij schoof het voor zich uit. Minister Koolmees (D66) was de tweede. Hij deed een aantal ferme uitspraken en liet het erbij, op wat sierlijkheden na zoals de benoeming van een pottenkijker in de Raad van Bestuur van het UWV.

En de huidige minister, Karien van Gennip (CDA)? Die stelde een commissie in. Die gaat … ach laat maar. Het rapport komt volgend jaar. Tijd zat.

De dupe

De arbeidsongeschikten zijn de dupe. Het WIA-systeem is theoretisch prachtig (waar hebben we dat meer gehoord?), maar praktisch onuitvoerbaar, vaak onrechtvaardig en bikkelhard.

Kijk voor de ‘aardigheid’ eens naar de uitzending van Zembla waarin een voormalige thuiszorgmedewerker over haar ervaringen vertelt. U weet wel, een representant van de groep ‘helden’ die tijdens corona onbeschermd naar de frontlinie werd gestuurd. Wellicht kunt u het emotionele moment dat we zo dankbaar applaudisseerden nog herinneren, maar deze mevrouw is inmiddels vergeten. Long covid, niet erkend, niet geregistreerd, duizenden aan de poort van de WIA.

De kans dat deze helden geen uitkering krijgen, is levensgroot. Als de ziekte al door de verzekeringsarts wordt erkend, is het verschil tussen het oude salaris en het loon van een mogelijke nieuwe, ‘lagere’ functie te gering om een uitkering te rechtvaardigen. Dan ben een 35-minner (loonverschil is minder dan 35%) en dan is de bijstand vaak je voorland.

Maar ja, in een land waar het door een falende overheid ritstelt van gedupeerden, moet je strijden om de aandacht van politici en media. Dan staan arbeidsongeschikten er slecht voor. Net als de gepensioneerden zijn ze niet georganiseerd en dus niet weerbaar. Hun probleem is niet ‘sexy’ en stiekem denkt menigeen dat arbeidsongeschiktheid aanleunt bij luiheid en nepkwalen. Tot ze zelf ziek worden…

Nu doorpakken?

Dikke kans dat de minister – gekend om haar eigengereidheid – haar schouders ophaalt en gaat zitten wachten op haar commissie.

Dat zou een schande zijn én niet nodig. De WIA is weliswaar ‘officieel’ als onuitvoerbaar gekwalificeerd, maar in afwachting van een betere wet kan een reeks praktische ingrepen worden getroffen waardoor de boel weer los getrokken wordt en althans voorlopig weer kan functioneren.

Zoals altijd hebben slimme en ervaren mensen uit de praktijk, in dit geval artsen als Dolf Algra en Jim Faas, de nodige scherpe analyses en handzame oplossingen uitgeschreven. Kwestie van doen of – misschien slaat de minister daarop aan – ‘Nu doorpakken’, de verkiezingsslogan van haar partij, het CDA. Of wacht ze liever op een parlementair onderzoek?

Paul Verburgt schrijft wekelijks in Wynia’s Week over politiek en samenleving.

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee? Hartelijk dank!