De leenfiets ontzien en de privéjet belasten: zo maakt de Kamer belastingen nog ondoorgrondelijker en complexer
Wat is de overeenkomst tussen een leenfiets en een privéjet?
Je kunt het gebruik van beide belasten.
De afgelopen weken debatteerde de Tweede Kamer over het Belastingplan 2026. Hoe int de overheid belastingen en premies voor zijn uitgaven van 486 miljard euro? Het plan gaat niet alleen over grote getallen. Het gaat ook over symboliek, over de elite en de gewone fietser.
Wervelwind
Wil de overheid ons stimuleren om de fiets te pakken naar ons werk? Gezond idee. Goed voor de fietsenwinkels. Gaan we fiscaal aanmoedigen. Dat was dertig jaar geleden, onder fiscale wervelwind Willem Vermeend (PvdA), staatssecretaris in het eerste paarse kabinet van PvdA, VVD en D66.
De afgelopen weken stond de ‘fietsregeling’ weer in het Belastingplan. Hij moet verduidelijkt worden. Er is namelijk verwarring ontstaan. Moet een door de werkgever beschikbaar gestelde leenfiets die alleen wordt gebruikt om van het station naar de werkplek te fietsen belast worden? Antwoord: hoeft niet. Dat geldt ook voor dienstfietsen, ov-fietsen en andere deelfietsen.
Nee, dan de privéjet. Op voorstel van GroenLinks-PvdA en de Partij voor de Dieren ging de Kamer akkoord met een aparte vliegbelasting voor privéjets (negentien of minder zitplaatsen). ‘Hoog tijd, want in een klimaatcrisis kan een kleine elite niet blijven wegkomen met vervuiling waar de rest voor opdraait’, claimde GroenLinks-PvdA op LinkedIn. Het klimaat redden en de elite pesten, leuke dingen voor de achterban. Hoe verder je vliegt, hoe hoger de belasting. PVV en VVD stemden tegen, CDA en D66 voor.
De leenfiets en de privéjet zijn maar twee voorbeelden van de steeds verdere verfijning van de fiscale wetgeving en de daarmee onlosmakelijk verbonden ondoorgrondelijkheid en complexiteit. Of het nu het stelsel van toeslagen en uitkeringen is of de box 3 belasting op vermogen, het schreeuwt om vereenvoudiging of afschaffing, niet verduidelijking.
Goede bedoelingen
Wie belastingheffing langs de politieke links-rechts meetlat legt, moet concluderen: meer een links dan een rechts thema. Linkse partijen zien altijd wel een maatschappelijk probleem dat zich laat oplossen met extra geld. De mogelijkheden om dat geld te lenen zijn vanwege de euro-regels gelimiteerd. Eureka! Hogere belastingen.
Omdat de uitgaven een goede bedoeling hebben, komen hogere belastingen voor burgers en bedrijven uit een goed hart. Op rechts zou je meer tegendruk verwachten. Maar ook op rechts hebben partijen zo hun stokpaardjes, zoals lagere btw of afschaffing van het eigen risico in de zorgverzekeringen. Want goed voor de koopkracht.
Als je wat meer afstand neemt, valt op dat Nederland wonderlijke opvattingen heeft over het begrotingsrecht en het belastingrecht, twee politieke grondrechten. Een minister mag geen uitgaven doen zonder toestemming van het parlement. Deze grondrechten gaan hand in hand. Het vaststellen van de hoogte van belastingen, accijnzen, heffingen et cetera, weegt misschien nog wel zwaarder. ‘No taxation without representation’ was de leus van de Amerikaanse rebellen in 1776 tegen hun Britse vorst, koning George III. We betalen geen belasting als we geen zeggenschap hebben.
Nederland heeft de twee grondrechten de afgelopen maanden gesplitst. De ‘oude’ Tweede Kamer besliste over de uitgaven in de rijksbegroting 2026, de nieuwe, op 29 oktober gekozen Kamer heeft afgelopen week gestemd over het belastingplan 2026. Heeft de gewijzigde Tweede Kamer met een versterkt centrumrechts blok zich laten gelden bij het vaststellen van de belastingen in 2026?
Beetje schuiven
Nog iets wonderlijks. De belastingwetten en de inning van het geld zijn gedelegeerd aan ‘maar’ een staatssecretaris. Waar de begroting en de uitgaven ‘echte’ politiek zijn, waar ook economen graag over schrijven, is belastingheffing iets voor een kleine groep ‘ingewijden’. Als lobbyist kun je daar je slag slaan.
De Tweede Kamer verschoof de afgelopen week 3,5 miljard euro in het Belastingplan, becijferde Het Financieele Dagblad. Klinkt imposant, is echter slechts 0,78 procent van de geraamde belasting- en premies in 2026. Revolutionair is anders.
Winstpunt voor de burger
Toch klinkt wel iets door van de verkiezingsuitslag. Een meerderheid weigerde bijvoorbeeld om akkoord te gaan met de verdere verhoging van het veronderstelde (zogeheten forfaitaire) rendement op beleggingen in box 3.
Als je het veronderstelde rendement niet realiseert, maar minder ontvangt, dan kun je de heffing ongedaan maken, verdedigde demissionair staatssecretaris Eugène Heijnen (BBB). Maar dan ligt de bewijslast bij de burger, niet bij de Belastingdienst. Dus het schrappen van deze box 3-verhoging is een klein winstpunt voor de burger versus de bureaucratie.
Symboolpolitiek
De Tweede Kamer onderstreepte met de privéjet-heffing dat symboolpolitiek onweerstaanbaar blijft. De aparte, gedifferentieerde vliegbelasting moet structureel 58 miljoen euro opleveren. Zou het? De voorstanders zien ze vliegen. Deze heffing gaat net zo uitpakken als eerdere verhogingen van de kansspelbelasting, de tabaksaccijnzen en de eerdere veronderstelde box 3-rendementen.
Burgers veranderen hun gedrag als ze dat kunnen. Niet door minder te consumeren, zoals de bedoeling is van een accijnsverhoging, maar door hun rokertjes over de grens te kopen. Daar is het goedkoper. Door liever illegaal te gokken. En door verhuurde woningen en appartementen te verkopen omdat de box 3-heffing én het wettelijk huurplafond verhuur onrendabel maakt. Gevolg: een verkoopgolf van particuliere beleggers. Nog minder beschikbare commerciële huurwoningen. De wet betaalbare huur van CDA-kopstuk Hugo de Jonge is omgeslagen in zijn tegendeel: onbetaalbare huur. De burger is geen pinautomaat.
Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!
Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!




















